Hebbiewellis (7)

Hebbiewellis op West-Afrika gevaren…??

Tweede reis m.s. "Merwede" 15/7 – 16/10 ‘62

Bij aankomst in de Rotterdamse Merwedehaven stonden er een aantal mannen klaar om af te monsteren en met vakantie te gaan. Ook de 1e stm had al zijn spullen gepakt, hij had West Afrika nu wel gezien. Hij had er eigenlijk zijn zakken vol van, ruim negen maanden vond hij welletjes. We hadden hem al een prettige vakantie toegewenst maar nadat het kantoorvolk een halfuurtje aan boord was, kwam hij ons vertellen dat hij weer meeging als kapitein. Dat gunden we hem van harte en als rechtgeaarde zeeman slik je dan, zet een kapiteinspet op en begin je na het lossen weer met laden en aan je volgende reis.

Via Amsterdam gingen we naar Hamburg. Er waren wat nieuwe gezichten aan boord gekomen. Een 1e stm, 3e wtk en een leerling wtk. De nieuwe 3e wtk vertelde openhartig dat hij een heel slechte dronk over zich had. "Als ik een paar pilsjes op heb dan sla ik mijn grootste vriend in elkaar "!! Vertrouwde hij ons toe. Toen hij dan ook in Hamburg aan mij vroeg of ik meeging naar de Reeperbahn om een pilsje te pakken, bedankte ik daar beleefd voor. Ik moest hoognodig brieven gaan schrijven. Ik wist tenslotte niet of ik in deze korte tijd al tot zijn grote vrienden gerekend werd. Hij was ook nog eens berensterk vertelde hij. Mocht er op deze reis een zuiger van de hoofdmotor worden getrokken dan mochten alle machinisten de moeren van de cylinder aanslaan tot er geen beweging meer in zat. Hij wilde dan wel wedden dat hij ze dan nog wel een stuk vaster kon slaan. Toen mijn brief klaar was ben ik toch nog maar even met de 4e stm een pilsje gaan halen. Om dorst op te doen bewonderden we eerst de prachtige koperen ketels van de bierbrouwerij bij de Landungsbrücke die we passeerden op weg naar de Reeperbahn.

We pakten altijd het eerste pilsje in een kroegje op een hoek van de Reeperbahn waar op de andere hoek het politiebureau gevestigd was. Niet omdat de Grunen aan de overkant zaten, maar omdat de pils daar een normale prijs had. Aan het eind van de avond pakten we daar dan ook het laatste afzakkertje voor we weer terug naar boord gingen. Net toen wij wilden opstappen na een paar pilsjes, kwam onze berensterke 3e wtk binnen die ons een laatste gouden rakker aanbood. Dat wilden en konden wij niet weigeren en met een man of 5 aan een tafeltje werden de belevenissen van die avond doorgenomen. Tijdens het enthousiaste vertellen ging er een glaasje pils om en viel kapot op de grond. De 3e wtk bestelde een nieuw glas pils en hij legde de ober uit dat gebroken glas zijn zaak geluk zou brengen en dat dit pilsje dus gratis vervangen werd. De ober dacht daar heel anders over en vond dat bier en glas betaald moesten worden. Van lange gesprekken hield onze 3e wtk dus niet en ging het aan de bar nog een keer uitleggen. Hij pakte de reling die aan de voorkant van de bar bevestigd was en schudde daar wat aan. De tapkast bewoog ritmisch heen en weer en alle lege glazen erop rinkelden mee. De ober bedacht zich en bood de pils gratis aan maar het glas moest betaald worden. Nou daar hadden we er wel eentje van in een binnenzak zitten dus dat werd snel opgelost. Hoewel dit glas erg op zijn glazen leek was hij niet meer geinteresseerd waar wij dat glas vandaan hadden. Even later verlieten we het kroegje en gingen terug naar boord. De 3e wtk vond dat de avond net begonnen was en bleef nog even. Later hoorden we dat een drietal Zweden de kroeg zwevend door de klapdeurtjes hadden verlaten nadat onze 3e wtk ze een tikkie had gegeven.

We vertrokken naar London en gingen op stroom bij Tilbury liggen wachten op een laadplek in de Docks. Een bootje van de agent zette ons af bij een steiger die bij hoog water op de Theems onder water kwam en daardoor bij laag water nogal modderig bleef. Bij het uitstappen van het bootje op de modderige houten planken ging ik dus ook onderuit. "Pretty slippery, isn’t it ?? " vroeg een Engelsman belangstellend. Hij had vanaf de vaste wal staan kijken hoe dat uitstappen regelmatig fout ging.

Omdat we minstens 10 dagen in Tilbury zouden blijven besloot ik maar een vliegticket te kopen en naar huis te gaan. Mijn eerste vliegreis per Dakota DC-3 van Southend naar Rotterdam voor een extra weekje bij mijn Tonny, die ik al weer 2 weken gemist had. De piloot van Channel Airways zag er betrouwbaar uit: een leren jack en een enorme snor. De stewardess vertelde bij het instappen dat er geen koffie tijdens de vlucht werd geschonken omdat die niet in de bekertjes bleef. Op de reis naar Southend hadden ze slecht weer gehad. We vertrokken van een zonnig Southend, draaiden een paar keer om hoogte te maken en boven de Noordzee viel het allemaal nog best mee. Toen we echter de Nederlandse kust naderden kwamen we in een pikzwarte wolken muur terecht en hobbelden we naar Zestienhoven. Wel vielen we af en toe hele einden omlaag en begrepen waarom de koffie niet in de bekertjes was gebleven. We zagen dat het s.s. Rotterdam door -tig sleepboten van de kade bij de H.A.L. werd afgetrokken. Daarvan stond de volgende dag een prachtige foto in de kranten.

Weekje verlof met prachtig weer en tijdens dit verlof samen met Tonny diergaarde Blijdorp bezocht. De grijze roodstaarten die wij de vorige reis hadden meegebracht, waren in ieder geval niet hier terecht gekomen. De exemplaren bij de ingang van Blijdorp zagen er wat erg sleets uit. Het kaartje dat bij het krokodillenhok hing las ik wat aandachtiger dan de anderen.: "Komt voor in rivieren van West Afrika" stond op het bordje dat bij een paar van die gevaarlijke joekels hing. Ik nam mij voor nooit meer in West Afrikaanse rivieren te gaan zwemmen..

Half augustus met mooi weer teruggevlogen naar Southend en naar Tilbury doorgereisd. Op uitnodiging van een paar Schotten werd er diezelfde avond een voetbalwedstrijd georganiseerd. Onze bemanning tegen een verzameld efltal van aflossers op 3 Elder Dempster schepen. De scheidsrechter, die wij geleverd hadden, gaf een terechte penalty aan ons omdat een Schotse verdediger de bal met zijn handen voor zijn gezicht probeerde te keren. Dat was hem niet helemaal gelukt want op zijn voorhoofd stond de indruk van de veter waarmee het ventiel van de bal was weggewerkt. Hevig protesterende Schotten die maar niet uit het doelgebied wilden. Dat ging ons te lang duren en namen de penalty terwijl er tussen doelman en stip nog een half elftal stond te discusseren. Dat ging dan ook bijna fout toen de bal halverwege al gestopt werd en ik het doelpunt van mijn leven kon scoren: De winnende goal 6-5.!! Vanwege de invallende duisternis zijn we gestopt. We dronken een gezamenlijk pilsje op het veld en gingen terug aan boord. De volgende dagen konden we niet meer lopen van de spierpijn en stijvigheid. Heel langzaam werd dat wel weer beter. De nieuwe leerling wtk, die zijn eerste reis maakte, was er zelf over begonnen. Hij had al eens gehoord dat er films werden gedraaid aan boord van schepen. Dat gebeurde inderdaad op tankers en passagiersschepen maar nog nooit op de "Merwede". Toch werd hij gelijk verantwoordelijk gemaakt voor de filmprojector. Nu we al zolang in een haven lagen wilden we wel weer eens een film zien. Iedereen wist dat er nog nooit een projector aan boord was geweest, behalve de leerling wtk. Het hele schip werd met hem doorzocht en er werd dan ook niets gevonden. Heel triest, want hij moest de verdwenen projector, als verantwoordelijke, wel uit eigen zak gaan betalen. Dat dit een variant op het postbootje of de kompassleutel was, werd hem later wel uitgelegd, voorlopig had hij de zenuwen.

We vertrokken uit Tilbury met een volle lading naar Freetown. Er was ook 1 West-Afrikaanse passagiere aan boord, een vrolijke dame die de tijd doodde met lezen en eenmalig voor de hele bemanning een West Afrikaanse maaltijd bereidde. We werden ook vergezeld door een postduif die overdag zijn rondjes om het schip vloog, aan dek kwam om peulvruchten en brood te eten en bij Freetown iets anders zocht. De leerling machinist bleek nog niet erg op de hoogte van de hygiene aan boord en werd dan ook aangeraden zijn ondergoed eens te wassen. Dat ging hij doen en in zijn hut hing toen een waslijn met hemden en pendekken te drogen. Als hij wacht liep werd zijn wasgoed even in een emmer water gestopt en weer kletsnet opgehangen. Hij begreep dan ook niet dat er na drie dagen nog steeds druppels uit zijn ondergoed kwamen. Dat komt door het vochtige tropische klimaat werd hem uitgelegd. In ons eigen belang zijn we er toch mee opgehouden want hij was niet meer te harden aan tafel. Om dat te bekorten werden ’s avonds zijn boterhammen al klaargemaakt en rond zijn bord gelegd zodat hij kon dooreten. En dat deed-tie, we konden hem amper bijhouden.

De reis ging van Freetown naar Takoradi, Tema, Sapele, Warri en ook nu voeren wij het oerwoud in zoals op de vorige reis. Wachtend bij Port Harcourt zagen wij zondagochtend keurig geklede negerinnetjes op de rivier in bootjes naar de kerk varen. Toch doken zij met die prachtige heldere kanten jurken de rivier in om stukken zeep op te duiken die vanaf dek in het water werden gegooid. Later afgemeerd aan de kade kochten wij hele stammen met kammen bananen eraan en papaya’s voor een paar pakjes sigaretten. Het fruit werd vanuit de kano’s met een lijntje omhoog gehesen. Toen er een beschadigde banaan werd teruggegooid ontstond er in de kortste keren een ‘bananengevecht’. Beide partijen hadden evenveel munitie maar na een kwartiertje was het over. Het gelach en geschreeuw aan dek en uit de kano’s verstomde. De lege kano’s voeren weg maar waren na een kwartiertje weer terug met een nieuwe lading. Die was nu echt voor de handel. Heel sportief rekenden we ook de eerste partij af. Op het dek naast de radiohut werd een stam opgehangen waar wel 10 kammen aan zaten en voor iedereen die buitenom naar de brug ging, was het gratis bananen eten.

Van Port Harcourt naar Takoradi en daar een paar dagen op de rede liggen wachten. Op de vrije zaterdag wilden de machinisten nog wel wat kleur opdoen. De lucht was bedekt, de zon prikte er vandaag niet door dus liepen ze weinig risico, dachten ze. Met de motorsloep door de branding naar het strand. Op de kustweg reed een snelle rode two-seater met een jong stel erin. Er werd geremd, terug gereden om te kijken naar de reddingsloep in de branding. Het maakte niet te veel indruk, er werd weer vol gas gegeven. De volgende dagen kregen de machinisten toch wel erg veel last van hun roodgekleurde neuzen en ruggen. De vellen gingen er bijhangen.

Vertrekken 26/9 afgeladen met een lading boomstammen en bauxiet en als souveniers voor thuis: olifantentafels, zitjes, houtsnijwerk en 7 grijze roodstaarten.En 1 passagier naar Newport, U.K. (But that’s another story!!)

(Wordt vervolgd)

Frans Willemse -- fwa.willemse@worldonline.nl