VOOR EN ACHTER!

of

"Toen varen nog leuk was!"

door

Roel Massink

errem@home.nl

 

22 – An once in a lifetime experience  

 

Nadat ik op 10 december 1961 had afgemonsterd van de Guineekust, kwam ik thuis en had flink wat verlof te goed. Het kan ook zijn dat ik niet meer naar West-Afrika wilde en gewoon een andere maatschappij zocht. Ik kwam bij de Caltex terecht hoe dat weet ik niet meer. In elk geval ben ik pas in maart 1962 weer vertrokken, dit keer met de Caltex Delfzijl.  De Delfzijl was een klein tankertje van rond de 3000 ton. Het was in Japan gebouwd en had twee snellopertjes met een keerkoppeling. Ik meen dat het een soort oorlogsbuit is geweest.

 

Nederlandse Pacific Tankvaart Maatschappij oftewel Caltex (nu Chevron)

De Caltex Delfzijl - 3256 ton.

Dat het in Japan gebouwd was duidelijk te merken, alles was lager en smaller dan ik gewend was. In de machinekamer moest ik voortdurend gebukt lopen en nog stootte ik steeds m'n hoofd.
De Caltex Delfzijl voer lukraak rond in Noord-Europa. We gingen vooral naar kleinere havens waar grote tankers niet konden komen. Ik ben van 22 maart tot en met 8 augustus 1962 op de dit schip geweest. De eerste reis ging naar Västerås in Zweden. Later toen ik op Zweeds schepen ging varen, leerde dat die naam als 'Westeroos' werd uitgesproken. Toen zei ik nog net als de anderen, want daar had zich nog niemand in verdiept, gewoon Fasteras.

Västerås ligt in het binnenland aan een meer. Om daar te komen gingen we bij Södertälje, ten zuiden van Stockholm, middels een sluis de meren op. Dwars door het ijs dat daar zo vroeg in het jaar natuurlijk nog niet verdwenen was. Het is immers zoet water.
We gingen vaak binnendoor, via het Kielerkanaal in plaats van door het Skagerrak. Ik ben met het tankertje in Engeland, Frankrijk, Noorwegen, Duitsland en Zweden geweest. Het liefst gingen we echter, en dat deden we vaak, naar Denemarken. Een waar paradijs voor jonge mannen, want de Deense meisjes hadden niet voor niets een bepaalde faam. Dat zou blijken.

In Denemarken kwamen we in Kopenhagen , Kalundborg , Odense en nog een paar havens, Aalborg schiet me nog te binnen. Maar mijn voorkeur ging, niet zonder reden, (dat zal nog blijken) toch uit naar Fredericia .

In de laatst genoemde haven hadden we een vaste tent waar we altijd naar toe gingen. ‘Café Centralen’ heette het. Het was een heel gewoon buurtcafé. Ook de prijzen van de consumpties waren normaal. Wat niet normaal was wat ik daar beleefd heb. Twee verschillende, ik zou het bijna avonturen durven te noemen. En allebei op het snuitje, zoals wij dat pleegden te noemen. Dus voor niks.

Het was de eerste keer dat we in Fredericia waren en op een of andere manier kwamen we dus bij Café Centralen terecht. We zaten daar nog maar kort toen een meisje binnenkwam. Ik kwam al gauw met haar in gesprek en geloof het of niet, nog geen tien minuten later waren we onderweg naar haar kamer. Daarvoor hoefden we niet ver te lopen, want ze had een kamer boven het café.
Dat dat zo snel ging was niet zomaar. Blijkbaar had ze in het café al op hete kolen gezeten. Onderweg naar boven wisselde ze nog een paar woorden met haar buurvrouw die tegelijk met ons de trap op kwam en even later opende zij de deur van haar flat.
Eenmaal binnen, we hadden de deur van de kamer nog maar net ons gesloten, of ze trok mij direct op de bank en haar broek van de kont. Al gauw bleek dat de bank haar favoriete plekje was.
Ze pakte de zaken voortvarend aan. Ze begon meteen dat te doen wat doorgaans een man behoort te doen en dan nog niet na vijf seconden. Ze pakte me daar waar mannen het meest gevoelig zijn, een niet mis te verstane boodschap dus.
Gelukkig hebben mannen, bij de juiste uitdaging, weinig of geen aanlooptijd nodig, ik kon haar dus meteen van dienst zijn. Een beetje vreemd vond ik het echter wel. Want helemaal geen voorspel vindt ook de gemiddelde man niet leuk. Denk ik.
Maar al met al was het natuurlijk wel een ‘ein gefundenes Fressen’ , zoals je dat in het Duits pleegt te noemen.
Toen we uitgeravot waren en de spreekwoordelijke sigaret opstaken, vertelde ze dat ze stewardess was op één van de talrijke veerboten die Denemarken rijk is. Varen kun je dat nauwelijks noemen.
Ze had een vast schema van (ik dacht) drie dagen op, twee dagen af.
Toen we daar zo zaten, pakte ze een pen en begon in een klein zakagenda’tje te noteren welke dagen ze de komende tijd vrij was. Ze trok het blaadje er uit en gaf het aan mij.
Na nog geen half uur was ze weer zo ver en was ik weer aan de beurt. Ik wist niet wat me over kwam. Gelukkig beschikte ik toen over meer mogelijkheden dan nu. Hoewel ik me enige zorgen maakte over de frequentie waarmee zij van mij een prestatie verlangde, dacht ik toch bij mezelf; 'Zit ik even op rozen'! En dat is ook zo, want we kwamen tamelijk vaak in Fredericia.

Ik weet nog hoe jaloers m'n maats waren. Ik heb haar ooit nog eens, vanuit Engeland, een kaartje gestuurd en ook antwoord gehad. Haar naam weet ik niet meer, maar het begon met Kj. of zoiets, in elk geval zo'n typische Deense naam.
Een beetje schandalig, want ik ben zeker vier of vijf keer bij haar geweest. Gek is dat de naam van die buurvrouw, die iets met een Duitser had, wel heb onthouden. Die heette Aase.
Dat ik de uitverkorene was, heeft waarschijnlijk alleen maar als reden dat ik gewoon op dat moment voorhanden was en dus het snelst in bed te krijgen was. Hoewel, van een bed kan ik me niets herinneren. Het was altijd op de bank.
Natuurlijk zat ze heus niet op mij te wachten, zoveel verbeelding heb ik ook weer niet. Ze zal ongetwijfelt nog wel enkele andere liefhebbers hebben gehad, misschien wel een hele rij. Heb ik toen ook nooit bij stil gestaan of iets van gemerkt. Ik heb ooit hoeven wachten op m’n beurt. Ook aan boord van die veerboten zal ze zich wel niet verveeld hebben. Hoofdpijn had ze in elk geval nog nooit van gehoord.
Sinds een bepaald TV-programma mij enkele nymfomane vrouwen toonde, moet ik aannemen dat ze echt bestaan. Ik vermoed dat zij bij die uitzonderlijke buitencategorie hoorde. Ik moet er echter niet aan denken dat je zo'n vriendin of vrouw hebt.

Maar in, eigenlijk moet ik zeggen bij, Fredericia, heb ik nog iets anders mee gemaakt, iets dat minstens zo intrigerend was. Iets wat ik, jammergenoeg, ook nooit meer heb gemaakt. Dit is één van de weinige belevenissen die ik een beetje expliciet moet beschrijven, anders blijft er niets van over. Wie dat niet wil lezen, slaat het maar over en moet maar aan het volgende hoofdstuk beginnen. Wat was het geval?
Of het nu Pasen of Pinksteren is geweest kan ik niet meer zeggen, maar het was één van de twee. Het was de eerste keer dat we ‘Café Centralen’ gesloten aantroffen.
Ik ging m'n geluk beproeven bij m'n stewardess, maar die was er ook niet.
We vroegen een taxichauffeur die vlakbij ons een klant afleverde of hij wist waar een voor ons geschikt etablissement geopend was. Hij vertelde ons dat vanwege de feestdagen alles gesloten was. Dat was dus even slikken.
We waren al een eind richting haven gelopen toen ineens dezelfde taxi naast ons stopte. Hij zei dat hij zojuist iets via de mobilifoon gehoord had en ons daar wel naar toe wilde brengen. Maar niet kon beloven dat we ook naar binnen mochten.
Hij legde ons uit dat buiten de stad een hotel was waar de watersportvereniging haar jaarlijkse feest hield. Als we een beetje brutaal waren of ons gewoon van de domme hielden, moest het niet al te moeilijk zijn om binnen te komen.
Zo waren we even later toch nog onderweg naar iets wat wellicht beter zou zijn dan een avondje kaarten of slap lullen met je maats aan boord.
Dat dit een ‘once in a life time’ avond zou worden kon ik op dat moment natuurlijk nog niet weten. We stopten bij een vrij grote gelegenheid waar al veel auto’s stonden en ook mensen in en uit liepen. We rekenden af, gaven een flinke tip en kwamen, wellicht vanwege de grote drukte, zonder problemen naar binnen. Wat we binnen aantroffen was een grote zaal en een volle dansvloer. Er werd gedanst op de muziek van een levend orkest. Het leek wel op een bruiloft in Twente.
Nu was het zaak ergens te gaan zitten waar niet direct op zou vallen dat we er niet thuis hoorden. In een ver hoekje troffen we een tafeltje aan met vier stoelen, twee glazen en twee handtasjes, ideaal dus. We gingen zitten en wachtten af wat er ging gebeuren.
Na enige tijd was het orkestje uitgespeeld en stroomde de dansvloer leeg. De bij de handtasjes en de glazen horende wezens, dat had tenslotte van alles kunnen zijn, bleken er niet alleen zeer appetijtelijk uit te zien, maar waren bovendien van de juiste leeftijdscategorie. Jonge meiden dus, ik schat nu begin twintig. Onbegrijpelijk eigenlijk dat ze nog alleen zaten.
Na enige aarzeling vertelden we, wie we waren en hoe we er terechtkwamen. Ze bleken onze inventiviteit wel grappig te vinden en zouden ons zeker niet verraden. Integendeel we raakten heel leuk aan de praat.
Omdat het enorm druk was en er dus geen hoge eisen aan mijn danspassen werd gesteld, ging ik ook af en toe de dansvloer op. Eenmaal op het parket werd ik helemaal bevrijd van het gevoel dat ik moest dansen. Ook zij gaf er al gauw blijk van meer behoefte te hebben aan intiem schuifelen dan aan dansen. Misschien kon zij er ook wel niets van, wie weet?
Van de blauwe maandag dat ik dansles heb gehad, had ik één ding goed onthouden. M'n dansleraar zei altijd; 'Je moet een eenheid vormen met je partner'! Nou dat waren we zeker, een eenheid. Om kort te gaan het leek wel of we de opdracht hadden van twee lichamen één te maken.
By the way, die danslessen heb ik voortijdig afgebroken, nadat ik een keer met zo'n dikke Trien ben gevallen tijdens de Weense wals. Eigenlijk was het nog erger, ik kwam onder haar terecht.
Nu waren er zoveel mensen op de dansvloer dat het helemaal niet opviel dat we maar één hand ter beschikking hadden om nog enigszins een danshouding aan te nemen. Ze zat gewoon tegen m'n been aan te rijden en ik bij haar. Niet normaal gewoon. Over dirty dancing gesproken. Ik weet niet waar die film over ging, maar ik vermoed over iets waar wij toen mee bezig waren.
Ik weet nog dat ik dacht, droom ik misschien? En met m'n stewardess in gedachten, zouden dan alle meiden in Denemarken zo zijn?
Tussen het dansen zaten we gezellig heen en weer te praten aan ons tafeltje. Die meiden spraken, zoals gewoonlijk in Scandinavië, uitstekend Engels. Zeker zo goed als ik het toen deed.
Plotseling kwam er echter een kink in de kabel, niet met die meiden maar tussen mij en m’n maat. Ik heb het steeds over ons en we, maar ik heb nog niets over hem verteld. Het was een lange rooie Hagenees. Hij voer aan dek, ik geloof als matroos onder de gage. Op een gegeven moment begon hij, tegen mij alleen overigens, te snoeven over z'n ervaringen op een bananenjager en de reizen naar Colombia.
Hij liet me weten, alsof hij een mop vertelde, dat hij eens kans gezien had om eens voor twee boterhammen met een meisje naar bed te gaan. Ik had toen mijn ervaringen in Brazilië al gehad en legde hem uit hoe ik over hem dacht en dat was niet mild. Daar werd hij zo boos over dat hij kwaad wegliep.
Daar zaten we dan met ons drieën. Zonder het voorgevallene precies te omschrijven heb ik uitgelegd dat we mot hadden gehad en hij was afgetaaid. Op een gegeven moment werd het laatste optreden van het orkest aangekondigd. Die dans hebben we laten schieten, omdat er plotseling een ander probleem moest worden opgelost. Namelijk hoe de dames naar huis kwamen.
Achteraf heb ik vaak gedacht dat het allemaal deel heeft uitgemaakt van het complot dat ze gesmeedt hadden. Weet ik veel wat die bespraken als ze weer eens zo nodig, en altijd met z'n tweeën, naar het toilet moesten?
Om het kort te sluiten, mij werd gevraagd of ík ze niet naar huis kon rijden. Dit, omdat één van de twee (die ik maar voor het gemak, ‘de mijne’ noem, jammergenoeg ben ik beide namen vergeten) de auto van haar vader geleend had, maar vanwege de geconsumeerde drankjes niet meer naar huis durfde te rijden. Maar bedacht ik, ik heb niet eens een rijbewijs! Ik nam als we in bijvoorbeeld in Rotterdam waren regelmatig 2 of 3 uren rijles achter elkaar. Van afrijden kwam steeds niets omdat ik nooit thuis was. Nou ben je natuurlijk een ongelofelijke oen als je het op zo'n moment laat af weten. Ik stelde me immers nog wel wat voor van die avond, want daar had ze immers voldoende aanleiding toe gegeven. Dat zijn natuurlijk wel van die situaties waarin je je als jongeman onverantwoordelijk gaat gedragen.
Ik was geen uitzondering en dus zei ik, hoewel ik natuurlijk ook gedronken had; ‘Of course, no problem’!
Zo vertrokken we richting huis van 'mijn' meisje. Vraag me niet waar dat was, want daar ben ik nog steeds niet achter en ik zal het ook nooit weten. Wel begaf ik me steeds verder van Fredericia vandaan, en verder dan goed voor me was. Maar wie maakt zich daar, in de gegeven omstandigheden, nu druk over? Dat is van latere zorg.
Ze bleek ergens buitenaf in een groepje van misschien 10 bij elkaar, maar losstaande, huizen te wonen. Mij werd gevraagd om ongeveer 100 meter voor het huis waar zij woonde te parkeren. Anders zouden haar ouders misschien wakker worden en dat wilde ze niet.
Natuurlijk zat ik me onderweg al af te vragen wat mijn positie zou zijn als we eenmaal bij haar huis waren. Misschien zouden ze gewoon zeggen; ‘Nou hartstikke bedankt hoor lieverd! Je moet die kant op'!
Maar die onzekerheid duurde niet lang. Ze stapte uit en zei dat ze thuis even sleutels moest pakken. Even later zei het andere meisje dat nog bij mij in de auto zat, dat wij ook maar uit moesten stappen. De auto kon ik hier wel laten staan. We liepen richting het huis en even later kwam de mijne alweer naar buiten en wenkte ons mee te komen. We liepen met ons drieën langs het huis en ze beduidde ons zachtjes te doen. Even later, op twintig of dertig meter afstand, doemden uit het donker de contouren van nóg een huis op.
Van dat huis had ze de sleutels gepakt. Het bleek een vakantiehuis te zijn dat in de zomer verhuurd werd. Dit schrijvende bedenk ik me dat het dus wel Pasen zal zijn geweest, want het was immers nog niet verhuurd.
We gingen naar binnen en kwamen in een eenvoudige kamer. Ze vroeg wie er zin in koffie had. Ik dacht bij mezelf alles beter dan alcohol in mijn situatie. Want natuurlijk had ik de hoop om onder of op haar lakens terecht te komen niet opgegeven. ‘Graag’, zei ik dus!
Intussen probeerde ik de steeds veranderende uitzichten die ik had, op de juiste wijze te taxeren. Gezien het gedrag van ‘mijn’ meisje eerder die avond, kon het bijna niet mis gaan. Maar vrouwen zijn wispelturige en soms moeilijk in te schatten wezens.
Dan kan, afhankelijk van allerlei invloeden en stemmingen, van ja lekker, zo veranderen in nee, niet doen! Wat moest die vriendin hier bijvoorbeeld nog? Waarom hadden we die niet gewoon thuis afgezet? Hier had ik geen duidelijkheid over. Misschien woonde ze te ver weg, misschien hadden ze tevoren al afgesproken dat zij hier zou overnachten.
Prangende vraag was echter wanneer zou zij van het toneel verdwijnen. Had die meid niet in de gaten dat ‘three a crowd’ was in zulke omstandigheden? Blijkbaar niet, want wat er ook gebeurde zij maakte absoluut geen aanstalten om af te nokken. Later heb ik me gerealiseerd dat die twee het allemaal van tevoren bekokstoofd moeten hebben. Maar hoe kon ik, simpele ziel die ik nog was, dat bevroeden? Later zou blijken dat die meiden op sexgebied toen al een stuk verder waren dan ik. Sterker nog, ze waren toen al verder dan ik ooit zou komen. Hoe dan ook, we zaten daar met z'n drieën gewoon wat na te praten.
Tot op een gegeven moment ‘de mijne’ zei, ‘It’s time to go to bed now’!
Ik dacht het uur van de waarheid is aangebroken. We begaven ons naar een slaapkamer naast de woonkamer. Het was een soort bungalow, dus alles was gelijkvloers. We waren met ons drieën in de kamer en ik wachtte, helemaal niet op m'n gemak, de ontwikkelingen af. Het probleem was dat ik zelf niet het initiatief kon nemen. Zo’n held was ik toch al niet, maar nu was ik helemaal afhankelijk van die twee.
Eenmaal op de slaapkamer zei ze, hier slapen we en ze wees op een tweepersoons bed. Maar ze zei het op een manier alsof ze nog na lachte over een grap die haar net verteld was. Ik dacht bij mezelf, we? Wie zijn dat? Voor de duidelijkheid, de conversatie ging uiteraard in het Engels.
Vaak is het een nadeel een vreemde taal te moeten spreken, maar soms kan het ook een voordeel zijn. Zoals in dit geval. Het werkt namelijk erg ontremmend.
Ik bedoel, in je eigen taal is alles wat je zegt zo echt, er is geen interpretatie probleem. Voor geen van drieën was Engels de eigen taal en dan zeg je dingen toch gemakkelijker. Misschien hadden zij er sowieso geen probleem mee, maar ik wel.
In een vrijblijvend en lacherig sfeertje zei ze plotseling zoiets als; ‘You fuck me and you fuck her too!’ Het werd gevolgd door een soort hikkerig hi, hi, hi. Toen het tot me doordrong wat ze gezegd had, dacht ik eerst dat het een grapje was. Maar al gauw zou blijken dat ze wel degelijk serieus waren.
Zowel verwarring als opwinding maakte zich van mij meester. Ik geloof dat ik ook nog een rooie kop kreeg, want alles gloeide intussen aan me. Terwijl bij mij de verwarring en de opwinding nog om de hoogste eer vochten, werd ik letterlijk, maar op een speelse manier, overvallen door de twee. Ik kreeg dus helemaal geen tijd om me zorgen te maken over wat ik moest doen, die twee namen het heft in handen. Dat maakte alles wel een stuk simpeler.
Vóór dat iemand bij z'n positieven kon komen en de situatie, voor mij althans, pijnlijk zou worden, ontstond een speelse stoeipartij waarbij ik natuurlijk geacht werd het onderspit te delven. Ik gaf me dus over, terwijl die twee al waren begonnen me uit te kleden. Een paar minuten later hadden ze me, op m'n overhemd en stropdas na (ja, ja zo'n ding had ik toen nog om, als we gingen stappen), ontdaan van alles wat ze kon hinderen bij hun snode plannen.
Wat wás ik blij dat ik niet veel gedronken had. Ik kan me weinig dingen bij een man voorstellen die pijnlijker zijn dan falen in een dergelijke situatie. Zoals ik vele jaren later wel eens heb moeten ervaren.
Ik wist toen al een tijdje dat alcohol een zeer negatieve invloed had, bij mij althans, op het al dan niet verkrijgen van een stijve en vooral op het behoud daarvan. Ik had dus vanaf het moment dat zij zich zo wulps gedroeg daar al rekening mee gehouden en heel weinig meer gedronken.
Het vreemde was dat van de aanvankelijke gêne, niets meer over was en zeker niet bij die twee.
Omdat ik nog steeds op m'n rug lag, zette de ‘mijne’ zich zonder mij iets te vragen op m'n lul en begon, aanvankelijk langzaam, te bewegen. Het andere meisje trok vlak bij m'n gezicht haar pruim open. Maar, geloof het of niet, ik had geen flauw benul wat ze van me verlangde. Het was nog erger, eerst probeerde ik me door m'n hoofd terug te trekken aan haar flamoes te ontkomen.
Vandaag de dag zal vrijwel elke jonge man van de leeftijd die ik toen had, vierentwintig ruim, zich kapot lachen, om zoveel onbenulligheid. Maar ik wist écht niet wat er van me verwacht werd. Ze werd echter ongeduldig, want het duurde niet lang of zij nam zelf het initiatief door met haar kut gewoon op m'n mond te duwen. Al had ik gewild, ik kon toch niet meer achteruit.
Vanaf dat ogenblik trachtten ze allebei, ik zou bijna zeggen ten koste van mij, een hoogtepunt te bereiken. Zo maakte ik kennis met wat ik later, zoals elke Nederlander intussen doet, beffen zou gaan noemen. Dat woord kende ik toen nog niet, wij noemden dat (terecht of onterecht) minetten. Dus, stel ik achteraf vast, ik had er al weleens van gehoord.
Maar tussen kennis van het begrip hebben en het in de praktijk brengen er van, ligt een wereld van verschil. Omdat m'n uitzicht zich tot nul beperkte, kon ik absoluut niet zien wat ze verder nog deden. Ik voelde wel dat die andere, de ‘mijne’ dus, steeds sneller ging bewegen. Gelukkig werd m'n concentratie zo in beslag genomen door het werk dat het dichtste bij was, dat ik niet te vroeg klaar kwam. Het is algemeen bekend dat veel vrouwen moeite hebben een orgasme te bereiken. Nou deze twee niet, die kwamen meerdere keren.
Het meisje dat ik likte kwam, ondanks het feit dat ze later begonnen was, het eerste klaar. Toen ze van me 'afstapte' was de andere nog bezig. Nu ik weer vrij uitzicht had, stelde ik met gemengde gevoelens vast dat het gebefte meisje zich omgedraaid had en de mijne begon te tongzoenen. Dat had ik ook nog nooit gezien. Het zal echter het andere meisje wel gestimuleerd hebben, want even later werden haar bewegingen langzamer om tenslotte helemaal weg te ebben.
Wat heel vreemd was, was het feit dat ik me er nauwelijks bij betrokken voelde. Dat klinkt gek, maar toch was het zo. Het leek wel of m'n status die van toeschouwer was, wel aanwezig, maar geen partij.
Daar kwam echter al gauw verandering in. Terwijl ik even lag uit te blazen, trok het meisje dat ik zojuist gebeft had, me op zich. In een gewoon spelletje missionaris kwam ze nog een keer.
Hoe vaak heb ik later niet gewenst, wat dat betreft, een vrouw te zijn. Wat een mogelijkheden biedt een vrouwenlichaam wel niet?  Waarom heeft de natuur de verkeerde sekse de meeste mogelijkheden gegeven? Immers, op z'n minst tweederde van de vrouwelijke wereldbevolking heeft niets te vertellen in bed. Doodzonde! Van het derde deel dat overblijft heeft het overgrote deel geen navenante behoefte. Behalve misschien in Brazilië.
Wel schijnt er enige beweging in te zitten bij jonge vrouwen die, net als mannen, lust en liefde beter kunnen scheiden. Misschien komt dat ook wel omdat mannen iets meer inzicht krijgen in de behoeften van vrouwen en bereidt daar meer en meer rekening meehouden.
Gelukkig kon ik mezelf ook toen al goed in bedwang houden, zodat ik m'n kruit niet vroegtijdig verschoot.
‘Mijn’ meisje, dat zag dat m'n snikkel het hoogtepunt van haar vriendin overleefd had, vond toen dat de tijd gekomen was om hetzelfde bij haar te doen. Ik werd ook een beetje ondernemender en beduidde haar voorover op de knieën te gaan zitten. Van achteren vond ik toen al een prettiger standje dan dat wat de natuur blijkbaar in eerste instantie voorschrijft. Zo'n lekkere meidenkont waar je je zo lekker tegenop kunt duwen, dat was je van het.
Nu liet ik me ook gaan, of dat helemaal naar de zin van de twee was weet ik niet. Ze hebben zich in elk geval niet beklaagd. Het duurde dan ook niet lang dat ik, nadat ik er voor gezorgd had dat zij eerst kwam, ook de muziek hoorde. Ik weet niet hoe dat bij andere mannen is, maar als je je zolang hebt moeten inhouden, is er van een echt fortissimo geen sprake meer. Maar dat moet je maar over hebben voor zo'n bijzondere belevenis.
Ik was in elk geval tamelijk trots op mezelf, omdat ik me, na het verwarrende begin, zo goed gehouden had. Ik vond dat het nu tijd was voor een echte time out, compleet met een weduwe, die rookte ik toen ook al.
Zo niet die meiden. Terwijl ik naar m'n colbertje zocht waar m'n shag in moest zitten, zag ik dat ze nog niet van plan waren de pijp aan Maarten te geven. Eigenlijk schrok ik me te pletter bij wat ik zag en opnieuw wist ik mezelf geen raad met m'n houding.
Dat hoefde ook helemaal niet, want ze negeerden me volkomen. In een klassieke ‘negenenzestig houding’, hadden ze alleen maar aandacht voor elkaar. Tot m'n ontsteltenis schoot me te binnen dat in de flamoes van de ‘mijne’ zich ook nog mijn sperma moest bevinden. Ik had immers niet de moeite genomen om daar een andere plek voor te zoeken. Blijkbaar lag die ‘andere’ daar minder wakker van als ik.
Ik moet toegeven dat, wanneer je zoiets niet dagelijks meemaakt, het wel even wennen is. Later hoorde en las ik natuurlijk dat het ook weer niet zo bijzonder is, maar toch. Zeker toen! Vooral de onbevangenheid waarmee zich alles afspeelde, verbaasd me nu nog. Voor mij bleef het jammergenoeg bij die ene keer dat ik zoiets meemaakte. Trouwens bestond toen de pil al?

Ik me heb wel eens afgevraagd hoe het zou zijn gegaan als die meiden niet zo vrijmoedig en geil waren geweest. Als ík het initiatief had moeten nemen. Met één van de twee ja natuurlijk, dat was normaal. Maar met beiden? Ik vrees het ergste. Zover ging m'n fantasie en zeker m'n initiatief destijds niet.
Als ik niet de grootste moeite heb moeten doen om tegen het ochtendgrauwen van dáár waar ik me bevond, weer naar Fredericia te komen, had ik zelfs kunnen denken dat het allemaal een droom was geweest. Ik ben niet blijven slapen, dat had alleen maar complicaties met die ouders kunnen opleveren.
Ik heb dus afscheid genomen, ze hebben me uitgelegd waar ik een telefooncel kon vinden, ben daar naartoe gelopen en heb een mini-taxi besteld. Dat waren Simca 1000's, van die vierkante bakjes en een stuk goedkoper dan gewone taxi’s. De chauffeur liet me vooruit betalen. Ik liet me voor de kronen die ik nog had, zover mogelijk richting Fredericia brengen. Toen het geld op was stopte die hufter midden tussen de weilanden en liet me uitstappen. Op mijn verzoek om door te rijden en aan boord af te rekenen wilde hij niet ingaan. Niet helemaal onbegrijpelijk. Later was ik zelf taxichauffeur en ik weet niet of ik het wel zou hebben gedaan. Wrang en kinderachtig was echter dat hij niet draaide en terugreed waar hij vandaan kwam, maar dezelfde kant op reed als ik ook moest. Dat was wel lullig. Dat zou ik niet gedaan hebben. De resterende kilometers heb ik moeten lopen en geloof me dat was nog een heel eind. Ik was pas om uur of negen aan boord, nog net op tijd om me over de restanten van het ontbijt te ontfermen. Het was Tweede Paasdag dus ik had vrij en ging, met een voldaan gevoel, pitten.

Dat het niet altijd rozengeur en maneschijn was, blijkt uit het volgende, vrijwel tegenovergestelde gebeuren, dat zich in Engeland voordeed. Schiet me ineens te binnen.
Het was in West Hartlepool. Daar gingen we een paar keer naar een pub, waar het heel gezellig was. Of dat nu nog gebeurd in Engeland weet ik niet, maar je had dan zo'n volle pub waar iemand zich achter de piano zette en populaire liedjes ging spelen. Iedereen kende die liedjes natuurlijk en dús zong iedereen mee. Je kon ook om verzoeknummers vragen.
Op een gegeven ogenblik komt één van de jongens bij me en zegt dat hij een afspraakje had met twee meiden of ik zin had mee te gaan. Daar zei ik natuurlijk geen nee tegen. Dus wij bij die meiden aan tafel. Even later hebben we afgerekend en zijn, met een onduidelijke bestemming, weggegaan.
Eenmaal buiten bleek het meisje waar ik mee was, spijt te krijgen van het feit dat ze was mee gegaan. Ze vertelde me dat ze helemaal niet zo was. Ik hoor het haar nog zeggen in het Geordie accent dat ik nog van de Anjan kende. Ze zei; ‘I’m not like that!’ Hoe ze wel was zei ze er niet bij. Maar dat is natuurlijk flauw, ik begreep best wat ze bedoelde.
Hoe dan ook die andere twee verdwenen uit zicht en wij bleven met ons tweeën achter. Ze wilde van niets meer weten. Hoe ik ook probeerde haar gerust te stellen, te zeggen dat ik niets van haar wilde dat zij zelf niet wilde. Niets hielp. Zelfs op m'n voorstel om gewoon naar een bioscoop te gaan, wilde ze niet ingaan. Ze was helemaal in paniek. Ik weet niet meer hoe we precies uit elkaar zijn gegaan, ik geloof dat ik haar heb teruggebracht naar de pub. Voor mij was de lol er in elk geval af. Ik ben aan boord gegaan.

De volgende morgen, toen ik m'n maat sprak, werd me een en ander duidelijk. Die andere meid, had hem zo ongeveer de sekshemel op aarde beloofd. Wat ertussen die twee gebeurd is weet ik niet, ik kan me in elk geval er niets van herinneren, dus het zal wel niets bijzonders geweest zijn, anders had hij er wel in geuren en kleuren over verteld. Maar mijn avond was in elk geval naar de knoppen.

Op de Caltex Delfzijl, sliepen we met twee man in een hut. Mijn hutmaat was de pompman. Toevallig ook een,  (ex-)Enschedeër. De enige stadsgenoot waarmee ik ooit op hetzelfde schip zat.
Het feit dat wij onder elkaar Twents spraken, veroorzaakte veel hilariteit in de mess. Maar dat kon ons niet schelen. Hij was al jarenlang getrouwd met een Haagse en woonde daar ook. In tegenstelling tot de bootsman, was hij geen stapper dus zag ik hem alleen aan boord.
Het nare aan hem was dat hij, altijd direct nadat hij wakker werd, een Weduwe opstak. Omdat ik in de bovenkooi sliep, kwam alle opstijgende rook bij mij terecht, wat ik niet leuk vond. Ik kan me dan ook goed voorstellen hoe een niet-roker zich voelt in een kamer waarin anderen zitten te paffen.
Hoewel ik hem bijna een halfjaar als hutmaat had, bleek hij mij een jaar of tien later toch niet meer te herkennen. Ik was toen taxichauffeur en reed op een bepaald moment door de Ypkemeulestraat in Enschede. En wie zag ik daar, stevig gearmd met z'n Haagse eega, lopen? Juist m'n ex-hutmaat.
Ik stopte vlak naast ze en riep z'n naam, die ik inmiddels vergeten ben. Hij keek me aan alsof hij de koning van Egypte voor zich had en gaf geen enkele blijk van herkenning. Ik zei; “Joh we zaten samen op de Caltex Delfzijl, als hutmaats”! Ondanks deze hint bleef hij ontkennen dat hij mij ooit eerder had gezien. Hij was het wel, want toen ik vroeg of hij op dat schip gevaren had, beaamde hij dat. Bovendien zo'n kop als hij had, waar waarschijnlijk eens een Haagse tram overheen gereden was, had niemand. Ik kon me gewoon niet vergissen. Ik vertelde dat ik nog bij hem thuis was geweest. Hij woonde in één van die vele straten die naar plaatsnamen in Nederland zijn vernoemd. Pijnlijk en gênant dacht ik, terwijl ik m’n Mercedes weer de sporen gaf.

Op dit moment schrijf ik maar een beetje op wat zo spontaan naar boven komt. Bijvoorbeeld dat ik nog naar een voorlichtingsbijeenkomst ben geweest voor computerprogrammeurs. In 1962!! Dat was naar aanleiding van een grote advertentie in de krant en de infodag werd gehouden in het Hilton in Rotterdam.
Daarvoor moest ik vrij nemen, want we waren onderweg van Zweden naar Europoort, maar zouden daar niet op tijd zijn. Omdat ik toch dagdienst had, vroeg ik of ik in Kiel van boord mocht om in Europoort weer op te stappen. Dan kon ik met de trein naar Rotterdam gaan en op tijd voor de bijeenkomst zijn. Dat mocht.
Zo gezegd, zo gedaan. Jammer genoeg was ik van het hele nacht in een trein rondhangen zo moe geworden dat ik vrijwel alleen maar heb geslapen tijdens de bijeenkomst. Eerst zat ik alleen maar te knikkebollen en schrok steeds juist op tijd weer wakker. Maar toen ze het licht uit deden en dia’s gingen vertonen werd het me te veel.
Ik werd pas weer wakker toen het licht weer aanging en mensen om heen in beweging kwamen. Kort daarna hoorde ik ook nog dat je minstens MULO moest hebben om tot de cursus te worden toe gelaten. Ik dacht verdomme, alles voor de kat z'n kut.
Ik informeerde nog eens hoe dat precies zat. Toen bleek, dat ik, wanneer ik een bepaalde test deed en daar voor slaagde, ook zonder dat onbenullige papiertje de opleiding mocht volgen. Ik moest dus met een aantal anderen, die ook van het juiste educatieve pad waren afgeweken, in een apart zaaltje. Daar werd ons de test afgenomen. Ik slaagde en heb dus de kans gehad om tot de eerste generatie Nederlanders te behoren die met computers vertrouwd werden gemaakt.
Maar ja, ik denk dat de drang om nog wat van de wereld te zien en van m'n vrijheid te genieten, groter is geweest. Ik heb het in elk geval niet gedaan en moet nu vrijwel dagelijks ondervinden hoe lastig het is dat ik onvoldoende verstand van computers heb.
Ik zat ook op de Caltex Delfzijl toen de zelfmoord(?) van Marilyn Monroe bekend werd gemaakt. Ik hoor het de kok, terwijl hij zo handig met één hand een ei brak, nog zeggen. Vanuit onze kleine mess keek je namelijk zo in de kombuis en de kok was nogal een prater.
Een schip vaart doorgaans met de stuurmachine, automatische piloot klinkt bekender denk ik. Dat is een machine die hydraulisch wordt bediend en zorgt dat het roer steeds zo staat dat een schip in de juiste richting blijft varen. Handbesturing middels het bekende stuurwiel gebeurde alleen als er geen vaste koers voorlag. Bijvoorbeeld op rivieren, druk bevaren routes zoals het Kanaal, of als je tussen allerlei eilanden door moet. Dat laatste was bij de Delfzijl, die hoofdzakelijk op kleinere havens voer, natuurlijk vaak het geval.
Eens op een dag, dat deed ik wel vaker, bij een zondag op zee bijvoorbeeld, nam ik een kijkje op de brug. De eerste stuurman had wacht en dat was een bijzonder prettige man. We zaten ergens in de Grote Belt, tussen de eilanden Fyn en Sjæland. Op een of andere manier kwam het besturen van een schip ter sprake. Ook weer niet zo verwonderlijk als je op de brug staat, maar toch. Hij zei, dat ik het wel eens mocht proberen.
Dus werd de matroos van de wacht afgelost door een lid van het zwarte koor. Ik had al gauw in de gaten dat ik alles wat ik tot dan toe over sturen wist, zoals fietsen, brommers, auto’s, moest vergeten. De ene auto stuurt directer dan de andere, maar zelfs met de meest indirecte auto is een schip niet te vergelijken. Als je aan het stuurwiel draait, gebeurt er in eerste instantie gewoon niets. Tot dat je, zo'n tien to vijftien seconden later, er achter komt dat je veel te veel hebt gedaan.
 

Vlak voor en boven me, hing een apparaat dat met graden de koers aangaf die we op dat moment voorlagen. Doemde er nu iets voor ons op, waarvan het de bedoeling was we het niet zouden raken, dan kreeg ik van de stuurman opdracht om een andere koers te gaan varen. Bijvoorbeeld 182, ik noem maar wat. Stond dat ding dus op 170, dan moest je dus inschatten hoeveel je aan het wiel moest draaien om  op 182 uit te komen. De eerste keren dat ik bij moest sturen, onderschatte ik het effect van wat ik deed. Dus als ik dan naar de meter keek en afwachtte wat er gebeurde, liep dat kreng gewoon over de 182 heen naar bijvoorbeeld 190 of nog erger. Dus moest ik weer terug, wat ik dan ook weer niet goed inschatte. Kortom het was nog niet direct een succes. Het leek wel of er een dronkeman aan het sturen was. Na verloop van tijd ging het echter beter. Ik denk dat ik een uurtje of zo gestuurd heb. Toch een interessante belevenis.

In die tijd heb ik ook m'n rijbewijs gehaald. Als ik in Nederland was, meestal in Europoort of De Botlek, dan belde ik een willekeurige rijschool in Rotterdam en vroeg om bijvoorbeeld 3 rijlessen achtereen op een middag. Na een tijdje heb ik, in Enschede uiteraard, examen aangevraagd. Hoe dat allemaal in z'n werk ging weet ik niet meer, maar op een gegeven moment kreeg ik een mededeling dat ik, wanneer ik met verlof thuis was, in overleg met examinator zo en zo, kon overleggen wanneer ik wilde afrijden. Hoe dan ook, ik koos een maandagmorgen uit en ben in één keer geslaagd. Ik heb trouwens ook nog een paar rijlessen gehad in Enschede.