De 1e reis van de Zwarte Zee (4) 1963-1964

De Zwarte Zee 1963

Geboren in Vlaardingen, een echte vissersplaats aan de Nieuwe-Waterweg ging ik meestal op Zondag bij mijn vader voorop de fiets langs de haringloggers gemeerd in de Koningin Wilhelmina haven te Vlaardingen. Een oom van mij voer op de visserij en bracht meestal wel een flink portie zee kaak mee, hadden we als kind wat te knabbelen, lekker met boter en suiker.

Na het rondje haringloggers gingen we dan meestal naar de rivier en keken naar de zeeschepen die aan en af voeren, het was toen heel erg druk met koopvaardij, olietankers en haven sleepboten die altijd druk heen en weer voeren.

Jaren later, ik was tien, elf jaar oud wist ik al wat ik ging doen, ik wilde visserman worden. Korte tijd later stapte mijn oom over van de visserij naar de zeesleepvaart en maakte als runner verre rijzen en luisterde ik aandachtig naar de spannende verhalen over verre vreemde landen, en het werken op zee.  Als een blad aan een boom draaide ik om toen ik een keer samen met buurjongen Jan in Maassluis kwam en daar enkele zeeslepers langs de kade zag liggen. Een dag die ik nooit vergeet was in Juli 1961 in de grote schoolvakantie. De sleepboot Poolzee lag in de haven en de bemanning was bezig met provianderen, een drukte van jewelste. Zullen we effe meehelpen vroeg ik brutaal, en direct kregen wij beide een groot blik koffie in de armen gedrukt, breng ze maar bij die kanenbraaier (kok) beneden in de stores. Al gauw wisten we de weg op de Poolzee en hielpen de bemanning tot alles aan boord was.

Er liep heel wat volk aan boord, mensen voor de machinekamer, en mensen voor allerlei zaken die aan dek gedaan moesten worden. Het bleek dat de Poolzee ging proefvaren die dag voordat ze de reis op ging. Wat doe je dan als jongetje die ook op een sleepboot wil gaan varen, je vraagt aan de kok, “meneer, mogen we mee varen”. Natuurlijk kon dat.  “Als jullie maar wel afwassen als we erwtensoep hebben gegeten” werd ons gezegd. De trossen werden losgegooid en met behulp van een havensleepboot (of het Maassluisje) verlieten we de haven van Maassluis op weg naar Rotterdam.

Ons werd verteld dat we door de Ring gingen om de Poolzee mijnenvrij te maken en om het kompas te stellen, lagen er dan nog mijnen op zee, wisten wij veel dat er af en toe nog wel een opgehaald werd door een visserman.

We kwamen in de Waalhaven en met als kop boot een sleepboot van de rooie dienst gingen we door de ring en stelde ook het kompas, gelegen aan een duckdalf ergens in de haven. Daarna gingen we proefvaren en passeerde we Schiedam, Vlaardingen en Maassluis, voor de eerste keer op een zeesleper, was dat nog wat. De soep werd opgediend voor de hongerige mensen aan boord, en de koksjongen vond het wel erg geslaagd dat wij de afwas deden in een teiltje met warm water, lekker ouderwets toen nog.

We voeren tussen Maassluis en Hoek van Holland toen we het passagiersschip Nieuw-Amsterdam tegen kwamen, zij kwam net uit New York met een lading passagiers.

Er werd druk gefotografeerd vanaf de Poolzee, maar ook vanaf de Nieuw-Amsterdam die hoog boven de Poolzee uit toornde. (Enkele jaren geleden kwam ik een foto tegen van de Poolzee die toen is genomen vanaf de Nieuw-Amsterdam).

 Op een gegeven moment passeerden we Hoek van Holland en voeren de Noordzee op, gelukkig was het schitterend mooi weer met geen zuchtje wind, en de Poolzee dobberde zacht op het beetje deining wat er stond. Wij vonden het natuurlijk helemaal prachtig, voor het eerst op zee, ik had thuis wel wat te vertellen natuurlijk.

 Na en paar mijltjes buitengaats ging kapitein Piet Tange rond en richting Maassluis waar we om een uur of vier afmeerde aan de kade. Na bedankt te hebben dat we mee mochten varen pakten we onze fietsen die bij de portier van het Smit opslagterrein stonden. Het was een geweldige dag geweest en thuis konden ze hun oren niet geloven wat we hadden uitgespookt.

Hetzelfde geintje haalde we nog een keer uit in Oktober of November datzelfde jaar maar dan op de sleepboot Schelde met als gezagvoerder Jaap Slotboom. We zijn toen niet mee gevaren tot op de Noordzee, maar op weg daarnaartoe voor Maassluis aan boord gestapt van het Maassluisje met enkele bankwerkers, het was toen al een beetje laat in de middag en behoorlijk briezerig. Maar goed ook want het was volgens mij echt wel iets om zeeziek te worden, dat zou misschien wel later komen, als ik echt ging varen, ik moest nog even wachten tot mijn eerste echte reis zou beginnen.

         De Poolzee gezien vanaf de Nieuw-Amserdam.                                                               Coll. Ron                                

 

 

 

      De sleepboot Schelde.                                                                                               Coll. NSM

Het is inmiddels 1962 en voor dat ik 15 jaar wordt moet ik nog zeker tot November aan de wal blijven werken. Ik werk bij mijn vader op de melkfabriek Hollandia in Vlaardingen maar de zee trekt. Ik werk met de schoonvader van een kapitein op de Smitsvloot, Piet de Werker. Ik krijg regelmatig info dat er een nieuwe Zwarte Zee wordt gebouwd bij J&K Smit te Kinderdijk en de sleepboot zou dan in de vaart komen Maart/April 1963. Mij wordt de raad gegeven om dan ook te solliciteren begin 1963, misschien maak ik dan kans om op de Zwarte Zee te komen. Ik wacht af, intussen is men druk bezig met de afbouw van de Zwarte Zee.

                               De Zwarte Zee op de helling bij J&K Smit te Kinderdijk.     Coll. NSM                                               

 

Stuurboord hoofdmotor wordt geplaatst.

 

Voor de te waterlating.

  

Voor de kant in het ijs               Coll. NSM

 

Op een goede dag was het zo ver, het is 18 Maart 1963, met een pas verkregen monsterboekje in de achterzak ging ik solliciteren bij L.Smit & Co op het kantoor aan de Govert van Wijnkade in Maassluis en werd aangenomen, ik zou mijn eerste reis in de kombuis moeten varen als koksjongen, ik was toen 15 jaar jong.

Ik moest naar Rotterdam om medisch gekeurd te worden, kreeg enige injecties voor hele nare ziektes zoals typhus, cholera etc., werd doorgelicht, en ik was klaar om naar verre vreemde landen te varen.

Na enkele weken "bijwerken" op de sleepboten Ierse Zee en Elbe moest ik met enkele andere maten, met het Smitsbusje naar Kinderdijk, alwaar de Zwarte Zee aan de werf bij J&K Smit lag, een splinternieuw schip, ik had nog nooit zo'n grote, mooie zeesleper gezien terwijl ik toch zeer regelmatig in Maassluis langs de haven rondhing.

Maar er moest gewerkt worden, sjouwen met matrassen, stoelen, kommaliewant, pannen, potten, zeekaarten, de hele reut. Die dag werd ik ingedeeld in de kombuis, waar een chef-kok de scepter (of soeplepel) zwaaide, daarnaast was er nog een koksmaat en twee koksjongens (waarvan ik er dus één was). Met vier man in de kombuis werken, die in ieder geval groot genoeg was, zoals alles op dit schip.

Na enkele dagen daarmee bezig geweest te zijn, was de dag van vertrek aangebroken om richting Schiedam te varen, alwaar de Zwarte Zee afgemeerd zou worden bij de scheepswerf Gusto, om nog enkele laatste werkzaamheden aan boord te verrichten. De trossen werden losgegooid en we werden door enkele rivierslepers van de "rooie dienst" de rivier afgesleept richting Rotterdam.   

 Lekko trossen.        

          

          

We laten de werf achter ons en gaan op weg naar Schiedam.                                                   

Coll. NSM

 

We passeerden de "Hef "waar de wachtende mensen met belangstelling keken naar de krachtigste, en misschien wel de snelste, sleepboot ter wereld.

 Ik voelde me apentrots dat ik op dit schip mocht varen. Niet lang daarna arriveerden we bij de werf van Gusto te Schiedam, alwaar we afmeerden en tegen de avond weer naar huis mochten.

De volgende dag werden we weer om 08.00 uur aan boord verwacht.

                           

 

                                                          De Zwarte Zee passeert de Hef.                                        Foto De Sleeptros

 

 

 

Het is vrijdag 12 april 1963.

De Zwarte Zee gaat vandaag vertrekken voor de technische proefvaart. We krijgen heel wat mensen aan boord van de werf J&K Smit die aanwezig zullen zijn voor als er misschien dingen gebeuren met het schip, die niet gewenst zijn.

Om 09.00 uur ontmeren we, nadat de loods aan boord is gekomen. We stomen richting Noordzee om het schip uit te testen, de Zwarte Zee passeert voor de eerste keer Maassluis en blaast drie lange stoten als groet op haar misthoorn.

 

Hier passeert ze voor de eerste keer Maassluis                              Foto F.Stigter                             Coll.Ron

 

Een uurtje later passeren we het Noorder Hoofd en varen we op volle zee. Het weer is schitterend, dus geen zeezieken, zo gaat de schillenboer ook naar zee als hij dat had geweten.

 

Om 11.30 uur wordt de Europoort sleepboot Schouwenbank vastgemaakt die onze bakboordsleepdraad uitstoomt. De sleepwinch wordt getest op het vieren en weer inhalen van de sleepdraad, een zeer belangrijke zaak want onze sleepdraden hebben we nodig om centjes mee te verdienen natuurlijk.

Deze test loopt gesmeerd. De stoottouwenwinch wordt getest, ook zonder problemen. Daarna volgt de dek kraan, die de werkboot overboord zet en weer terug in de stoelen plaatst. Al met al een drukte van belang aan boord.

De Schouwenbank wordt vastgemaakt voor de winchtest, vieren en hieuwen van de sleepdraad.

           

 

Testen van de Sleepwinch.

Er worden natuurlijk anker en manoeuvreerproeven genomen. De Zwarte Zee draait op fullspeed rondjes tot je er duizelig van wordt, vooruit en achteruit, alles verloopt kennelijk naar wens.

Tegen het einde van de middag zit het proefvaren erop en stomen we richting Hoek van Holland, waar een groot deel van het werf-personeel weer van boord zal gaan. Aldaar aangekomen komt de Europoort sleepboot Steenbank langszij en neemt de mensen over om ze naar de wal te brengen. De Zwarte Zee gaat rond en we stomen de Noordzee weer op naar positie lichtschip Gallopper onder de Engelse kust, het is de bedoeling dat we daar de zogenaamde "gemeten mijl" gaan varen. Aldaar aangekomen gaan de "karren" van de Zwarte Zee op volle kracht vooruit en bereikt zij haar topsnelheid, 20 mijl per uur, (ong. 37 km. Per uur), het is toch wel een heel snel schip.

Na de snelheidsproeven stomen we weer richting Hoek van Holland, alwaar we zaterdagochtend vroeg aankomen. Rustig varen we de Nieuwe-Waterweg op en passeren om 06.45 uur Maassluis, waar de Zwarte Zee nooit zal aanmeren i.v.m. haar diepgang. Om 09.00 uur meren we af met behulp van twee havensleepboten (ze moeten ook wat verdienen) bij de werf Gusto te Schiedam.

Er moeten nog wat kleinigheidjes uitgevoerd worden, en het is ook de bedoeling dat er nog een nieuwe laag coating op het onderwaterschip wordt aangebracht. De wachtsman komt aan boord en wij gaan na dit zeer korte reisje naar huis om weekend te vieren.

Nog even in dok voor een nieuwe laag coating.

Na een weekend thuis te zijn geweest gaan we op dinsdag 16 april 1963 weer aan boord. Er wordt geproviandeerd, met een bemanning van 35 koppen en meestal elke dag wel wat mee eters, gaat er dagelijks een aardige hap voedsel door, voor ons in de kombuis is het dus flink doorwerken. Aan boord worden sloten koffie  gedronken, en er wordt gegeten als beren, wat een berg afwas voor ons jongetjes oplevert. De nog lopende werkzaamheden worden verricht en we zullen morgen verhalen naar Rotterdam. Het is woensdag 17 april 1963.We ontmeren om 12.00 uur en worden door sleepboten van de rooie dienst naar de Park kade in de Maasstad versleept alwaar we afmeren. Er zijn veel kijkers op de wal samengestroomd om 's-werelds sterkste en snelste zeesleper te spotten, al met al een gezellige drukte aan de kade.         De Zwarte Zee gemeerd aan de Parkkade te Rotterdam.

  Foto’s NN.

Donderdag 18 april 1963.

Om 09.50 komt de loods aan boord en we ontmeren 20 minuten later, om te vertrekken naar een locatie op de Noordzee, waar het schip zal worden over gedragen van de werf J&K Smit aan L. Smit & Co. Om 11.50 uur passeren we het Noorder Hoofd bij Hoek van Holland en komen even later aan op de positie waar de overdracht zal plaatsvinden, en waar ook de loods van boord gaat. Zoals gebruikelijk bij de overname van een nieuw schip, krijgt de loods een kruik Schiedamse heerlijkheid mee om op ons en ons schip te proosten, met de bemanning aldaar. Er wordt een toespraak gehouden, en nadat de matrozen van Roon en Smallegange de werf vlag voor de Smits vlag hebben verwisseld, word er een toast uitgebracht, en heft iedereen het glas champagne, op een behouden vaart voor onze Zwarte Zee. Onze bemanning wordt ook getrakteerd op de Schiedamse natte vreugde, en wel door de directie zelf.         Onderweg overdracht.

De loods gaat van boord met een flesje Schiedamse natte vreugde.                                             Coll NSM

De Smits vlag ligt klaar om gehesen te worden. v.l.n.r. C.van Roon en B.Smallegange

 

                              

Een toost wordt uitgebracht bij de overname van de werf.                           Coll. NSM

Met de Smits vlag hoog in top                                                                                                                     Coll.NSM

 

Directeur Viëtor gaat rond met de fles, proost op een behouden vaart mannen.

                                                             De Zwarte Zee, fullspeed.                                                        Foto F.Stigter

Na de overdracht, de Zwarte Zee op volle snelheid.                                                               Foto F.Stigter

 

 

Als dit feest achter de rug is gaat de Zwarte Zee volle kracht vooruit. Een mijl of wat voor ons varen de Ierse Zee (ex Zwarte Zee) en de Ebro (ex Hudson).

Wij stomen in hun richting en binnen niet al te lange tijd hebben we beide slepers ingehaald. De Zwarte Zee spuit voorbij de Ebro en de Ierse Zee, waar veel kijkers, fotografen en pers, aan dek staan. De Zwarte Zee laat zien wat ze kan, en stoomt na deze show weer richting Nieuwe-Waterweg.

 

 

          De Ierse Zee, de voormalige Zwarte Zee wordt gepasseerd door de “nieuwe” Zwarte Zee.

                   Er was heel veel belangstelling aan boord, zie het volle achterdek.

We passeren om 14.30 uur het Noorder Hoofd met de Smits kleuren in top, en zijn te 16.30 uur weer afgemeerd aan de Park kade met assistentie van 2 boten van de rooie dienst.

 

De Smits kleuren hoog in top stomen we voorbij Hoek van Holland.                                                  Coll. NSM

Vrijdag 19 april 1963 gaan we nog een keer naar zee met wat genodigden en andere mensen, die allen te maken hebben gehad met het laten varen van dit prachtige schip. Tegen het eind van de middag meren we weer af aan de Park kade, en gaan we naar huis. Het is weer weekend

Het is vandaag Dinsdag 23 april, we gaan een korte reis maken.

Er staat ons een zogenaamde show reis te wachten die ons gaat brengen naar Hamburg, (de thuishaven van onze concurrent Bugsier), Oslo en Londen. Een leuk reisje, speciaal voor ons jongetjes die zelden of nooit in het buitenland zijn geweest. Na nog een keer provianderen en de nodige party artikelen aan boord te hebben genomen, een biertje, borreltje en wijntje kunnen we gaan varen. Om 09.50 uur ontmeren we en gaan op weg., en om 11.10 uur wordt het Noorder Hoofd gepasseerd en te 11.25 uur passeren we de Indus boei. De log gaat overboord, we stomen Noorderlijk richting Hamburg.

 Woensdag 24-04

De volgende ochtend om 05.30 uur nemen we bij Brunsbuttel de loods aan boord en stomen de rivier Elbe op onderweg naar Hamburg. Om 09.00 uur komt de havenloods aan boord en te 09.30 uur liggen we gemeerd aan de kade. We blijven tot 12.00 uur aan de kade liggen en vele Oosterburen bezoeken ons schip, ze kijken hun ogen uit en denken misschien 'jammer dat ze niet voor Bugsier vaart'. Om 12.15 uur is het weer voor en achter en vertrekken we met een grote groep Duitsers voor een vaartocht over de rivier Elbe. Om 16.30 uur komen we weer langs de kade te Brunsbuttel om onze passagiers aan wal te zetten, het was een leuk uitje.

Om 18.00 uur vertrekken we weer en stomen naar de Noorse hoofdstad Oslo alwaar we op 26-April na een rustige reis om 05.20 uur afmeren aan de kade. Om 10.00 uur komt de loods aan boord en drie kwartier later ontmeren we met weer veel passagiers aan boord. We varen met flinke speed tussen schitterende fjorden, de Noren vinden het ook allemaal prachtig, ook de hapjes en drankjes vinden gretig aftrek. Om 12.00 uur wordt er weer afgemeerd aan de kade in Oslo, en blijven de nacht aldaar over en mensen die dat graag willen kunnen even lekker de benen strekken.

Zaterdag 27-04.

De loods komt weer eens aan boord en om 06.40 uur ontmeren we. Nadat de loods weer van boord is koersen we richting de hoofdstad van Groot-Brittannië, Londen.

Maandag 29-04.

De dag is net begonnen, we nemen de Engelse loods aan boord en stomen naar Gravesand alwaar we om 08.00 uur ten anker gaan. Om 14.00 uur komt er weer een andere Pilot aan boord en een half uurtje later zijn we weer anker op gegaan en stomen op de River Thames richting Londen, en om 18.15 uur liggen we gemeerd in het Green Dock te Londen.

Dinsdag 30-04.

Liggen gemeerd aan de kade en kregen veel bezoekers aan boord, maar ook deze drukte gaat weer voorbij.

Woensdag 01-04.

Te 07.40 uur komt de loods aan boord en ontmeren we te 09.00 uur en komen in een sluisje dat we op de heenreis ook al tegen waren gekomen. We worden geschut en stomen weer richting Gravesand alwaar weer van loods wordt gewisseld voor een zeeloods waarmee we doorstomen naar open water van de Noordzee.

Te 16.00 uur verlaat ook deze loods de Zwarte Zee en wij zetten koers naar Holland alwaar we donderdag 2 mei arriveren.

We varen de Nieuwe-Waterweg op en meren om 09.40 uur af aan de kade te Schiedam. De wachtsman van Smit komt aan boord en ieder kan naar huis en mogen de donderdag thuisblijven, mooi om even bij te tanken na al die loodsen en passagiers en soms hele lange dagen voor ons in de kombuis.

Zeekaartje show reis naar Hamburg, Oslo en Londen.

Aankomst te Hamburg.                                                                                                                                     Foto. NN

De Zwarte Zee gemeerd aan het Green Dock  kade te Londen.                           Coll. Ron

Vrijdag 03-05.

We gaan een middagje varen met kantoorpersoneel en zijn om 17.00 uur weer terug in Schiedam. We mogen van het voorlopige laatste vrije weekend gaan genieten want a.s. maandag gaan we dan echt de lange ?? reis op.

Maandag 06-05-1963:

Vandaag is de dag aangebroken dat we de reis op gaan. De Zwarte Zee is vol gebunkerd met brandstof en water, proviand is aan boord genomen dus we zijn er helemaal klaar voor. Voor dat we de reis op gaan is nu het moment gekomen om met de naaste familie eens een stukje op de Noordzee te gaan cruisen, een schitterend uitje voor alle mensen natuurlijk. Als iedereen aan boord is kunnen de trossen los.

Om 11.45 uur is het voor en achter en varen we de Nieuwe-Waterweg op. Om 13.00 uur passeren we het Noorder Hoofd en stomen de Noordzee op. De Zwarte Zee laat zien wat ze kan onder grote belangstelling van onze familieleden, iedereen vindt het allemaal prachtig. Alles wordt bekeken aan boord van stuurhuis tot machinekamer etc.  Er wordt gretig gebruik gemaakt van de erwtensoep waar een flinke hoeveelheid van gemaakt is, warme en koude dranken worden geserveerd maar helaas, aan alles komt een eind.

Om 15.00 uur wordt het Noorder Hoofd wederom gepasseerd en stomen we terug naar Schiedam waar we te 17.00 uur aanmeren. Er wordt afscheid genomen van alle familieleden die aan boord waren.

 

Stuurhuis van de Zwarte Zee.

 

                                                                                Hut van de kapitein

                                                                                      Radio Hut.

                                                                  

                                                                   Dagje varen met de familieleden.                       Foto. F.Stigter

    De bemanningslijst van Mei 1963

 

De trossen worden om 18.50 uur losgegooid.

De Zwarte Zee laat haar misthoorn 3 maal loeien ter afscheid, de kade met de wuivende mensen is spoedig uit zicht.

Onze bestemming is de plaats Grangemouth in de (Firth of Forth) Schotland, waar we een slooptanker gaan ophalen die naar Valencia in Spanje moet worden versleept. Er zijn ook nog vijf runners aan boord gekomen, onder leiding van chef runner Spaans die de sleepreis aan boord van de tanker als bemanning fungeren. Op de sleep waren in die jaren meestal runners aan boord i.v.m de verzekering, of eventuele lekkage van de sleep, of voor het geval dat de sleepverbinding zou (kunnen) breken. Mocht dit het geval zijn dan konden de runners de hele handel weer scheep halen op de sleep, en met behulp van reservemateriaal kon de sleepboot dan weer een nieuwe sleepverbinding maken.

We passeren weer eens het Noorder Hoofd en stellen de koers 330 graden, schitterend weer, op naar Schotland.

Woensdag 08-05: Om 02.20 uur meren we af aan de kade te Grangemouth.

                                                                                                                                                                     

   Blaasje pikken te Grangemouth, v.l.n.r. Jan v. Veenendaal, Arend Quak, Ton Meijers en ikzelf. Coll. Ron

Donderdag 09-05:

Het is vroeg dag voor de bemanning, sleepmateriaal wordt uit het ruim aan dek gelegd, sleepkettingen, voorlopers, nylon rekker, pompen, slangen, er gaat heel wat mee op de slooptanker. Er gaat natuurlijk ook proviand mee en zelfs een fornuisje om te koken, en in het oventje worden meestal de lekkerste broden gebakken door de runner kok. We worden op aanwijzing van de loods langszij de oude B.P.-tanker genaamd "British Peer" gemeerd en er wordt direct begonnen met het sleepklaar maken. Proviand etc. wordt aan boord gezet, de runners weten wat hen te doen staat.   Binnen enkele uren is het karwei geklaard.

Om 13.10 uur komt de loods aan boord en even later ontmeren we.

Om 14.00 uur meren we af in een sluis waar de British Peer zal worden aan gevlet. Niet lang daarna wordt ze door twee havensleepboten in de sluis afgemeerd. Kort daarop wordt de sleepverbinding gemaakt met een voorloper van 60 meter lengte (die is ingesloten op een sleepketting aan boord van de tanker). De voorloper wordt ingesloten op onze nylon rekker van 55 meter, die op zijn beurt weer is ingesloten op onze sleepdraad die een lengte van 1000 meter heeft. Om 15.15 uur ontmeren we en met de sloper achter ons aan, gaan we op weg naar Valencia, Spanje. Te 17.45 uur gaat de loods van boord en stomen we naar dieper water.

Om 18.20 uur wordt de sleepdraad gevierd zodat de sleep een meter of 300 achter ons ligt, we sturen richting straat Dover, voor de Fransen 'Nauw van Calais'.

De eerste sleep voor de Zwarte Zee, de slooptanker British Peer, van Grangemouth (Schotland) naar Valencia (Spanje).

                                            De British Peer, hier nog in de vaart, gemeerd te Napier, Australië.              Foto. NN

 

 

                                                                          Uit de Sleeptros “waar zijn ze?”

 

Zondag 12-05:

We passeren Dover en steken het Engels Kanaal in, Hastings en Eastborn worden gepasseerd en 's avonds op de platvoet wacht (de vier acht wacht), passeren we Alderney, een van de Kanaal Eilanden op 20 mijlen afstand. We draaien 90 slagen, de wind is Z.W 3 tot 4, dus niks mis mee. We maken 190 mijlen per etmaal dus zo'n 8 mijlen per uur. De sleepdraad wordt gevierd zodat de tanker ongeveer 800 meter achter ons hangt. Op de sleep gaat alles naar wens meldt chef runner Spaans ons.

Dinsdag 14-05:

We varen in de Golf van Biscaye, de wind is N.N.W. 5 en de Zwarte Zee slingert en surft op de voor mij te hoge deining. De British Peer rolt en duikt ook flink in de golven en ik heb het idee dat ik zowat in de schoorsteen van dat schip kan kijken. Ik ben zo zeeziek als een hond, en zo te zien niet de enige. Twee dagen duurt het gestamp en geslinger en ik ben dan ook blij dat ik 's avonds om een uur of zeven klaar ben van mijn werk. Douchen en de kooi in denkend "waar ben ik aan begonnen."

Donderdag 16-05:

We varen in de Atlantische Oceaan de wind is N.O. 5 maar de Zwarte Zee ligt een stuk gemakkelijker, wat maakt dat ik mezelf weer helemaal lekker voel, dus we kunnen weer normaal eten  'waar ben ik aan begonnen' ben ik alweer vergeten. We draaien weer 90 slagen en maken weer etmalen van 190 mijlen, op de sleep blijft alles goed gaan horen we van runner chef Spaans, er is elke middag om 12.00 uur radiocontact met de runners. Ze krijgen dan info hoeveel mijlen we gemaakt hebben, op welke positie we ons bevinden, het weerbericht etc.

Zaterdag 18-05:

In de avond wordt Cap Espartel op de Noord Maroccaanse kust gepasserd (door de Hollandse zeelieden Kaap Spartel genoemd omdat ze daar soms verkeerde wind en stroom tegenkwamen in de zeiltijd) en we stomen de Straat van Gibraltar in. Om 24.00 uur passeren we Europa Point, de Rots van Gibraltar heb ik die nacht gemist, we varen in de Middellandse Zee.

Maandag 20-05:

We passeren eind van de middag Benidorm en komen nu dicht in de buurt van onze eindbestemming Valencia, dat we de volgende dag bereiken.

Dinsdag 21 mei komt de loods aan boord.

De sleepverbinding met de British Peer wordt losgegooid nadat 2 havenslepers haar hebben vastgemaakt, we hebben er een goede 2100 sleepmijlen op zitten, het sleepmateriaal wordt scheep gehaald op de Zwarte Zee. We wachten tot de tanker langs de kade ligt afgemeerd en gaan bij haar langszij om het reservemateriaal etc. weer terug bij ons aan boord te nemen. Er komt met het materiaal ook een trommel met spatel en daarom heen een houten kuip mee aan boord, na een kleine aanpassing zal het ding op de Hobart gaan fungeren als softijsmaker (we hebben er later inderdaad veel plezier van gehad).

Runnerchef Spaans en zijn collega runners verlaten daarna het schip en gaan terug naar Holland, voor hen is de reis gedaan. De Zwarte Zee blijft een nacht over in Valencia, er kan gestapt worden, wat dan ook gebeurt.

 

Woensdag 22-05:

We ontmeren en vertrekken met bestemming Azoren om op het eiland Fayal, met het plaatsje Horta, stations dienst te gaan verrichten. Op de route komen we de sleepboot Oceaan tegen die ook met eenzelfde B.P-tanker genaamd "British Yeoman" onderweg is naar Valencia, zij had deze tanker overgenomen van de sleepboot Gele Zee. We stomen langs het transport en op de Oceaan is veel belangstelling om haar grote zuster voorbij te zien stuiven, er worden heel wat plaatjes over en weer geschoten. Als groet worden er weer drie lange stoten op de misthoorn gegeven en beide schepen vervolgen hun reis, de Oceaan naar Valencia en de Zwarte Zee naar Horta, Azoren.

                            De Zwarte Zee laat zich zien aan de bemanning van de Oceaan.              Coll. Ron

 

      

De Zwarte Zee vaart verder naar Horta, Fayal op de Azoren.                                                                   Coll. Ron

                            De sleep van de Oceaan, de sloop tanker British Yeoman

  Zeekaartje Grangemouth/Valencia/Azoren, de Rode lijn houdt in slepende, de Gele lijn is los varend.                            

Donderdag 23-05

Op de achtermiddag wacht (12-04 genoemd) passeren we Gibraltar en Europa Point, en stomen de Atlantische Oceaan in op weg naar Horta. Het is mooi weer en een lichte Westelijke bries. Wij, jonge jongetjes van 15/16 jaar, zijn benieuwd wat ons te wachten staat. De bevaren zeelui vertellen ons verhalen over Horta en wij zien onszelf daar al aan de wal rondlopen, maar nog even geduld. Het werk aan boord gaat gewoon door. Mijn functie als koksjongen bestaat in grote lijnen uit soppen en poetsen in de kombuis en gangen en hutten bij de officieren. Ook douchecellen en toiletten soppen, voel me dus een echte “pleeboy”. Ook driemaal per dag bij de officieren tafels lopen, afwassen en de messroom bijhouden. Voor ons duurt de werkdag meestal 13 uren. Als je 's middags geen thee hoeft te zetten en rond te brengen heb je weleens een uurtje of twee vrijaf. Aan dek en in de machinekamer lopen de officieren en schepelingen de "vier uur op en acht uur af" wacht in drie stelsels, dus iedereen is altijd bezig.

Ook onze marconist heeft altijd wel wat te doen, hij houdt immers contact met Holland en verzorgt de dagelijkse "Oceaan Post" met het laatste nieuws. Dit alles wordt verkregen door het gebruik van morseseinen.

Maandag 27-05

Vandaag zullen we op Horta aankomen. We varen tussen de eilanden door, Pico aan onze bakboordkant, Sao Jorge aan de stuurboordkant. Om 12.50 uur komt de loods aan boord en even later draaien we de baai van Horta in. Onze agent aldaar (Bensaude) heeft voor een verrassing gezorgd, vanaf de wal klinken eenentwintig saluutschoten ter verwelkoming van de Zwarte Zee met haar bemanning.

 

Aankomst van de Zwarte Zee te Horta, Fayal, Azoren.                                                                            Coll. Ron

 

 

                De Zwarte Zee ten anker op haar station te Horta, klaar voor alle diensten.                      Coll. Ron                            

We gaan ten anker achter twee ankers en het achterschip wordt met enkele trossen op de boei gemeerd.

We krijgen ook twee extra marconisten aan boord, één van Radio Holland en de ander voor de nachtdienst is een Azoriaan genaamd mister Lima. Er wordt continu vierentwintig uur uitgeluisterd of er ergens misschien een schip in de problemen ronddobbert op de Atlantic.

Er wordt met een geldbriefje rondgegaan door onze eerste stuurman en 's avonds kunnen we (niet met z'n allen) de wal op. Van elke dienst mogen er enkele mensen gaan passagieren (heeft onze ouwe besloten). De werk vlet wordt als heen en weer bootje gebruikt. Het blijft dagen rustig, we genieten van het uitzicht dat we hebben en de dagen of avonden dat we de wal op kunnen.

                                                               De boulevard op Horta                                                                  Coll. Ron

Maandag 10-06

We krijgen het volgende telegram van "Tug", ons kantoor te Rotterdam, dat er ongeveer 250 mijlen Oost van de Azoren een schip ligt te drijven met machineschade. De werk vlet wordt binnenboord gehaald, ankers worden scheepgehaald en de meereinden op de boei gaan lekko. Met de loods aan boord varen we de baai uit waarna de loods het schip weer verlaat. We krijgen opdracht om op normale speed (15 knots), richting opgegeven positie te stomen. Ook krijgen we de naam binnen van het schip waar we naartoe stomen, het blijkt de Franse tanker Sologne te zijn, roepnaam F.O.H.E.

Om 16.30 uur ontvangen we het bericht van Tug dat er een contract op L.O.F. (Lloyd's Open Form) is gesloten en om vast te maken op de Sologne, haar bestemming is La Vera, Port-de-Bouc, oliehaven nabij Marseille. De motoren gaan op fullspeed draaien en de Zwarte Zee spuit door het water, snelheid 20 knots.

Aan de kapitein van de Sologne wordt een telegram gestuurd dat Smit een contract heeft afgesloten met de eigenaren van het schip op L.O.F. dat de Zwarte Zee kan vastmaken. Het schip moet naar Port-de-Bouc worden versleept en ook wordt om de juiste positie gevraagd waar de Sologne zich bevindt. Daarop krijgen we het antwoord dat ze zich bevindt op de positie 33.42 N en 23.00 W, en ze drift een halve knots per uur Oostwaarts. Wij bevinden ons op positie 38.28 N en 25.36 W en stellen onze koers bij.

Aan de kapitein van de Sologne wordt gevraagd een anker uit te sluiten, de Zwarte Zee zal daar haar voorloper op insluiten, veiligheid voor alles. We verwachten dat we morgen rond begin van de middag op locatie van de Sologne zijn.

Dinsdag 11-06

De Zwarte Zee is klaar om in te sluiten. De voorloper ligt gereed met daarop een "sluiting" die aan boord zal worden getrokken op de Sologne met behulp van een zogenaamde drijflijn. Om 15.00 uur arriveren we bij de Sologne, we komen langszij, een hieuwlijn wordt overgegooid en wordt op de drijflijn geknoopt. Deze wordt met de winch van de Sologne binnengehaald en de voorloper met sluiting die op de drijflijn is vastgeknoopt, loopt over boord.

                     De Zwarte Zee komt aan bij de stuurloze Sologne om vast te maken.         Coll. Ron

De Zwarte Zee gaat aanpassen                                                                                                Foto’s  De Sleeptros.

    

De drijflijn gaat over, de Sologne wordt vastgemaakt en naar Lavera in Frankrijk gesleept.

De mannen op de Sologne sluiten dan de voorloper in op hun stuurboord ankerketting en de Zwarte Zee staat vast.

Dit alles gebeurt bij lichte deining en mooi weer. Op de Sologne wordt na het vastmaken 30 vadem (een kleine 60 meter) ankerketting gevierd. De "grondstopper" van de ankerketting wordt gebruikt als borg en ook worden er extra staaldraden op de ankerketting bevestigd. Als alles gereed is, gaat er gesleept worden, de Sologne hangt nu zo'n 900 meter achter de Zwarte Zee. We kunnen op weg naar Lavera, de oliehaven van Port-de-Bouc. Aan Tug wordt de positie en tijd van vastmaken doorgegeven, de baas moet weten dat alles gelukt is.

Donderdag 13-06

Met een Noordenwind, kracht 4, mooi sleepweertje hebben we een afstand van 240 mijl afgelegd dit etmaal. Op de Sologne gaat alles naar wens, er moet alleen een borgdraad vervangen worden omdat deze op het punt van breken staat. Vanaf de Zwarte Zee wordt advies gegeven hoe het beste de boel goed te borgen is. Nadat dit is hersteld gaan we weer volle kracht (119 slagen).

                                                                     Waar zijn ze?

 

Zaterdag 15-06

We zijn vandaag de baai van Gibraltar binnengelopen om een vertegenwoordiger van de maatschappij van de Sologne aan boord van dit schip te laten gaan.

Dit is snel gebeurd en we vervolgen onze voorspoedige reis.

We blijven gemiddeld zo'n 10 knots lopen dus zullen spoedig te Port-de-Bouc aankomen.

 

Dinsdag 18-06

We varen in de Golf van Lyon en bevinden ons dichtbij Port-de-Bouc, het is dicht van de mist en de misthoorn laat zich dan ook regelmatig horen, om 08.00 uur trekt de mist gelukkig op. We varen richting Port-de-Bouc waar we om 10.00 uur op de rede aankomen.

De Zwarte Zee arriveert met de Franse tanker Sologne op de rede van Port-de-Bouc, Frankrijk. Coll. NSM

                           De Solongne afgemeerd langs de kade bij Wilton Fijenoord te Schiedam. Foto. NN

Om 10.30 uur wordt de Sologne ten anker gebracht en wordt de sleepverbinding losgegooid en op de Zwarte Zee het materiaal binnengehaald. Op de Zwarte Zee komt de loods aan boord we en varen de haven in van Port-de-Bouc, waar we afmeren aan de bunker pier, en laden 290 ton brandstof en 30 ton water. We gaan ten anker na het bunkeren en zullen de andere dag onze reis vervolgen, volgens zeggen wordt het wederom Horta, Fayal.

Woensdag 19-06-1963

's Middags om 14.00 uur komt de loods aan boord en gaan we anker op. We stomen naar buiten, passeren het breakwater en even later gaat de loods weer van boord. De log gaat te water en we laten Port de Bouc achter ons. We zijn weer onderweg richting station Horta, Fayal. We maken zo'n 300 mijl per dag en varen op een kar, dus gemiddeld 13 knots per uur wat een goede brandstofbesparing is.

Vrijdag 21-06-1963

Om 19.15 uur passeren we Europa Point en komen we weer in de Atlantische Oceaan terecht, een Noordelijke wind, lichte deining vanuit die richting dus schitterend weer om te varen.

Maandag 24-06-1963

Op de voormiddag wacht ontvangen we een telegram van Tug Rotterdam dat we fullspeed moeten gaan varen naar een positie 700 mijlen Noord van Fayal, er drijft daar een Nederlands schip (Holland Amerika Lijn?) met de roepletters P.H.P.H. We wijzigen koers tot 340 graden (Noordwest). In de avond om 20.30 uur ontvangen we weer instructies dat het voornoemde wordt gecancelled en van Tug krijgen we instructies om weer koers te zetten naar Fayal. We gaan weer langzamer draaien in verband met brandstofbesparing.

Zeekaartje van reis met de Sologne ROOD is het verslepen van de Sologne van positie naar Lavera, GEEL is losvarend van Horta naar de Solgne, en retour van Lavera weer naar Horta.

 

Dinsdag 25-06-1963

Te 19.00 uur liggen we weer ten anker en met het achterschip op de boei gemeerd te Horta, wachtsman in de nachtwacht, het zal een rustige nacht worden.

Dit blijft zo tot:

Dinsdag 02-07-1963

We ontvangen weer bericht van Tug om op normale speed (17,5 knots) op te stomen richting Port of Spain, Trinidad tot nadere orders, we gaan anker op. Om 11.00 uur passeren we het breakwater van Fayal, we stomen de Atlantic in en stellen de koers 224 graden (Zuidwest) het weer is schitterend.

Vrijdag 05-07-1963

We bevinden ons op 23-28 Noord en 45-31 West en moeten even op een kar draaien. Er moet een verstuiver verwisseld worden wat in een half uurtje wordt gedaan en daarna vervolgen we onze reis. De andere dag wordt er ook nog een brandstofleiding vervangen, en ook dit is gauw gebeurd. We naderen onze bestemming.

Zeekaartje, losvarend van Horta naar Port of Spain, Trinidad om een zuiger en een S.L.T (voormalig landingsvaartuig) te verslepen naar Johnson Island, een atol even voorbij de Hawaiï eilanden.       

Maandag 08-07-1963

We komen om 10.30 uur aan nabij Port of Spain en gaan ten anker.

 We hadden bij binnenkomst al een vrachtboot zien liggen dat met haar gehele schip diep in het water lag, ze leek wel zinkende. We kregen dus ook direct een bericht van onze lokale agent dat in verband met de zorglijke toestand van de Panaghiotis, een Griekse vrachtvaarder, de Lloyds surveyor had gevraagd of de Zwarte Zee enige hulp kon verlenen, daar het schip dieper wegzonk in de modder.

Vanaf de Zwarte Zee werd een telegram naar Tug gezonden waarop wij direct het antwoord kregen. Bunkeren in Port of Spain en laat op de Panaghiotis één 6 duims en twee 3 duims pompen met toebehoren achter en ook enige bemanningsleden van de Zwarte Zee, er zal ook nog materiaal vanuit Curacao worden ingevlogen. De heer Hogenbosch zal worden overgevlogen als bergingsinspecteur. L.O.F. moet geregeld worden voordat alles in werking zou wordt gezet.

 

                                                       De Panaghiotis licht diep in het water.                            Coll. Ron

                           De 6” pomp doet zijn werk, de ruimen van Panaghiotis worden leeggepompt.

Er moest ook voorzichtig worden gewerkt omdat het gevaar bestond dat de Panaghiotis zou scheuren, haar ruimen 2 en 3 stonden onder water. Nadat alle zaken waren besproken werden pompen overgebracht en ook gingen er vier bemanningsleden van ons over op de Panaghiotis. Te weten de 2e stuurman, 3e Werktuigkundige, 1 matroos onder de gage en 1 jongen van de technische dienst voor de bediening van de pompen.

                                                                               De 6 “doet zijn best.

 

                                                                          Pompen op de Panaghiotis.                                      Coll. Ron

         2e Stuurman Piet v/d Hoek en 3e w.t.k. Herman Houweling aan boord van de Panaghiotis.

                                 De Panaghiotis drijft weer, de lading wordt verder gelost.                                 Coll. Ron

Op de Zwarte Zee werd intussen hard gewerkt om het sleepmateriaal aan dek te halen voor onze volgende sleepreis.

Er moest namelijk een zuiger en een SLT (voormalig landingsvaartuig) worden versleept naar Johnson Island, een atol nabij de Hawaii Eilanden. De mannen komen na het sleep klaar maken 's avonds moe maar voldaan terug aan boord.

Beide slepen zijn nu klaar om te verslepen: de zuiger genaamd Caribean en de SLT genaamd McLeod.

Woensdag 10-07-1963

Het is zeer vroeg dag, om 05.00 uur gaan we anker op en om 05.50 uur wordt de Caribean vastgemaakt. Een klein uurtje later wordt de McLeod door lokale sleepboten bij ons gebracht en vastgemaakt. We laten Trinidad achter ons en varen richting Curacao. Beide slepen volgen ons met een gangetje van 7 knots in een kalme Caribische Zee.

                                                                    Waar zijn ze?

Vrijdag 12-07-1963

We naderen Curacao waar we binnen zullen lopen voor het bunkeren van brandstof, provianderen etc. De sleepdraden worden opgekort en de McLeod wordt om 15.00 uur overgenomen door haven sleepboten en naar binnen gebracht. De Zwarte Zee blijft voor de haven van Willemstad gaande houden met de Caribean achter haar, we zullen Willemstad binnenvaren zodra er plaats is voor de Caribean om af te meren. Laat in de avond is het zover. De sleepboot Passaat maakt vast achterop de Caribean en de sleepboot Koraal voorop de zuiger.

De Zwarte Zee wordt losgegooid en het sleepmateriaal wordt binnengehaald. De twee sleepboten zullen de zuiger naar binnenslepen.

Wij passeren om 23.30 uur Fort Amsterdam en de Pontjesbrug.

We meren af aan de kade, morgen is er weer een nieuwe dag.

 

       Zeekaartje slepend van Port of Spain, Trinidad naar Willemstad Curacao voor bunkeren etc.

         Zoek de zon op in de Caraïbische Zee, Arend, ik, Rob, Ton, en gehurkt Jan.                    Coll. Ron

 

 

De Zwarte Zee houdt gaande voor Willemstad met achter haar de zuiger Caribean.                        Coll. Ron

Zaterdag 13-07-1963

We ontmeren om 01.20 uur van de kade waar we tijdelijk afgemeerd lagen, en om 02.15 uur meren we aan bij de Nieuwe Werf, waar we 295 ton brandstof laden. 's Middags om 13.15 uur komt de loods aan boord en we verhalen een uurtje later naar een ligplaats in de Nieuwe Haven.

Die middag krijgen we ook weer een lading proviand aan boord, het is sjouwen en zweten in de warme zomerzon op Curacao.

Na al dit werk zijn (behalve de man van de nachtwacht) allen gereed om de benen te gaan strekken en een biertje, of iets dergelijks, te gaan doen in Willemstad, kortom er is genoeg te doen voor iedereen op Curacao.

Ook de volgende dag (zondag) is het grootste gedeelte van de bemanning vrij en kan er weer gepassagierd worden, dus daar wordt dan ook gretig gebruik van gemaakt.

Wij die in de kombuis werken vallen niet onder de stappers, we maken gewoon onze uurtjes en zorgen voor thee, koffie, ontbijt en middageten voor degenen die niet de wal op zijn. Onze beurt is pas 's avonds na 19.00 uur, als we geluk hebben.

Morgen is het maandag en dan gaan we weer verder met onze reis, maar eerst een Amstel biertje aan de wal halen, aan boord wordt namelijk niet geschonken onder de achttien jaar.

Maandag 15-07-1963

Het is weer zeer vroeg dag voor de bemanning, om 06.00 uur komt de loods aan boord en drie kwartier later liggen we met de kop gemeerd, aan de boei. De Caribean en de McLeod worden aangebracht door twee havenslepers.

De bootsman en zijn matrozen sluiten de voorlopers in op de nylonrekkers van de Zwarte Zee. De sleepboten Passaat en Koraal maken achter op onze beide slepen vast, zij gaan fungeren als stuurboten, we moeten namelijk door een vrij nauwe havenuitgang weer in de Caribische Zee zien te komen.

               De Zwarte Zee houdt gaande in het Schottegat, klaar om weer naar zee te gaan.  Coll. RON

Zwarte Zee met de Caribean en McLead passeren de Pontjesbrug, onderweg naar het Panama Kanaal.

We stomen met de twee slepen naast elkaar de haven uit en zodra we weer buiten de haven zijn worden beide sleepdraden gevierd, de Caribbean hangt verder achter de Zwarte Zee dan de McLeod. De Passaat en de Koraal hebben inmiddels losgegooid en nadat we op dieper water zijn worden de slepen op lengte gevierd. De wind is Oostelijk 2 tot 3, een licht golvende zee, op naar Cristobal in Panama, alwaar we door het Panama Kanaal moeten om naar onze bestemming, Johnson Island, Hawaii Eilanden, te varen. De snelheid op dit reisje van Willemstad naar Cristobal ligt rond de 180 mijlen per etmaal, ongeveer 7,5 knots per uur.

Vrijdag 19-07-1963

Na dit reisje vol schitterend weer, arriveren we vandaag te Cristobal. Om 15.30 uur worden de sleepdraden opgekort zodat beide slepen niet zo ver meer achter ons hangen, en wij eventueel wat sneller koers kunnen wijzigen, dit in verband met de drukte van het scheepvaartverkeer aan de in- uitgang van het Panama Kanaal.

Om 16.15 uur komt de loods aan boord en een uurtje later wordt de L.S.T. McLeod binnen de break waters overgegeven aan een havensleepboot die haar naar de kade in Cristobal zal brengen. Wijzelf gaan ten anker buiten de vaarroute, met achter ons de zuiger Caribean.

Om 19.15 uur wordt ook de Caribean overgegeven aan een havensleepboot.

Om 19.30 uur gaan we anker op, om te Cristobal langs de kade af te meren. Bij het meren aan de kade weigerde de machine op achteruit, daar we op één machine direct omkeerbaar manoeuvreren. Met de andere machine die standby was, kon niet meer gemanoeuvreerd worden, daar er geen werklucht meer was.

Door beide ankers te laten vallen en omdat er reeds twee meertrossen waren uitgezet, werd de Zwarte Zee afgeremd en kon schade worden voorkomen. We liggen nu veilig afgemeerd, en de vier bemanningsleden die we achterlieten op de Panaghiotis te Trinidad, keren weer terug aan boord bij ons. De brandstof en watertanks worden weer vol gestort voor de oversteek in de Stille Oceaan, door de bevaren zeelui 'Pacific' genoemd. Er wordt 's avonds nog even flink gestapt in het Panamese, als we gaan varen zullen we naar men zegt een weekje of vier tot vijf op de lange deining varen.

Zaterdag 20-07-1963

We varen, door eerst in enkele sluizen te zijn geschut, het Panama Kanaal door naar de Pacific kant.

Ook daar worden we weer geschut in enkele sluizen en komen aan in Balboa, waar we op de rede ten anker gaan.

Zondag 21-07-1963

De Caribean en McLeod worden door twee havenslepers aangebracht, en op het sleepgerei van de Zwarte Zee ingesloten. Matroos Van Roon wordt overgezet op de Caribean, hij is deze reis runner en zorgt voor een goede communicatie tussen sleepboot en sleep, op de McLeod varen geen mensen mee.

Om 13.25 uur wordt het anker gelicht en vertrekken we richting Johnson Island.

 

 

Vertrokken vanuit Panama naar Johnson Island, slepend de Caribean en McLeod

 

 

Zeekaartje t/m 04-08 slepend Caribean en Mcleod.

Zondag 28-07-1963

De eerste week vanaf Panama zit erop. We hebben weer een gemiddelde van honderdtachtig gesleepte mijlen per etmaal. Het windje is variabel en een lange deining, je wordt dus automatisch in slaap gewiegd in je kooi. Dagelijks gaat natuurlijk ook de klok elf tot dertien minuten terug, al naar gelang de afgelegde mijlen dat etmaal.

Zondag 04-08-1963

Vandaag is het de tweede week die we op zee zijn, alles gaat zijn gangetje. Aan dek wordt druk gesopt, geschilderd en het sleepgerei wordt elke wacht goed nagekeken, we moeten de boel heel houden als het kan. In de machinekamer, door de dekdienst ook "vetloods" genoemd, loopt ook alles gesmeerd.

De kok met zijn maat doen hun best om het iedereen naar de zin te maken. Ik herinner mij dat op zaterdag het meest werd gegeten, eigenlijk gebunkerd. Het was vaste prik: bruine bonen, kapucijners en voor de afwisseling erwtensoep, en dit was ook de maaltijd in de tropen op de zaterdag!

De bruine bonen en kapucijners werden door de meesten voorzien van gebakken en rauwe uien, zilveruitjes, augurk, piccalilly en niet te vergeten uitgebakken spek met het daarbij behorende vet. Vaak bleven er wel een paar maaltjes bonen over, die dan meestal door de 'hondenwacht', 's morgens om 04.00 uur, opgewarmd en genuttigd werden.

Meestal op de zondag, als we kip of biefstuk aten, draaide onze ijsmachine (meegenomen van onze eerste sleep de British Peer) op volle toeren.

Zondag 11-08-1963

Onze derde week op zee, het weer is buiig, de wind is N-N-O 4 tot 5 en we bevinden ons op 13-53 N en 140 W.

We maken nog steeds goede snelheid rond de 160/170 mijlen per etmaal.

Op de sleep gaat ook alles naar wens, de reis loopt op rolletjes.

 

    De Caribean en McLeod volgen gewillig op weg naar Johnson Island, iets voorbij de Hawaïi eilanden.

 

Zondag 18-08-1963

Week vier zit erop, alles gaat zoals het de hele reis al gaat, zonder problemen en je komt geen boot tegen op die grote plas. Enige bemanningsleden hadden van een lange pikhaak een vishengel gemaakt, die was voorzien van een lange nylonlijn, stalen voorlopertje en een haak met een uitgeplozen nylon als nepvisje. In de namiddag rond koffietijd was de pikhaak gebroken dus we hadden beet. Verderop aan het eind van de lijn sprong een behoorlijke vis steeds boven water. Na de boys in de messroom een seintje te hebben gegeven, werd de vislijn binnengehaald en de vis belandde op het achterdek. Het hapje kreeg de naam van Papagaaivis, Koningsmakreel, ik had zo'n vis nog nooit gezien. Er zat in ieder geval vis genoeg aan want bijna iedereen heeft ervan gegeten op vrijdag, visdag. De reis gaat opschieten en de verwachting is dat we aanstaande woensdag arriveren op locatie Johnson Island.

           Zeekaartje aankomst Johnson Island 21-08, einde van de sleepreis +/_ 6600 sleepmijlen.

Woensdag 21-08-1963

We arriveren op locatie Johnson Island 16-38 N en 169-25 W, en te 07.10 uur worden de sleepdraden ingehaald. Om 07.45 uur arriveert er een sleepboot en om 09.25 uur neemt ze de Caribean over nadat deze is losgegooid van de Zwarte Zee, en wordt het sleepgerei binnengehaald. Om 13.00 uur gaat onze werkboot overboord en vijf man onder leiding van de tweede stuurman gaan naar de McLeod om de sleepverbinding uit te sluiten.

Om 14.15 uur wordt de McLeod ook losgegooid en ook dit sleepmateriaal wordt binnengehaald.

Om 14.45 uur wordt de werkboot weer binnenboord gehaald, en komt ook matroos Van Roon weer aan boord, die immers op de run meevoer op de Caribean. De sleepreis zit erop, we hebben in totaal zo'n 6600 mijlen gesleept zonder problemen. Om 15.35 uur stomen we weer, de log gaat overboord en we laten Johnson Island (wat niet meer is dan een zogenaamd atol met daarop raketten?) achter ons, op naar het volgende karwei(tje).

 

Donderdag 22-08-1963

Wij zijn vanochtend bij ons volgende karwei aangekomen.

We hebben gisteren een telegram gekregen dat we onze kleine zuster, de sleepboot Rode Zee van brandstof en water moeten gaan voorzien. Wij zijn dus niet de enige sleepboot die zich nabij de Hawaii eilanden bevindt.

 De sleepboot Rode Zee sleept ook twee slepen vanaf Trinidad naar Johnson Island evenals de sleepboten Elbe en Tyne die ook bij ons in de buurt zijn. We hebben opdracht van Tug Rotterdam gekregen om later ook deze schepen van de nodige brandstof te voorzien. We zijn deze ochtend om 06.45 uur bij de Rode Zee gearriveerd op positie 16-18 N en 165-43 W.

Gisteren en vandaag in de vroege ochtend zijn alle benodigdheden voor het bunkeren op het achterdek klaargelegd. Slangen voor brandstof en water zijn bij ons aan boord reeds aangesloten, deze zullen geborgd op een lange drie duims tros naar de Rode Zee worden getrokken en ook door haar bemanning op de brandstof en de drinkwaterpunten worden aangesloten. De Rode Zee zal wel eerst door de Zwarte Zee vastgemaakt worden zodat we de slangen niet kapot kunnen trekken.

De Zwarte Zee gezien vanaf de Rode Zee         Coll. J. Dekker

                                                                                              

                                                                                               De Zwarte Zee gaat vastmaken voor bunkeren Rode Zee

De Rode Zee wordt om 08.00 uur vastgemaakt en we starten met bunkeren wat gebeurt bij schitterend weer en licht golvende zee. 's-Middags om 13.20 uur stoppen we met water overgeven, we hebben 38 ton overgepompt, de slangen worden losgegooid. Een half uurtje later wordt de brandstofpomp gestopt (de Rode Zee heeft 71 ton meer in haar bunkers dus ze kan weer even vooruit) en de brandstofslangen worden weer bij ons aan boord gehaald.

De matrozen o/g Steef Slotboom en Eddie Bakker bij met het bunkeren van de Rode Zee.           Coll. Ron

 

 

 

 

Om 14.00 uur wordt de Rode Zee losgegooid, even later is ons sleepgerei binnen en na drie lange stoten op de misthoorn van beide schepen volgt een ieder zijn eigen koers.

                             De Zwarte Zee geeft brandstof en water aan de Rode Zee.                               Coll. J.Dekker

De Zwarte Zee gezien vanaf de Rode Zee, de brandstofslang is reeds losgegooid.                 Coll. J.Dekker

 

Onze koers gaat richting Honolulu op het mooie Hawaii eiland Oahu, niet heel ver van Pearl Harbor, wel bekend uit de geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog, waar de Jappen flink huishielden met de nodige gevolgen daarna. Na een etmaal op zee komen we op zaterdagochtend vroeg voor de haven van Honolulu aan. De toren met de tekst Aloha, dat welkom betekent, valt mij als eerste op.

Zeekaartje aankomst Johnson Island, bunkeren Rode Zee en aankomst Honolulu.         24-08

 

Postkaart  Diamond Head, Hawaïi

Postkaarten        Hula meisjes, Hawaïi

                                                                                                           

Zaterdag 24-08-1963

Om 06.15 uur komt de loods aan boord en om 07.30 uur liggen we gemeerd aan de bunkerpier want de Zwarte Zee kan wel weer enige tonnen brandstof gebruiken. Er wordt 375 ton gebunkerd en er wordt ook geproviandeerd, daarna verhalen we naar een ligplaats dichtbij de stad Er wordt rondgegaan door onze 1e stuurman met een geldbriefje want de benen mogen na een maand op zee wel even worden gestrekt. Ieder die niet noodzakelijk aan boord hoeft te blijven gaat dit dan ook doen. Voor ons jonge jongetjes is er niet zo gek veel te doen, behalve rondkijken in de stad naar mooie Hawaiiaanse meisjes en een Colaatje of milkshake drinken in een van de vele barretjes. Een alcoholische versnapering is er ook hier niet te krijgen voor ons, je moet 21 jaar zijn om aan een biertje te komen. We mogen toch al niets van dit spul krijgen omdat we ook in Holland 16 jaar moeten zijn wil je een biertje in de kroeg krijgen, maar we vinden het toch wel leuk en gezellig hier. Ik denk maar zo, als je hierheen met vakantie wil en lekker op Waikiki Beach in de zon wil liggen, kost je dat heel veel geld en wij lopen hier en het heeft ons niets gekost. Het nadeel hiervan is dat wij zo'n twaalf uur per dag in de kombuis, messroom etc. moeten werken, ook dit weekend. Maar geen gezeur, we hebben genoten en je komt normaal gesproken niet gauw met je vijftiende jaar op Hawaii terecht zullen we maar denken.

Maar aan alles komt een eind.

Een dikke Amerikaan van onze agent te Honolulu.                     Coll. Ron

 

Maandag 26-08-1963

Om 09.50 uur komt de loods aan boord en om 10.00 uur gaan we van de kant.

We vertrekken wederom richting sleepboot Rode Zee om nogmaals wat brandstof en proviand aan haar over te geven. Op de 1e wacht (20.00 uur tot 24.00 uur) om 23.35 uur, arriveren we bij de Rode Zee en er zal worden gewacht tot daybreak voordat er weer wordt gebunkerd.

Dinsdag 27-08-1963

Om 06.50 uur wordt de Rode Zee op het voorschip vastgemaakt en om 07.10 uur beginnen we weer met brandstof over te pompen. Alles gaat zeer voorspoedig en we zijn om 09.30 uur klaar met bunkeren, er is 51 ton brandstof overgepompt op de Rode Zee. De bunkerslang wordt losgegooid en scheep gehaald, om 09.50 uur wordt de sleepverbinding losgegooid en we gaan op weg naar ons volgende rendez-vous. We worden gedirigeerd naar de sleepboot Tyne die ook met twee sleepjes onderweg is naar Johnson Island en zij heeft dringend drinkwater nodig, dus gaan we dit even bezorgen. Onze kapitein en de kapitein van de Tyne maken de afspraak dat wij aanstaande zaterdag om 06.00 uur ter plekke zullen zijn.

Zaterdag 31-08-1963

Na een paar etmalen op halve kracht met mooi zomerweer te hebben gevaren zijn we al vroeg aan de gang. Om 06.00 uur wordt onze kleine zuster Tyne op het voorschip vastgemaakt en beginnen we met water overpompen. Ook wordt de werkboot te water gezet en deze vaart diverse malen op en neer naar de Tyne voor wat boodschappen etc. Om 08.30 uur zijn we klaar met watergeven, 25 ton zijn we weer armer en op de Tyne kunnen zij hun dorst weer lessen. Om 09.15 uur wordt onze werkboot weer binnengehaald, drie lange stoten op de misthoorns en weg gaan we weer, op naar het volgende karwei. Het betreft nu onze sleepboot Elbe die ook met een zuiger en bak onderweg is naar Johnson Island, we hopen morgenochtend bij haar te zijn.

Zondag 01-09-1963 Ontmoeting met de Elbe.

Om 05.00 uur zijn we bij de Elbe op positie. Zij wordt om 06.05 uur vastgemaakt op het voorschip en nadat de bunkerslang weer overboord is en op de Elbe wordt scheep gehaald en aangesloten, wordt gestart met pompen.

De Zwarte Zee komt aanpassen bij de Elbe met haar twee slepen.               Foto, Bart Kuijsten

            De Zwarte Zee gaat de Elbe vastmaken om brandstof over te geven.       Foto Bart Kuijsten

Om 11.00 uur is het karwei geklaard, we zijn weer wat brandstof lichter en gaan nu toch wel een beetje lijken op een bunker in plaats van een sleepboot.

De bunkerslangen worden weer op de Zwarte Zee binnengehaald en de sleepverbinding wordt om 11.10 uur losgegooid en wordt op de Zwarte Zee scheep gehaald voor het volgende karwei. We maken nog een show rondje nabij de Elbe voor de fotografen, en na drie stoten op de fluit gaan we er weer vandoor. We moeten opstomen richting Curacao dus we beginnen aan de terugreis.

Na het bunkeren maken we nog een rondje voor de foto’s.                 Coll. Ron

Op naar het volgende karwei.                        Coll. Ron

Maandag 02-09-1963

Om 09.00 uur krijgen we bericht van Tug Rotterdam om onze Tyne vast te maken en naar Curacao te slepen. Ze moet daar spoedig dokken en zal, zoals het er nu uitziet niet op tijd te Curacao zijn. Daar zij nog steeds slepend is zal de Rode Zee, die ook dicht in de buurt is haar beide slepen overnemen en doorslepen naar Johnson Island. Bij aankomst van de Zwarte Zee is de Tyne bezig om haar slepen over te geven aan de Rode Zee. Nadat dit gebeurd is maken wij de Tyne vast in de positie 10-11 N en 137-40 W.

 

De Rode Zee gaat de dubbele sleep overnemen van de Tyne om door te slepen naar Johnson Island.

                                                                                                                                                                                Coll. Ron

 

De Rode Zee gaat aanpassen en ligt daarna langs de Tyne om vast te maken.          Coll. Ron

De Rode Zee heeft beide slepen overgenomen van de Tyne.          Coll. Ron

De Tyne wordt dan vast gemaakt door de Zwarte Zee en naar Panama gesleept.

We vieren de sleepdraad 600 meter en gaan op stap met de Tyne achter ons aan, we hebben al gauw de gang erin. 's-Avonds om 20.05 uur wordt besloten om de Tyne volle kracht mee te laten draaien, gang is alles zullen we maar zeggen.

Zaterdag 07-09-1963

Sinds gisteren is het weer buiig en een Zuid Zuidwestenwind, we maken goede vaart en lopen zo'n 12,5 knots per uur dus een gang als een kogel.

Maandag 09-09-1963

Het buiige weer is gelukkig opgehouden Zuid Zuidwestenwind 2 tot 3 dus nog steeds de gang erin.

Vrijdag 13-09-1963

We varen onder de Panamese kust op een afstand van een mijl of twaalf. Morgen zijn we als alles goed gaat te Balboa, Panama alwaar we weer het kanaal door moeten om in Curacao aan te komen. We genieten van het mooie weer met tropische temperaturen.

Zaterdag 14-09-1963

Om 06.15 uur beginnen we met de sleepdraad in te hieuwen en als dit gebeurd is, gooit de Tyne los op positie 08-38 N en 79-30 W., we hebben er ongeveer 3525 sleepmijlen met de Tyne opzitten. Om 08.00 uur laten we het anker vallen op de rede van Balboa.

 

 

Zeekaartje no.1  sleepreis Tyne van locatie vastmaken naar Panama.

 

Zeekaartje no.2 aankomst Balboa, Panama Kanaal

De Zwarte Zee voor de ingang naar het Panamakanaal.                       Coll. Ron

 

 

Om 08.40 uur komt de loods aan boord en 10 minuten later gaan we anker op.

Om 10.00 uur gaan we de Miraflorissluis in met de Tyne (nu op eigen kracht) achter ons. De Zwarte Zee en Tyne worden beide in het midden van de sluis (elk door 4 locomotieven) in positie gehouden, altijd een mooi schouwspel om te zien.

De Zwarte Zee vaart de Mira Floris sluis binnen, de Tyne volgt op eigen kracht.                                Coll. Ron

 

 

Het schutten in de sluizen gaat met behulp van locomotieven.           Coll. Ron

                                                          Hoogwater in de Gatun Sluizen.                                                          Coll. Ron

Een half uurtje later verlaten we de sluis en komen in de volgende sluis de Pedro Miguel terecht met hetzelfde ritueel, deze sluis verlaten we ook weer. We stomen het schitterende Panamakanaal in, het is een plezier om hier te varen.

Om 13.30 uur gaan we ten anker bij de Gatunsluis waar we twee uur later weer anker opgaan.

Om 16.00 uur gaan we de Gatunsluis in, waar we een uurtje later weer uitvaren.

Wij gaan te Cristobal voor anker en de Tyne passeert ons, zij gaat alvast op eigen kracht door naar Willemstad, Curacao waar ze nu ruim op tijd voor haar dokbeurt zal arriveren.

Wij blijven de nacht over te Cristobal, een zeer drukke havenstad waar je kunt shoppen, stappen en verder alle dingen doen die onze Lieve Heer verboden heeft, we gaan vanavond even de benen strekken.

 

Postkaarten van twee oude bekenden die ik vanuit Panama naar Holland zond, de Rotterdam en Oranje

 

Zondag 15-09-1963

Begin van de middag krijgen we pompmateriaal aan boord en om 15.00 uur gaan we anker op en laten we Cristobal achter ons, we gaan onderweg naar Willemstad Curacao. Het windje is O.N.O. -2 prachtig weer en goede vaart in het schip, we hopen dinsdag aan te komen.

                                    Zeekaartje losse boot van Cristobal naar Willemstad

                       Postkaart van de Heerenstraat te Willemstad, Curacao, voor de shoppers.

Dinsdag 17-09-1963

Dinsdagmiddag om 16.00 uur passeren we Fort Amsterdam en om 16.25 uur liggen we gemeerd in de Nieuwe haven te Curacao. We laden brandstof, water en smeerolie dus zijn weer volop voorzien. De benen kunnen weer even gestrekt worden in Willemstad.

Woensdag 18-09-1963

We krijgen in de ochtend proviand en drankjes voor de dorstige kelen aan boord. Om 14.20 uur ontmeren we, een kwartiertje later gaat de loods van boord. We varen langs de "pontjesbrug" en Fort Amsterdam en we zijn weer op zee, de wind is nog steeds O.N.O. -2 dus zeer rustig weer. We hebben opdracht gekregen om weer richting Horta Fayal, Azoren te stomen voor stationsdienst.

 

De Zwarte Zee passeert hier de “Pontjesbrug” te Willemstad, Curacao.                Foto Arie Eriks (K.N.S.M.)

 

De Zwarte Zee gaat met losse boot richting Horta, Azoren.                                              Foto Arie Eriks (K.N.S.M.)

Zondag 22-09-1963

We varen in de Atlantische Oceaan met nog steeds een O.N.O.-windje 2-3. We varen op het gemakje 80 slagen van de schroef en maken 250/260 mijlen per etmaal, we hebben geen haast.

Zondag 29-09-1963

Vanochtend op de 08.00-12.00 wacht zijn we gestopt en liggen te dobberen op de lange oostelijke deining, het is gewoon lekker rustig als je de hoofdmotoren eens een keertje helemaal niet hoort, we hebben dus kennelijk geen haast.

Maandag 30-09-1963

We zijn om 16.15 uur weer gaan stomen (55 slagen) en onze positie is 36.13 N en 27.26 W.

Woensdag 02-10-1963

We hebben opdracht gekregen om ten anker te gaan bij een wat kleiner eiland van de Azoren namelijk Santa Maria alwaar we moeten wachten op reserveonderdelen, hier is het dichtbij zijnde vliegveld voor ons.

We zijn vanochtend om 08.40 uur ten anker gegaan in de mooie baai van Santa Maria en wachten af tot we de spullen aan boord krijgen waarop we moeten wachten, pas daarna zullen we weer naar ons station Horta stomen.

 

Zeekaartje met de losse boot van Curacao naar Horta Azoren, via Santa Maria voor reserveonderdelen.

 

 

Ten anker Santa Maria, vandaar naar station Horta op Fayal.

Vrijdag 04-10-1963

Om 19.30 uur worden de reserveonderdelen door de agent bij ons aan boord gebracht en een kwartier later gaan we anker op en verlaten we de reder van Santa Maria met bestemming Horta waar we morgenochtend hopen aan te komen.

Zaterdag 05-10-1963

We komen voor het breakwater van Horta en om 09.10 uur komt de loods aan boord. We gaan ten anker achter twee ankers en met de kont op de boei, het is nu min of meer al een bekend plekje voor degenen die hun eerste reis maken.

De Zwarte Zee op het bekende “stekkie” met op de achtergrond Pico bijna geheel in de wolken.

                                                                                                                                                                            Coll. Ron

           

 

                                       De werkboot keert terug van de wal naar de Zwarte Zee                                  Coll. Ron

 

 

Vandaag is het weer "bruine bonen dag" en na de maaltijd gaan de meeste bemanningsleden een middagdutje doen, anderen gaan aan wal of hebben werk te doen.

Donderdag 10-10-1963

Na een paar rustige dagen wordt er weer gevaren.

We gaan om 16.00 uur anker op en stomen de Atlantische Oceaan in naar positie 36.11 N en 03.52 W dus richting Middellandse Zee. Er schijnt daar een boot in de problemen te zitten dus we gaan dan maar die richting uit.

De Zwarte Zee verlaat het station Horta, Fayal op weg naar richting Middellandse Zee                Coll. Ron

 

Zondag 13-10-1963

Om 23.00 uur passeren we Cabo Espartel op 20 mijlen afstand en stomen niet lang daarna de Middellandse Zee in.

 

Maandag 14-10-1963

We varen vandaag in de Middellandse Zee richting opgegeven positie waar het schip met problemen zich moet bevinden. Deze middag om 13.30 uur krijgen we een berichtje dat onze hulp niet meer nodig is, dus we gaan rond en gaan weer naar het Westen. We hebben opdracht gekregen om te gaan bunkeren te Gibraltar, we hopen daar morgenvroeg aan te komen.

Dinsdag 15-10-1963

Vroeg in de ochtend komen we aan voor de "rots" van Gibraltar en om 06.25 uur komt de loods aan boord en varen we naar de bunker pier. Onderweg daarheen varen we pal langs het Amerikaanse vliegdekschip Saratoga, een zusterschip van de Forrestal, het waren toen de grootste vliegdekschepen die bestonden, een imposant gezicht.

Het Amerikaanse vliegdekschip Saratoga dat wij tegenkwamen te Gibraltar.                            Foto internet

 

Ook de rots van Gibraltar was voor ons mooi om van zo dichtbij te aanschouwen. Nadat we gemeerd zijn aan de bunkerpier laden we 123 ton brandstof.

Om 10.35 uur ontmeren we weer en laten Gibraltar achter ons, het was dus een zeer kort bezoekje.

We krijgen bericht dat we weer retour gaan naar Horta, Fayal.

 

Donderdag 17-10-1963

We krijgen om 15.45 uur een bericht van Rotterdam om volaan te gaan draaien voor een ontmoeting met de sleepboot Humber van onze maatschappij, zij bevindt zich in positie 11.10 N en 16.29 W. onder de West Afrikaanse kust.

Zeekaartje van de Azoren via de Middellandse Zee en Gibraltar naar locatie Sleepboot Humber.

Zeekaartje aankomst locatie Humber nabij Guinee Bissau jop was totall loss, opstomen Bahama eilanden

 

Zondag 20-10-1963

Na een zeer snelle reis aldaar aangekomen gaan we op 9 vadem (+/- 16 meter) ten anker, een mijl of tien van waar de Humber zich bevindt. Doordat het verderop te ondiep voor ons wordt, drijven we hier standby in afwachting van wat er gaat gebeuren. Onze positie 11.04 N en 16.42 W voor de kust van Guinee-Bissau.

Maandag 21-10-1963

De dag is net begonnen. Om 03.00 uur gaat onze werkboot overboord en deze vertrekt naar de Humber die standby een scheepje ligt dat daar aan de grond is gelopen en muurvast schijnt te zitten. De werkboot wordt bemand door kapitein Poot, bergingsinspecteur Colthoff, 3e werktuigkundige Van Sprang en matroos Van Gerven.

Bergingsinspecteur Colthoff was door een lokale boot reeds bij ons aan boord gezet. Onze werkboot is voorzien van een mast met in top een zinken emmer zodat ze gevolgd kan worden door de radar van de Zwarte Zee. Er zijn ook portofoons mee om contact te houden tussen werkboot, Humber en Zwarte Zee. Om 11.45 uur is de werkboot weer terug, met haar meevarend de sleepboot Humber.

De werkboot keert terug naar de Zwarte Zee, v.v.n.a.C.v.Gerven, A v.Sprang, Rom Colthoff, Kapt. A.Poot.

                                                                                                                                                                               Coll. Ron

 

 

Er is na onderzoek gebleken dat het schip totall loss is en er wordt geen Lloyds Open Form contract afgesloten. Het schip (dat wij nooit te zien kregen) blijft liggen waar het ligt, helaas voor iedereen. Bergingsinspecteur Colthoff wordt naar de Humber overgebracht door onze werkboot, en nadat dit gebeurd is halen we deze weer binnenboord en gaan we anker op.

De Humber komt nog even buurten                                                                                                              Coll. Ron

 

 

De Humber laat zich nog even fotograferen van dichtbij, goede reis.

 

De Humber passeert ons nog even voor de foto's, beide schepen laten hun misthoorns driemaal horen en ieder vervolgt haar eigen koers.

Wij zijn ook inmiddels gaan stomen, onze koers is richting Noord West en onze bestemming is de Bahama's.

Dinsdag 22-10-1963

Gisteren zijn we vertrokken vanaf de positie van de sleepboot Humber (zie vorig zeekaartje).

We hebben de opdracht gekregen om te stomen naar de Bahama's naar een van de eilanden genaamd Grand Bahama met de havenplaats Freeport. Het is een eiland dat niet ver van de kust van Florida ligt zo'n 75 mijl Oost van West Palm Beach.

Zuid Oostelijk van ons ligt de hoofdstad Nassau op New Providence Island zo'n 110 zeemijlen bij ons vandaan. Freeport ligt op zo'n 75 zeemijlen ten Oosten van West Palm Beach en ongeveer 80 zeemijlen van Fort Lauderdale, dus Florida ligt niet ver uit de buurt.

We maken 80 slagen per minuut dus doen het rustig aan. We hebben een N.N.O.-windje kracht 2 en een zomerse temperatuur, en zijn zo over een dag of 10 á 11 op de Bahama's, zo wordt verwacht.

 

 

Op de overtocht naar Freeport op Grand Bahama worden de waterkanonnen getest.   Foto De Sleeptros

Zondag 27-10-1963

Onze positie 11-10 N en 16-31 W. Nog steeds mooi weer, oostelijk windje kracht 2, licht golvend zeetje en we maken gemiddeld 270 zeemijl per dag, dus alles gaat naar wens.

Elke dag wordt de klok gemiddeld 18 minuten teruggedraaid maar daar krijg je ook geen jetlag van.

Woensdag 30-10-1963

We zijn op de 12.00 uur - 16.00 uur wacht 135 slagen gaan draaien, we schijnen dusmeer haast te hebben, het weer blijft goed, geen zwaar slingerend schip of iets dergelijks, en we komen al aardig in de buurt van Freeport.

Zaterdag 02-11-1963

De verwachting is dat we vandaag te Freeport zullen aankomen, en in de loop van de middag is het zover. De log wordt binnenboord gehaald en 10 minuten later stapt de loods aan boord. We varen de haven binnen waar we om 16.30 uur gemeerd liggen.

Vannacht wordt wat in zeemanskringen zo wordt genoemd een "boerennacht" (langer slapen dan wat op zee gebruikelijk is). Er kan ook eventueel gepassagierd worden na 3 weken op zee te hebben gevaren, het was 10 oktober toen we vertrokken vanaf de Azoren.

Nu afwachten of hier wat te verdienen valt voor ons, dus stationsdienst.

 

Zeekaartje 2e gedeelte reis en aankomst voor stations dienst te Freeport, Grand Bahama.

Woensdag 06-11-1963

Vandaag gaan we buiten ten anker. De loods komt aan boord en om 16.00 uur ankeren we op de rede van Freeport.

Vrijdag 08-11-1963Om 17.00 uur gaan we anker op, we hebben bericht van Tug Rotterdam gekregen om op te stomen naar Orange, Texas. Het feest is van korte duur want om 19.30 uur krijgen we alweer opdracht om terug te keren naar Freeport waar we om 22.20 uur ten anker gaan.

Waarom we ineens naar Orange moesten wisten wij toen nog niet.

Zondag 10-11-1963

Vandaag weer eens een rustdag voor het grootste deel van de bemanning. Wachtsman van dek en machinekamer zijn standby evenals een van de stuurlieden en uiteraard de marconist die constant uitluistert of er een S.O.S. in de lucht zit, maar ook wij uit de kombuis en de dekjongens, die ook altijd bezig zijn.

Er wordt veel gevist in het zeer heldere water op de rede, je kunt het koraal op de zeebodem zien, en er wordt ook gevangen. Als je de kerrie emmer (waar alle etensresten in worden verzameld en daarna overboord wordt geleegd) omkeert en de prut in het water ziet verdwijnen moet je daar je vislijntje met aas tussengooien, altijd prijs.

Diverse soorten vis worden aan dek gehaald en veel gaat weer terug het water in, bijna niemand durft zich aan deze hap te wagen.

 

Zondag 17-11-1963

Vandaag vier ik mijn 16e verjaardag, nou vieren, het is gewoon net als alle andere dagen: tafeltje dekken, ontbijtje, piepers schillen, koffie rondbrengen met een koekje o.i.d. Maar ik krijg toch een cadeautje dat ik niet verwachtte.

Om 06.30 uur zijn we ontmeerd, we gaan stomen naar Nassau, de hoofdstad op de Bahama's om daar het station te bezetten. We varen via New Providence Channel in een knobbelig zeetje naar Nassau waar we om 17.15 uur op de rede aankomen en de loods aan boord nemen. (Zie volgende zeekaartje). Een half uur later liggen we afgemeerd in de haven van Nassau. Dan even de wal op om een kijkje te nemen, het is toch mijn verjaardagscadeautje. Na enige Bacardi Cola's te hebben genuttigd heb ik het helemaal naar mijn zin, dit drankje hadden we al gauw in de gaten toen we op Freeport lagen, dus wat let ons.

Maandag 18-11-1963

We liggen langs de kade in Nassau, een leuke drukke stad en niet zo "saai" als Freeport, dat eigenlijk wordt "verbouwd" als cruisehaven voor de Amerikanen die met deze schepen veel in de Caribean varen en daar heel wat eilanden aandoen. Omdat de Bahama's vrij dicht bij Florida liggen, komen zij hier op Nassau ook vaak een dagje kijken. We kwamen dus heel wat Amerikanen tegen toen we met de Zwarte Zee aan de kade lagen in Freeport. Een veertigtal mensen liepen op de kade te wachtten op een tweemast zeiljacht dat maar niet kwam opdagen. Het jacht heette de Yankee Clipper en we zouden er nog mee te maken krijgen.

Zonsondergang te Nassau, Bahama’s.

De Zwarte Zee te Nassau Bahama’s, gemeerd voor het passagiersschip          Foto De Sleeptros

De baai van Nassau, voor anker ligt de Yankee Clipper waar we nog mee te maken kregen.    Coll. Ron

Vanmiddag hebben we vrij, voor de kombuisploeg is dit de eerste keer.

Onze directeur van Smit, de heer Viëtor is met de heer Edelenbosch in Nassau en hebben voor officieren en bemanning dit uitje georganiseerd. Een rondrit met "dikke" wagens door Nassau, een show met pelikanen die allerlei trucjes uithalen, en bezoek aan een geweldige club, biertjes en Bacardi Cola's etc. niks is te gek.

Als je aan de bar zit, kijk je onder water in het zwembad dat bij de club hoort. Er verschijnt daar een dame in badpak die ook allerlei trucjes en buitelingen doet. Zij pakt haar zuurstof uit een slangetje dat onder water bungelt en zo kan zij het wel een tijdje uithouden.

Als zij haar act heeft afgewerkt krijgt ze een groot applaus van ons allemaal.

Ben er nooit achter gekomen of zij dit heeft meegekregen. Na al het feestgedruis keren we laat in de middag terug naar de Zwarte Zee, en trekken na het avondeten de stapschoenen weer aan, het was een leuke, gezellige dag.

 

 

                                                     Een kijkje bij de pelikanen show.                                              Foto De Sleeptros                                            

 

Dinsdag 19-11-1963

Om 07.00 uur ontmeren we omdat er een boot aan de grond is gelopen net buiten de haven van Nassau, het blijkt de tweemaster Yankee Clipper te zijn. Niet lang daarna zijn we ter plekke en zetten de werkboot overboord om een sleepverbinding te maken. De boot zal een drijflijn overstomen naar de Yankee Clipper die zwaar slagzij maakt en vastzit op het koraal.

Als de Zwarte Zee zeer voorzichtig wil gaan vastmaken, omdat het ter plekke erg ondiep is, stoten we tweemaal op het koraal. Er wordt onmiddellijk losgegooid en we gaan een klein stukje verwijderd van deze plek voor anker (1/4 mijl Noord van Hog Island). Inmiddels is er onder ons contract een kleinere sleepboot gearriveerd die vastmaakt en om 10.45 uur de Yankee Clipper vlot trekt. Wij nemen onze werkboot weer aan boord en gaan om 12.00 uur anker op. Om 13.10 uur liggen we weer gemeerd aan de kade. (Zie volgende zeekaartje).

Hier de Yankee Clipper alweer onder zijl nadat zij is vlot getrokken.                     Coll. Ron

Woensdag 20-11-1963

Bijgekomen van de drukte van gisteren en iedereen heeft er weer zin in. Er is een duikonderzoek gedaan of we schade hebben aan de schroef of het roer, wat gelukkig niet het geval is. Na een verder rustig verlopen dag kan er voor de mensen, die de kans hebben, gepassagierd worden. Tomorrow is another day.

Donderdag 21-11-1963

De dag begint rustig, we liggen langs de gezellige drukke kade te wachten op de dingen die komen gaan.

Dit laat niet erg lang op zich wachten want om 11.20 uur ontvangen we het bericht van Tug Rotterdam dat er een boot aan de grond zit bij Puerto Barrios, Guatemala. Het blijkt de K.N.S.M.-vrachtvaarder Breda te zijn dus voor en achter klinkt het commando als iedereen aan boord is. Met de loods aan boord ontmeren we om 12.20 uur en de loods gaat een kwartiertje later van boord. De log gaat overboord en de beide karren gaan vol vooruit, we maken 140 slagen met de schroef dus de vaart zit er al gauw in. Een licht bewolkte lucht en een O.N.O windje, haast is nu geboden.

Vrijdag 22-11-1963

We varen zo'n 17,5 knots per uur en om 09.10 uur krijgen we van Tug Rotterdam te horen dat ons Lloyds Open Form is aangeboden. Om 12.00 uur passeren we Zuid de eilandjes Dry Tortugas in de Straat Florida. In het begin van de middag horen we op de radio het ontstellende bericht dat President John F. Kennedy in Dallas Texas is neergeschoten en overleden. Het wordt uiteraard het gesprek van de dag en iedereen is aangeslagen. In die tussentijd spuit de Zwarte Zee verder door het rustige water van de Straat Florida. In de nacht varen we langs het meest Westelijke punt van Cuba en komen we in de Caribische Zee terecht.

Zaterdag 23-11-1963

In de ochtend zijn we nog steeds onderweg naar de Breda die we vandaag zullen bereiken. Maar helaas, het zit ook deze keer niet mee. Om 15.00 uur ontvangen we een bericht van Tug Rotterdam dat de Breda uit zichzelf is vlot gekomen. We gaan rond en gaan op één kar terug naar station Freeport, Bahama’s. Jammer voor ons maar gelukkig voor de mensen van de Breda en het zal de K.N.S.M. niet veel kosten.

De Breda van de K.N.S.M. die net geen jop werd.                    Coll. Ron

Maandag 25-11-1963

We varen weer door de Straat Florida en passeren rond 11.30 uur wederom de Dry Tortugas eilandjes.

We komen mooie namen tegen onder de Florida kust zoals: American Shoal, Sombrero Key, Tennessee en Alligator Rif.

 

Dinsdag 26-11-1963

We zijn alweer in het zicht van de haven en we bereiken Freeport om 11.00 uur alwaar we weer ankeren op de rede en wachten op de dingen die gaan komen. (Zie volgende zeekaartje)

 

Diverse werkzaamheden rond Bahama’s, Yankee Clipper, Breda, retour Freeport, op weg naar Orange, Texas, U.S.A,

Maandag 2-12-1963

Om 10.40 uur gaan we anker op en varen naar binnen waar we langs de kade afmeren. We hebben al die tijd niet anders gedaan dan onderhoud aan het schip, aan dek wordt druk geschilderd etc. evenals de werkzaamheden in de machinekamer. Onze marconist luistert nog steeds scherp uit maar er gebeurt niets. In de kombuis gaat het ook gewoon lekker door. De kok beent zijn vlees uit, varkenshaasjes, karbonades, kogelbiefstukjes, het lijkt soms wel op een slagerij. Rob de koksmaat is onze broodbakker, wit, bruin, krentenbrood, cakes, een echter koekenbakker dus, alles bakt hij. We provianderen en hebben dagelijks verse melk en dat is iets dat je op zee nooit krijgt.

 

Vrijdag 6-12-1963

Het is weer varen geblazen en dus is het passagieren weer even over, op naar het volgende karwei.

We hebben een telegram gekregen van Tug Rotterdam dat we moeten opstomen naar Orange, Texas om een booreiland te gaan verslepen naar jawel, Rotterdam.

Wij als jonge knapen vinden het prachtig om richting Holland te gaan en we zijn natuurlijk niet de enigen. De bevaren mensen houden alleen een slag om de arm en zeggen: "we zijn er nog niet" want het is geen slooptankertje dat we gaan verslepen.

We ontmeren om 16.00 uur en gaan op weg naar Orange, Texas. Het is mooi weertje, in Holland zal het nu wel koud zijn, Sinterklaas is al geweest. We draaien 75 slagen wat zo'n beetje 15 knots per uur oplevert en varen weer door de Straat Florida de Golf van Mexico in.

 

Maandag 9-12-1963

We stomen nog steeds in de Golf van Mexico en hopen vanavond bij de Texaanse kust aan te komen. We willen weleens zien of we echte Cowboys tegenkomen, paarden, revolvers, de wildste verhalen doen de ronde. We genieten van de goede muziek die we op de radio ontvangen, Country and Western is de hoofdmoot. Ook de Beach Boys en Trini Lopez worden grijsgedraaid door de radiostations.

Om 22.25 uur komen we aan op locatie en gaan op de rede van Port Arthur voor anker. Morgen gaan we zien wat er gaat gebeuren, we zijn benieuwd naar Orange.

Dinsdag 10-12-1963 (13)

We liggen nog steeds geankerd op de rede van Port Arthur en gaan om 19.40 uur anker op. Even later passeren we de uiterton en komt de loods aan boord die ons dirigeert naar de bunkerpier in Port Arthur waar we om 22.40 uur aanmeren.

Woensdag 11-12-1963

We laden brandstof en om 14.40 uur komt de loods aan boord en ontmeren we om de Sabine River op te varen op weg naar onze ligplaats te Orange, waar we om 17.00 uur afmeren.

Vrijdag 13-12-1963

Er worden drie machinisten naar Holland gezonden te weten: de eerste, de derde en een assistent werktuigkundige.

Zij zullen, zodra als we in Holland aangekomen zijn, weer op de Zwarte Zee en de volgende reis, met een nieuwe bemanning gaan maken, zij zijn in ieder geval zeer goed bekend in onze machinekamer.

Aan boord veranderd dan ook iets in de samenstelling van de machinisten. Een tweede machinist waar we er twee van hebben, wordt eerste machinist. Onze overgebleven derde machinist zal later op het booreiland als machinist-runner meegaan maar zover is het nog niet.

Wel is er een nieuwe derde werktuigkundige aan boord gekomen en ook hulp-machinist Steketee, bekend om zijn verhalen en foto's die hij maakt voor ons maandelijks maatschappijblad (de Sleeptros).

Er schijnt nogal wat werk te zijn voor het zeeklaar maken van het rig, genaamd de Mr. Cap.

De Zwarte Zee gemeerd aan de kade te Orange, Texas                                  Coll. Ron

 

Straat te Orange, Texas, veel cowboys maar geen wilde schietpartijen.

Maandag 16-12-1963

Er wordt sleepmateriaal overgebracht naar de Mr. Cap.

Sleepkettingen, voorlopers, reservepompen, de hele handel wordt met diverse trucks overgebracht. Er wordt direct sleepklaar gemaakt en we wachten af wanneer we de reis op gaan. Het is zo'n beetje 5500 sleepmijlen dus we zullen wel even onderweg zijn.

De Mr.Cap is sleepklaar gemaakt, de werkers komen terug aan boord, v.l.n.r. Eddie Bakker, Chris van Gerven, Cor van Roon, Leen Pons, Bas Smallegange, Anton Rietdijk, Piet v.d. Hoek en Piet Koning.

Het havenstadje Orange is niet echt spannend voor ons jonkies.

Voor het betere stapwerk moet je toch eenentwintig jaar zijn, en dat zijn we dus nog lang niet.

Wij vermaken ons met milkshakes en Cola, kijken voor de etalages waar geweren, pistolen en revolvers volop uitgestald staan.

We zijn niet voor niets in Texas waar we heel veel cowboys met hun zogenaamde stetson op hun hoofd tegenkomen, maar zonder revolvers en paarden.

Uit alle kroegen die we tegenkomen, maar niet binnen mogen, klinken voortdurend "shit kickers" (country & westernmuziek).

Er is zelfs muziek bij van onze bioscoopheld Roy Rogers, we missen hier alleen zijn paard Trigger bij.

Nog een filmster uit onze tijd, Gene Autry, zingt goede country and western, maar we komen ze natuurlijk niet life tegen in Orange. We duiken ook grote supermarkten en winkels in, kopen tandpasta, T-shirts en chewing gum, genoeg voor de grote oversteek. De Omo waspoeder, tandpasta toilet zee pepermunt limonadesiroop etc. wat we bij vertrek uit Holland bij onze scheepshandelaar Tuytel hadden gekocht was reeds lang op.

Dinsdag 17-12-1963

Vandaag gaat onze derde werktuigkundige Houweling en matroos Breederveld over op de Mr. Cap, zij zullen samen met vier Amerikanen de zaak in de gaten houden op dingen die we liever niet zien gebeuren. Er wordt verwacht dat de Mr. Cap niet het slooptankertje is dat we onze eerste sleepreis hadden versleept. Het is winter Noord Atlantic en de sleep zal zeker niet zo handzaam zijn bij wat slechter weer, we zullen het gaan meemaken.

                                                                              Waar zijn ze?

Woensdag 18-12-1963

Vandaag is het zover.

Om 11.00 uur ontmeren we en stomen een eind de Sabine River op, er zijn al enkele havenboten op stap met de Mr. Cap en wij zullen dus wat later vastmaken. Om 14.25 uur passeren we de Bascule Bridge ter hoogte van Port Arthur.

Om 15.15 uur wordt de Mr. Cap vastgemaakt, wat een fluitje van een cent lijkt te zijn. Wij, de jonge garde staan met grote ogen te kijken naar het rig dat we gaan verslepen. Het is een zogenaamde Jack-Up Rig, driehoekig met drie poten. Onderaan de poten zitten drie sputcans, een soort van grote ronde tank die tegengaan dat de poten van het rig niet in de zeebodem zullen wegzakken.

Op de voorste poot staat een rond heliplatform, hier heeft men gedeeltes van de landingsplaats weggehaald zodat de wind er beter tussendoor kan blazen.

Als het hard zou gaan stormen zou het heli dek er weleens afgeblazen kunnen worden en je wil dat niet op je hoofd krijgen. Het booreiland is voor ondiep water, ongeveer voor vijfendertig meter diep water, dus goed voor de Noordzee. De poten zijn zo'n beetje vijftig meter hoog, voor ons dus een sleep met c-mijlen qua verdienste. Naast onze runners zijn er nog vier Amerikanen aan boord, hun namen: Dick, Jo, Ed en Jim.

De stuurboten hebben losgegooid, de Mr.Cap op de korte tros op de Sabine River, Texas U.S.A.

                                                                                                                                                       Foto De Sleeptros

0m 15.30 uur gooien de eerste twee havensleepboten los die voorop vast staan en we zetten de vaart erin.

Met een drie tot vier knots gangetje zakken we de Sabine River af. Te 17.35 uur gaan de achter sleepboten los en een half uurtje later passeren we het breakwater van de Sabine River.

We stomen op open water en om 18.40 uur gaat de loods van boord. Om 19.15 uur wordt de sleep gedeeltelijk gevierd en bevinden we ons in de Golf van Mexico, een lange sleepreis gaat beginnen.

Donderdag 19-12-1963

We varen met de Mr. Cap in de Golf van Mexico met mooi weer, wind N.O.3 en een goed volgende sleep. We maken 102 slagen en meten om 12.00 uur een run van 99 mijlen, voor een sleep van deze omvang en hoogte niet slecht. Op de 4-8 wacht wordt nog eens 400 meter sleepdraad gevierd dus bungelt de Mr. Cap weer een beetje verder bij ons vandaan.

Zaterdag 21-12-1963

In de nacht van vrijdag op zaterdag is het harder gaan waaien. Windkracht 6 tot 7 O.Z.O. en met stevige regenbuien. Er staat een aanschietende zee zoals dat genoemd wordt dus een slingerend schip en ook de Mr. Cap slingert licht op de golven, we draaien 92 slagen dus doen iets voorzichtiger aan. Later op de dag verbetert het weer en kunnen we weer wat harder draaien. We vieren nog eens 200 meter sleepdraad.

 

Maandag 23-12-1963

Vandaag een mooie run van 132 mijlen de laatste 24 uur, we hebben kennelijk stroom meegehad. Later in de middag gaan we weer minderen naar 92 slagen, het is windkracht 5 uit N.N.W. dus we worden weer iets afgeremd.

Woensdag 25-12-1963

Het is eerste Kerstdag en we hebben prachtig weer hier in de Golf van Mexico. 's-Morgens wordt iedereen die de vrije wacht heeft, uitgenodigd in de officierssalon en wordt verwelkomd door kapitein Poot. Na een korte toespraak wordt de Kerstkist geopend en worden de pakjes verdeeld en geopend.

Stukken zeep, after shave, een extra handdoek, luchtpostpapier te veel om op te noemen, we kunnen het gebruiken.

Smits-vrouwenclub had dit weer goed voor ons georganiseerd. Voor etenstijd wordt er gezellig gepraat en een borrel gedronken.

Met het eten wordt er met smaak van de kalkoen gegeten die in de States aan boord was gebracht.

 

Donderdag 26-12-1963

We varen met schitterend weer in de Straat Florida, een licht golvend zeetje, een goed volgende sleep en een zonnetje om wat kleur en vitaminen op te doen. Het lijkt nu een beetje op een vakantiereisje.

Ook vandaag is het weer zondagdienst dus iedereen geniet ook van deze dag. Ook speelt natuurlijk mee dat we onderweg zijn naar Holland, en we hopen dat de reis voorspoedig zal verlopen.

 

 

Vrijdag 27-12-1963

Om 8.40 uur gaat de werkboot overboord. Vanaf de Mr. Cap is gevraagd voor wat zuigkorven voor de pompslangen en lasdraad, omdat enkele steunberen ten behoeve van de poten en die op dek gelast zijn scheurtjes vertonen. Onze derde werktuigkundige op de Mr. Cap zal deze opnieuw gaan lassen. Het is nog steeds goed weer dus voor de bemanning van de werkboot een pleziertochtje. Ook onze scheepsklok wordt dagelijks vooruitgezet de ene dag 6 minuten, de andere dag 10 minuten, al naar gelang onze snelheid. Tot nu toe blijft het weer ons behoorlijk goed gezind varend op de Altantiche Oceaan.

 

 

Maandag 30-12-1963

Een beetje te vroeg gejuicht het weer is vandaag verslechterd. Zware regenbuien, O.N.O.-wind kracht 6 die de Zwarte Zee behoorlijk laat stampen en slingeren. Ook de Mr. Cap stampt en slingert behoorlijk, we hopen dat het van korte duur is. We draaien wat rustiger aan en maken 90 slagen. Onze middagpositie 30-04 Noord en 72-54 West.

Dinsdag 31-12-1963

Vandaag is het er niet beter op geworden. Er waait een behoorlijke bries kracht 5 tot 6, regen en in de loop van de dag minderen we heel wat slagen, we maken er nu 81. We hebben een run van slechts 49 mijlen in 24 uur.

Om 12.50 uur wordt gemeld dat er enkele lassen op de achterste poten, iets waren gescheurd aan dek. We sturen nu pal Oost zodat we recht op het zeetje liggen.

Om 18.00 uur meldt onze derde werktuigkundige op de Mr. Cap, dat deze nu wat rustiger ligt dan vannacht en dat de lassen niet verder zijn gescheurd. In de nacht neemt de zeegang weer verder af maar van Oud en Nieuw vieren komt niet veel.

De Zwarte Zee en Mr.Cap in windkracht 6/7 in de Atlantische Oceaan rond de jaarwisseling 63/64

De Zwarte Zee doet haar best om de vaart erin te houden.                                  Coll. Ron

Woensdag 1-1-1964

Nieuwjaarsdag.

Het weer is gelukkig wat beter geworden al is het buiig en loopt er een lange deining. Met een variabel windje is het wel uit te houden. De run vandaag is weer niet bijzonder, 48 mijlen dus de gang moet er weer in komen. De runners op de sleep melden dat alles nog hetzelfde is als gisteren, de sleep ligt een stuk rustiger. Ze proberen de lasgenerator, die het heeft begeven, te repareren. Hierdoor kunnen de gescheurde lassen nog niet hersteld worden.

Donderdag 2-1-1964

Met goed weer, we draaien 95 slagen. Vanaf de sleep wordt gemeld dat er toch weer een aantal lassen van de steunen van iedere poot verder los zijn gescheurd, er zijn er nog negen in takt. Later in de middag krijgen we de melding dat de generator is gerepareerd door onze derde werktuigkundige en dat morgen bij daglicht wordt begonnen met lassen.

In een telefoongesprek met Tug Rotterdam wordt de schade aan het laswerk gemeld, dit zal worden doorgezonden naar de States en ook naar onze ingenieur Hoogenbosch die deze zaken behartigt.

Vrijdag 3-1-1964

Een run van 106 mijlen, niet slecht dus. We bevinden ons op 29-50 Noord en 66-45 West. Onze marconist krijgt het telegram binnen van Tug dat zij het wenselijk vinden om voor inspectie van het laswerk de Bermuda's aan te lopen en ook nog vol te bunkeren met brandstof. We veranderen van onze koers van 90 graden naar Noordelijke 30 graden, dus op naar Saint George Bermuda waar we zondag hopen aan te komen.

Zondag 5-1-1964

Na verder te hebben gevaren bij mooi weer, arriveren we voor de haven van Saint George.

We hieuwen de nylon rekker op tot aan de beting en twee flinke havensleepboten maken achterop de Mr. Cap vast. We varen rustig door de nauwe doorgang die slechts 90 meter breed is de haven van Saint George binnen. Even later gaan we ten anker, de Mr. Cap wordt van ons vrijgehouden door de havensleepboten. Onze nylon rekker wordt verder scheepgehaald, de voorloper wordt uitgesloten en binnengehaald op de Mr. Cap. De twee havensleepboten gaan daarna op stap met het rig die haar aan de kade afmeren. Wij zelf gaan om 15.15 uur anker op en meren aan de kade voor onze sleep de Mr. Cap.

De gangway gaat uit, er kan vanavond weer gewandeld worden.

De Zwarte Zee en Mr.Cap gemeerd aan de kade van St.George, Bermuda.  Foto C.van Roon,        Coll. Ron

Dinsdag 07-01-1964 (14)

Gisteren was het een rustige dag aan boord van de Zwarte Zee, op de Mr. Cap is het druk met inspecties etc.

Om 10.45 uur komt er een loods aan boord omdat we naar de bunkerpier gaan om te bunkeren. Om 12.30 uur meren we daaraf en starten met brandstof innemen. We laden 278 ton brandstof, we ontmeren en varen weer naar onze ligplaats aan de kade voor de Mr. Cap. De dag zit er weer bijna op en in de avond kan er weer door de meeste mensen worden gepassagierd, waar dan ook gretig gebruik van wordt gemaakt.

Gemeerd aan de kade St. George, Bermuda                          Foto F.J.Steketee                   Coll. Ron

Ik moest natuurlijk even poseren in het bekende schandblok te St. George

Er werd ook nog een voetbalwedstrijd gespeeld tegen het lokale team van St.George.           Coll. Ron

Zondag 12-01-1964

We hebben open dag aan boord van de Zwarte Zee en hebben veel aanloop van inwoners van St. George waar we alweer een week voor de kant liggen. Stuurlieden, matrozen en machinekamerpersoneel, iedereen is suppoost op het schip en leidt mensen rond. Verhalen worden verteld over de reis die we hebben gemaakt en hoe er gedacht wordt over het stuk wat we nog moeten afleggen. De mensen luisteren aandachtig naar onze jongens die hun beste Engels uit de kast halen. Er worden kennissen en vriendinnen gemaakt, sommigen van ons hopen weer gauw eens een keertje rond te kijken op Bemuda.

Ook wordt er door een elftal van de Zwarte Zee een voetbalwedstrijd gespeeld tegen een elftal van een lokale vereniging, onze boys krijgen klop maar hebben wel plezier beleefd in de match, 's avonds wordt er aan de wal een stevige neut op gedronken.

De laswerkzaamheden vorderen gestaag en voor ons is het verder afwachten tot dit allemaal achter de rug is.

Donderdag 16-01-1964

Er wordt ons meegedeeld dat we morgen gaan vertrekken. De laswerkzaamheden zijn achter de rug, de Zwarte Zee is tot de nok vol gebunkerd en volop geproviandeerd, maar ook op de Mr. Cap natuurlijk, het is wachten op morgen.

Vrijdag 17-01-1964

Om 08.00 uur komt de loods aan boord en een kwartiertje later ontmeren we en varen we naar de Mr. Cap die intussen al van de kade was vertrokken, versleept door drie lokale sleepboten.

De Zwarte Zee ligt klaar voor vertrek.                                  Coll. Ron

                    We maken om 09.00 uur vast en stomen door de baai richting de Atlantische Oceaan.

De Zwarte Zee gaat weer vastmaken op de Mr.Cap .           Coll. Ron

                                                                                 Waar zijn ze?

De reis naar Rotterdam gaat beginnen.               Coll. Ron

En stomen richting de nauwe doorgang naar zee.

 

 

 

Op weg naar zee met behulp van stuurboten                                                                                    Coll. Ron

 

 

En passeren hier de nauwe doorgang naar zee.                                                                                       Coll. Ron

We passeren wederom de nauwe haven in/uitgang en komen zo buiten op zee terecht.

De lokale sleepboten gooien los en om 10.00 uur gaat de loods van boord, en al stomend vieren we de sleepdraad enkele schijven. We zijn nog maar net op zee, mooi weer en lichte deining.

We komen op open zee en vervolgen onze reis naar Holland.

Zeekaartje Orange, Texas naar Rotterdam via St. George op Bermuda.

Slepen de Mr.Cap met goed weer op de Noord Alantic na het verlaten van Bermuda.     Coll. Ron

                                                                                                                                                          Foto F.J.Steketee

Vanaf de Mr. Cap melden de runners dat zij alle zogenaamde keggen vast hadden gezet die tussen de spudcans waren geplaatst. Op alle drie de poten zijn er door het slingeren enige keggen gaan werken, en zijn er ook een of twee die zij hebben laten slippen. Per telefoon wordt de survayer te Bermuda geïnformeerd, en hij geeft zijn akkoord dat opnieuw stijf zetten van de keggen geen gevaar is, als zij te hoog optrekken, en wij slepen door.

 

Zaterdag 18-01-1964

Op de 8-12 wacht, wakkert de Z.O.-wind aan van windkracht 5 tot 8. De Zwarte Zee slingert 25 graden van bak- naar stuurboord, in de kombuis is alles flink zeevast gezet, slingerlatten op het fornuis zodat de pannen je niet om de oren vliegen. Het eten serveren etc. neemt wat meer tijd in beslag omdat je jezelf toch wel met één hand moet vasthouden.

Aan dek krijgen we flinke klappen water over, en de Mr. Cap is in plaats vanachter de Zwarte Zee te volgen, naar onze bakboorzijde verhuist. Omdat we weinig of geen vaart maken waait ze door de harde wind en flinke zeegang achter ons vandaan. Volle kracht draaien gaat niet in verband met eventueel breken van het sleepgerei, dit moeten we absoluut niet hebben.

De Zwarte Zee met haar bemanning worstelt door. Op de Mr. Cap heeft men het ook niet zo naar de zin, ook zij slingert en stampt er op los, laten we hopen dat we alles heel houden.

Later in de avond en nacht neemt de wind gelukkig af, er blijft nog wel een behoorlijke deining lopen, de slagen van de schroef zijn weer verhoogd van 70 naar 85, driekwart van ons vermogen.

 

Bij windkracht 8 wordt de Mr.Cap gaande gehouden en verwaait wat naar onze bakboords zijde.

                                                                                                                                      Foto C.van Roon           Coll. Ron 

Zondag 19-01-1964

Ook onze runners hebben niet stilgezeten en nadat de storm is geluwd kunnen ze weer een beetje op een normale manier aan dek lopen. Er wordt gemeld dat er een steun op een van de poten is gescheurd, en enkele keggen van de spudcans losgewerkt en geslipt waren.

Om 15.30 uur wordt gemeld dat de lassen die waren gescheurd, zijn hersteld, laten we hopen dat dit niet te vaak gaat gebeuren. Maar ja, het is immers winter op de Noord Atlantic, je kunt hier van alles verwachten.

 

Dinsdag 21-01-1964

Om 10.15 uur zijn we 70 slagen gaan draaien daar de runners weer enige scheuren moesten lassen. We zijn een andere koers gaan liggen zodat men beter kan werken op het rig dat dan niet zo slingert.

Om 15.50 uur melden de runners dat alle schade is hersteld. We voeren de slagen weer op tot 80, er staat nog wel een harde Zuidenwind 6-7, wat beide vaartuigen nog flink in beweging houdt.

 

Woensdag 22-01-1964

Vandaag gaat het helemaal niet zoals iedereen zou willen. Het slingert en stampt dat het een lieve lust is. Alleen de hoognodige dingen die moeten gebeuren worden gedaan.

Op het achterdek komen bonken water over en doen de Zwarte Zee schudden in haar tuig. De wind is toegenomen tot West ten Noorden, windkracht 8-9, een hoge zee, afwisselende bewolking en buiig en een barometerstand van 995 millibar, een echte winterse Noord Atlantic dus.

Onze runners melden dat er geringe schade is en willen het vanmiddag repareren, gezien de weersomstandigheden ligt het rig goed, wordt gezegd. Tegen het einde van de middag waait he nog steeds 8-9 en horen we van de runners dat alles nog steeds in orde is, zij konden uiteraard de gescheurde lassen nog niet repareren

 Zij krijgen wel enorm veel water over het achterste gedeelte van het rig, zo gaan we de nacht in.

Donderdag 23-01-1964

Vandaag nog steeds dezelfde ellende, we dobberen op 33-01 Noord en 52.50 West.

 De wind waait nog steeds loeihard, is naar West gedraaid en is nog steeds 8-9. We hebben toch nog 107 mijlen gemaakt dit etmaal dus we gaan nog vooruit.

 Van de runners krijgen we geen sombere berichten, het sleepgerei blijft gelukkig heel, de matrozen en licht matrozen sturen als roergangers op het handje, de automatische piloot is reeds lang uitgeschakeld, die kan al dat gegooi niet meer aan.

 

Vrijdag 24-01-1964

Gelukkig, vannacht is de storm afgenomen.

De wind is nu N.W. 3 licht golvend met een Noord Westelijke deining dus de klappen van onze schroef worden weer opgevoerd tot 90, er zit weer iets meer vaart in het transport, onze paarden doen hun best. We zijn blij dat deze worstelpartij weer achter de rug is.

Zaterdag 25-01-1964

De wind loopt naar het Noord Noord Oosten kracht 5 dus een pittige bries en deining uit dezelfde richting, bij wat we de laatste dagen hadden, stelt dit niet zoveel meer voor. Tegen middernacht melden onze runners dat er weer verschillende lassen zijn gescheurd omdat het rig waarschijnlijk moeilijk op de deining ligt, we gaan 72 klappen draaien.

Zondag 26-01-1964

We draaien op het ogenblik halve kracht zodat we het rig gaande houden om het zo rustig mogelijk te laten liggen en de runners meer tijd te geven om de scheuren weer te lassen die toch steeds ontstaan door de bewegingen die het rig maakt. In de late middag draaien we nog steeds langzaam voor behoud van de sleep.

Om 22.30 uur gaan we 65 slagen draaien.

 

Zondag 02-02-1964

Na een betrekkelijk rustige week met goed weer en veel lasreparaties op het rig zijn we beland in februari, de tijd vliegt. We krijgen een berichtje van onze sleepboot Ierse Zee dat ze op enkele dagen stomen bij ons vandaan is.

Zij is op weg naar het transport Elbe en Rode Zee die onderweg zijn met het booreiland Mr. Louie, van New Orleans, Louisiana naar Bremen, Duitsland. Zij zal ons post brengen en voor de Mr. Cap benzine en laselektroden die deze reis veel gebruikt zijn op het rig, je kunt niet zonder.

Dinsdag 04-02-1964

Om 05.00 uur arriveert de Ierse Zee bij het transport en om 07.30 uur wordt bij daglicht diverse materialen overgegeven aan de Mr. Cap.

 

 

De Ierse Zee komt aan bij het transport Zwarte Zee/Mr. Cap en brengt post en materiaal mee.  Coll.  Ron

 

                 De Zwarte Zee en Mr.Cap gezien vanaf de Ierse Zee.          Foto’s Sjaak Willemstein

Om 08.10 uur is het handeltje overgegeven, wij hebben onze post aan boord gekregen en zij nemen onze post mee naar Bermuda waar zij nog even vol gaan bunkeren. De Ierse Zee onder commando van kapitein Jan Bruins vervolgt haar weg naar het transport Mr. Louie. Nadat beide schepen drie lange stoten op de misthoorn hebben gegeven, goede reis.

 

 

Zeekaartje vanaf Bermuda richting Potugese Noord

Donderdag 06-02-1964

We komen in de buurt van de Azoren de afstand is ongeveer 30 mijlen met schitterend weer, het kan verkeren.

Vroeg in de middag gaat de werkboot overboord en wordt er 1000 liter drinkwater in speciale vaatjes die altijd op de run gebruikt worden bij de Mr. Cap aan boord gebracht. Er wordt ook nog wat kleiner spul overgeheveld. Een uurtje later wordt de werkboot weer binnenboord gehaald en vervolgen we onze reis.

Vrijdag 07-02-1964

We varen Horta en Terceira voorbij, dus de Azoren hebben we gehad.

Onze runners melden dat de schade die gedurende de reis op het rig was ontstaan op een enkel onbelangrijk scheurtje na, hersteld is.

In de nacht gaan er weer klappen af omdat we in een stijve bries verdagen Z.Z.O.-windkracht 5-6. Met een golvende zeegang en een dooreenlopende deining, de andere dag is het weer opgeknapt.

De runners melden dat er weer wat lichte schade was ontstaan maar deze wordt weer snel hersteld want er zijn genoeg laselektroden op de Mr. Cap.

De Mr.Cap op de lange deining van de Atlantic voordat we het Engels kanaal bereiken Foto C. van Roon.

Zeekaartje van het laatste gedeelte van de reis met de Mr.Cap van positie Azoren naar Rotterdam.

Zondag 09-02-1964

Weer een hele mooie dag, windstil en een rustig schip. Iedereen vermaakt zich op zijn manier, de een pikt een zonnetje aan dek, de ander tekent en ikzelf mag een halfuurtje vrij van de kok om nu eens een keertje bij daglicht te mogen sturen. Je hoeft bijna geen roer te geven met dit mooie weer, we zijn weer een nieuwe ervaring rijker en trots als een pauw dat ik met zo'n groot rig achter ons het roer in handen heb (wel met als leermeester matroos Bas Smallegange naast me natuurlijk).

Woensdag 12-02-1964

Op de 8-12 wacht gaat het weer eens wat harder waaien, een Westenwind 6-8 dus het is weer slingeren geblazen. De volgende dag wordt het weer beter en kunnen we weer een halve knots per uur meer maken.

 

Vrijdag 21-02-1964

We hebben een rustige week achter de rug en varen reeds in het Engels Kanaal in de buurt van het eiland Guernsey, we gaan dus al aardig opschieten richting Holland. De Kanaalkoorts begint zich al te laten voelen, hier en daar tenminste, sommigen van ons halen hun koffers al tevoorschijn, je kunt er niet vroeg genoeg bij zijn.

Zaterdag 22-02-1964

We passeren bekende namen zoals Casquets, Alderney, Cap de la Hague, we komen nu toch wel heel dicht bij huis.

 

Zondag 23-02-1964

Dungeness wordt gepasseerd evenals Varne lichtschip.

Op de 4-8 wacht krijgen we te horen dat onze kleine zuster, de sleepboot Witte Zee zinkende is dichtbij de beruchte Needles bij het Isle of Wight. Zij is daar op een onderwaterrots gestoten bij het vastmaken van de Brother George die daar aan de grond zit. De bemanning heeft de Witte Zee verlaten en allen werden gelukkig gered door de Engelse sleepboot Gatcombe en door een reddingsboot.

Het was vandaag toch al een heftige dag, want door een paar maal flinke stroom mee te hebben gehad, zullen we morgen de pieren van Hoek van Holland zien als alles verder goed gaat.

 

                                                              Witte Zee

                                                       De Witte Zee die bij Isle of Wight verging.                                           Coll. Ron

Maandag 24-02-1964

De dag is net begonnen en met een licht Zuiden windje hebben we er goed de gang in. Van bak- en stuurboord schieten veerboten van Frankrijk naar Engeland en terug voor ons over en achter ons langs. Dus een drukte voor onze kapitein, stuurlui en uitkijk. De Mr. Cap volgt ons het laatste stuk zeer gewillig dus alles gaat voorspoedig.

Om 12.00 uur varen we nabij het lichtschip Goeree en wordt de sleeplog binnenboord gehaald. Om 12.45 uur passeren we de Maasboei en de Mr. Cap wordt kort achter de Zwarte Zee gehaald. Om 15.30 uur maken de sleepboten Achilles en Atlas vast op de Mr. Cap.

Een vliegtuigje van de pers cirkelt regelmatig over het transport, we zijn kennelijk een bezienswaardigheid, en leuk voor de luchtfoto’s.

                                                           Het transport vanuit de lucht gezien.                                        Coll. Ron

De Zwarte Zee met de Mr.Cap is gearriveerd voor de Nieuwe-Waterweg.                                         Coll. NSM

                                                                                                                                                                                      Coll. NSM

De Mr.Cap                                            Foto  de Sleeptros

 

 

Nogmaals het transport Zwarte Zee/Mr.Cap                                                                                             Coll. NSM

 

 

 

De Schouwenbank laat zich ook zien, zij staat vol met fotografen, journalisten en cameraploegen.

Om 14.35 uur wordt het Noorderhoofd gepasseerd en tegen de ebstroom in, varen we de Nieuwe-Waterweg op.

 

De laatste loodjes van onze reis, het is knokken tegen de zware ebstroom in.                                  Coll. Ron

Om 18.20 uur passeren we Maassluis en om 20.30 uur wordt de Mr. Cap losgegooid ter hoogte van scheepswerf Wilton Fijenoord en met extra havenboten wordt de Mr. Cap afgemeerd.

Om 21.15 uur meert de Zwarte Zee af na een sleepreis van ongeveer 5500 mijlen. Het was een lange reis, vanaf de technische proefvaart op 12 April 1963 tot 24 Februari 1964 was het mijn huis (zonder ramen weliswaar).

Heel vaak was het mooi en leuk, soms minder bij vlagen. Maar ja, zo is het Zeemansleven. Wij zoeken de gangway op en wensen elkaar een goed verlof en tot ziens?

Ik ben van plan om toch nog een reisje te maken heb de smaak te pakken gekregen.

Met een taxi ga ik naar huis met nog enkele Vlaardingse stadsgenoten en ga uitrusten en eens een keertje uitslapen na een lang verblijf aan boord van meer dan tien maanden op "mijn" schip, de Zwarte Zee.

 

                                                    Goede wacht sailors

Hierbij dank aan de collega’s van het Nationaal Sleepvaar Museum voor het inkijken van de journalen van de eerste reis van de Zwarte Zee, zonder deze info had ik waarschijnlijk wel een paar dingetjes gemist zoals b.v. de info op de zeekaartjes die ik kon maken etc.

Dank ook voor de foto’s uit de collectie van het Nationaal Sleepvaart Museum (genoemd NSM), en aan degene die mij ooit de foto’s hebben geschonken of hebben toegestuurd.

Van een enkele foto is de naam van de maker niet te traceren dus NN.

 

Hierbij de fotografen: Collectie NSM, Frits Stigter, Coll. J.Dekker, Bart Kuijsten, Arie Eriks, Cor van Roon, Frans Steketee, Sjaak Willemstein en NN, en sorry voor degene die ik niet heb vermeld.

 

                                                Ahoy, Ron de Jong Beekhuijsen