Stage-reis op de Prinses Margriet 1976

 Als studenten van de Hogere Zeevaartschool  “de Ruiter” in  Vlissingen, werden we in de gelegenheid gesteld een stage-reis te maken met het Koopvaardij-opleidingsschip “Prinses Margriet”. Dit relaas speelt zich af in October 1976.

Met een aantal mede-leerlingen van onze RO (Radio-Officier) opleiding reizen we in uniform af naar Amsterdam, waar we zullen inschepen aan boord van dit ‘beruchte’ schip.

Berucht, want van andere leerlingen die al eerder met de ‘Prinses Margriet’ gevaren hebben, komen we te weten dat dit schip een echte slingerbak is, waar iedereen zeeziek op wordt. We denken dat het allemaal wel zal meevallen, en dat het ‘ indianen-verhalen’ zijn om ons bang en onzeker te maken.

Eenmaal aan boord zien we op diverse strategische punten op het schip kotszakken hangen, niet echt een bemoedigend signaal. Zelf vrees ik weinig of geen last te krijgen van zeeziekte, want ik heb op zeil- en visserschepen al ruime zee ervaring opgedaan.

Eenmaal aangekomen, worden we door de vaste bemanning aangemonsterd, en worden we ingedeeld in een ‘wacht’ . Gedurende de reis  zullen we diverse taken moeten uitvoeren, van het helpen in de kombuis, het schoonmaken van de verblijven,  wachtlopen op de brug, en specifiek voor ons, Radio-Officieren het wacht lopen in de radiohut, wat voor ons het meest interessante deel van de stage zal zijn. Ook zullen we diverse instructies krijgen m.b.t. veiligheid, zoals brandrol, sloepenrol, man-over-board manoevre etc.

Onder de brug van de ‘Prinses Margriet’ ligt een tweede brug, waar ook navigatie apparatuur staat voor instructie. Het schip is mooi afgewerkt, met hardhouten deuren en panelen, en koper beslag, maar als contrast, op de vloer in het bemanningsverblijf ligt linoleum, waar we later het nut van zullen ondervinden.

We kijken al met spanning voorruit naar de instructie die we zullen krijgen, om te werken met radar, radio-richtingzoeker, echolood e.d. en naar de werkzaamheden in de radiohut, zoals het opnemen van weerberichten, persberichten, berichten aan de Scheepvaart e.d, en een aantal van onze groep zal zelfs (morse) berichten mogen versturen met Scheveningen radio PCH.

We zijn laat in de middag ingescheept, en nadat iedereen ingedeeld is en een hut is toegewezen, wordt er voor- en achter gemaakt, en gaan we via het Noordzee-kanaal richting IJmuiden.

Eenmaal door de sluizen heen begint het schip al wat meer te bewegen, zelfs voordat we de golfbrekers voorbij zijn. We hebben in de radiohut het weerbericht al opgenomen en naar de brug gebracht en aan de stuurman van de wacht overhandigd.

Dogger, Humber, Thames, German Bight Northwesterly winds force 7,

Forties, Viking,  Fisher Northwesterly 8 .

Dat betekent dat er flink wat deining zal staan, en dat is al goed te merken, het schip begint te stampen en te slingeren, de koers ligt vrijwel gelijk als hoe de deining inkomt, maar op de ondiepe Noordzee maakt dat niet veel uit.

Het is komisch als we in het vooronder (waar onze hutten liggen) naar het toilet gaan, het lijkt of je met een lift 5 a 6 verdiepingen omhoog gaat, om met één klap weer naar beneden gesmeten te worden. Het is moeilijk om  staand je behoefte te doen, en dan spreek ik nog alleen maar over de vertical beweging…

De horizontale beweging, het slingeren, is exact zoals beschreven door onze voorgangers, ziekmakend !

Aangezien het schip geen lading heeft, behalve ballast dan, zijn er door de werf anti-slingertanks geinstalleerd , welke tanks een vertragend, en onnatuurlijk effect geeft aan de slingerbeweging. Op het moment dat je denkt dat het schip terug komt uit de slingerbeweging, geven de tanks nog een extra zetje … Het ziekmakend effect blijft niet uit, voordat de loods van boord is, zijn  er diverse mede-studenten groen en geel, en staan aan de railing of in de toiletten te kotsen. Nu weet ik waarom in de meeste ruimtes in het schip linoleum ligt, is makkelijker  en sneller schoon te maken…

Ik voel dat de stamp- en slingerbeweging effect heeft op mijn lichaam, maar ik ben niet misselijk of draaierig, en ik kan mijn taken gewoon uitvoeren.

Gelukkig hoeven wij als RO´s  ´s-nachts geen wacht te lopen, dus dat is de eerste meevaller. We bereiden ons voor om te gaan slapen, gelukkig staat mijn kooi langscheeps. Voor de zekerheid stuw ik een zwemvest onder  één kant van het matras, zodat ik niet uit mijn kooi kan slingeren.

06:00 uur, opstaan, ik heb goed kunnen slapen. Het stampen en slingeren is toegenomen in amplitude, maar afgenomen in frequentie. De golven zijn regelmatiger, omdat we in dieper water zijn aangekomen. Het douchen is een hele klus, je hebt minimaal één hand nodig om je vast te houden, en met de andere kun je je insmeren met shampoo of zeep. Bij het tandenpoetsen komen er weer diverse gasten in de problemen, en komen de spontane kotsneigingen weer boven.

De stank in de toiletten  is niet te beschrijven, maar gelukkig kom ik er ongeschonden uit.

Ontbijt, mijn eetlust is niet echt geweldig, maar ik wilt toch wel wat eten. In de messroom schuif ik aan tafel met mijn makkers. Van de ongeveer 80 leerlingen aan boord, zitten er maar een stuk of 20 aan tafel, de rest is of op wacht, of ziek, zwak en misselijk.

Eddie de purser brengt het ontbijt aan de tafels, koffie, thee, geroosterd brood, en….. gebakken eieren met spek !!!! van de twintig aanwezigen, blijven er minder dan tien over, de rest snelt zich naar buiten.

De rest van de reis verloopt voor mij volledig naar wens, ik leer veel en leg een goede basis voor wat ik de volgende 7,5 jaar in mijn carriere ga doen, werken als Radio Officier (Sparks).

Zodra we weer voet aan wal zetten in Amsterdam, blijkt het slinger-effect nog steeds invloed te hebben op onze manier van lopen, we lopen al slingerend naar het Centraal Station om met de trein en een voldaan gevoel terug te keren naar Vlissingen.

03 Mei 2009

Dirk Johannes Bal

Maceió – Brazil