ZEEVROUW{5}

Aangekomen in Corinto Nicaragua na een heleboel rompslomp we werden opgewacht door soldaten en vreemde knakkers ja, met geweer,{van wat komen jullie hier doen?}. Hutcontrole, een in en uitloop van allerlei [black apos] soldaten. Staat eén van hun flink stom te doen, maakt allerlei avances, en ik heb het gevoel een beetje minderwaardig behandeld te worden. Ik vraag aan de leerlingmachinist of hij de 1ste W.T.K. wil roepen, nou toen bond hij wel in, die dacht even pop te doen, en ineens hoefde hutcontrole ook niet meer. We werden zelfs uitgenodigd voor een etentje bij hem thuis, het bleek de luitenant te zijn van het spul, dat hebben we dus uiteraard niet gedaan, van zo’n mentaliteit hou ik dus echt niet van, om van te kotsen.

Met de hond van de Ouwe aan wal gegaan, nog erger dan in Porto Cabello, wat een armoetroef. Bij de uitgang militaire controle, paspoort inleveren die kreeg je weer terug als je weer aan boord kwam. De varkens lopen daar gewoon op straat, en stinken een echte muffe lucht van stof, urine en afval, met die warmte wil dat wel meuren. Echt armoe, de huizen, {nou huizen} barakken is een beter woord zijn verveloos. Op het plein midden in de town een station en een kerk daaromheen wat winkeltjes en de krikkemikken, en alles is zo sloom, de mensen liggen, zitten of hangen tegen de straat. De taxi's lijken zo van de sloop geplukt te zijn, hangt met ijzerdraad aan elkaar. Bij de poort stonden vrouwen en kinderen met emmertjes en plastic zakjes graan te rapen, wat van de vrachtwagens viel, uren lang tot ze wat hadden vergaard. Ook liep er een forse negerin met een mand bananen op haar hoofd te gillen door de straatjes.

De Kapitein is na de koffie de wal gaan verkennen, die kwam met vette verkering terug, en de liefhebbers hadden ook al gauw iets aan de haak geslagen. Ikzelf in de hut met de machinisten een flinke neut gedronken, flinke koppijn de volgende morgen. De andere dag vertrekken we weer naar Panama Bilbao, ik ben benieuwd waar we dan weer naar toe gaan U.S.A. of Europa.

Ja, hoor weer ziek, ik voel me steeds zieker worden, weer over m’n nek, ik moet elke keer weer ingeslingerd worden. Op advies van de 1ste stuur, ga ik op de op de vleugel staan met m’n neus in de wind, en dan knap ik weer een beetje op. Om middernacht hoor ik van de Ouwe dat we na Panama weer naar Venezuela gaan en dan Glasgow{Engeland} gaan. Het word geen Bilbao, maar Cristoball, dus gaan we weer het Panamakanaal door. Heel erg mooi! Aan weerzijden jungle, oerwoud en moerasgebieden. We gaan voor de laatste sluizen voor anker tot de andere dag.

Daar verziekte de kok alles,{wat er precies is gebeurt, weet ik niet en hoefde ik ook niet te weten}maar die werd op staande voet ontslagen. De Ouwe komt naar me toe en zegt: Jij moet maar vreten koken!!. Ik helemaal in de stress, kan ik dat wel, en hoe vind de rest van de bemanning dat? De kok kon mooi in zijn hut blijven, en geen voet meer in de kombuis, en in Cristoball naar een hotel en wachten op een vlucht naar huis.

En hoe het vergaat met het koken, dat vertel ik weer in mijn vervolg van deze avontuurlijke zeereis.

Groetjes Susanne.