Hebbiewellis (6)

Hebbiewellis…. Grijze roodstaarten gesmokkeld??

 

De ‘Merwede’ lag nog steeds op de boeien bij Warri te wachten tot de ‘Otchi River’ de enig beschikbare kadeplaats voor ons vrijmaakte. Op de heenreis waren in het Ghanese Tema een vijftal grijze roodstaarten aan boord gekomen. Gekocht voor 5 pakjes sigaretten per stuk. Voor de vogels waren enkele hele mooie kooien aan boord maar ook hele gammele. De mooiste kooi stond bij de 2e wtk, gemaakt van alle aan boord beschikbare las-electroden en om die reden werd er dus voorlopig niet meer gelast. De gammelste kooi stond bij de 3e wtk, die vanwege zijn brandwonden niet kon werken en veel in zijn hut verbleef. Met een papagaai had hij dan wat aanspraak en door zijn collega’s was er van sinaasappelkistenhout en ijzerdraad een kooi in elkaar geflanst.

Er moest nog wel voer voor de beesten worden ingeslagen . De 2e wtk vergezeld door twee 4e wtk’s gingen met het bootje van de agent de wal op om in Warri bij een dierenwinkel papegaaienvoer te kopen. De teleurstelling was groot toen daar geen dierenwinkels te bekennen waren. Het geld dat bestemd was voor papegaaienvoer werd nu besteed aan een pilsje voor de vogelvrienden.

Vrolijk kwamen die een paar uur later terug bij de steiger waar zij het bootje van de agent verwachtten. Maar dat was nergens te bekennen en het kon nog wel even gaan duren. Een 4e wtk verlangde naar een koud pilsje aan boord, nam een laatste haaltje van zijn sigaret en schoot hem de rivier in. De peuk dreef met een flinke vaart richting Merwede, die 100 meter verderop aan de boeien lag. Spontaan sprong hij er achteraan. Hij was echter vergeten dat hij niet zo goed kon zwemmen. Gelukkig wisten zijn collega’s dat nog wel en de 4e wtk die als eerste achter hem aansprong, begon snel dwars op de stroom te zwemmen, zag het achterschip, de gangway en kon zich buiten adem aan de laatste boei vastgrijpen waar de Merwede aan vastlag. Verderop zag hij zijn collega in het oerwoud verdwijnen. De 2e wtk ging gelijk dwars op de stroom zwemmen en bereikte net de gangway waar hij snel naar boven rende om de motorsloep te water te laten. Met een paar man erin stoomde hij even later langs de boei om de eerste 4e wtk op te pikken en de tweede die zich een eind verder in het kreupelhout langs de kant had weten vast te grijpen. Nadat de sloep weer in de davits hing en de vogelvrienden zich van droge kleding hadden voorzien, waren ze broodnuchter geworden van dit hachelijke avontuur. Ze zagen wel een tikkie bleek maar iedereen was onder de indruk gekomen dat er zo snel een sloep te water was gelaten. Het werd wel weer de hoogste tijd voor een paffertje en een pilsje.

Van Warri vertrokken we naar Takoradi. Tijdens deze reis repareerden wij de defecte stuurinrichting en de radar. In Takoradi kocht ik een mahoniehouten olifantentafel, een paar olifantenzitjes en een Ghanees ‘koningszitje’. De tafel en zitjes waren met schroeven in elkaar gezet maar het koningszitje bestond uit één stuk hout. Ze werden door mij goed in de bijenwas gezet en na gepoetst te zijn, bleek de tafel binnen een dag het dubbele waard te zijn geworden. We kregen bezoek van een onduidelijke Nederlander die aan boord kwam met : "Ik zie de Nederlandse vlag hangen en ik dacht , kom ik ga eens een lekker pilsje drinken". Dat kon, maar snel werd hem een nog lekkerder Hollands borreltje aangeboden. Kleine glaasjes waren op en met een paar borrels in een wastafelglas had je zo’n dorstige Hollander snel onder tafel. Het was goedkoper ook, bier was duurder dan jenever.

Bij het rondbrengen van de pers krabde ik met een opgerold krantje bij de diverse lorres over hun kop. Ze vonden het prima. De slimsten begonnen al woorden na te zeggen. Of het door de gammele kooi kwam weet ik niet maar met de papegaai van de 3e wtk was niet veel goeds te beginnen. Hij luisterde naar niemand en klom regelmatig de kooi uit nadat hij wat ijzerdraad ontzet had. Ook mocht zijn baas geen ‘koppie krauw’ bij hem doen. "Als je nu eens tegen hem praat, recht in zijn ogen kijkt, met één hand aan de voorkant beweegt, dan kan je met je andere hand aan de zijkant de kooi in en over zijn kop aaien", werd hem geadviseerd. Terwijl hij op zijn hurken voor de kooi deze bewegingen zat te maken om de papegaai af te leiden, ging het licht in zijn hut uit. De papegaai zag zijn kans schoon, pikte naar de hand van de derde, die als reactie wild in het rond sloeg. Het licht ging weer aan en lorre ontsnapte uit zijn ingestorte kooi en fladderde naar de rand van de wasbak .

Wij gingen kaarten, nauwlettend gadegeslagen door lorre, die niet zozeer belangstelling voor het kaarten maar wel voor de kleine glaasjes met jenever had. Hij vond het lekker want kwam regelmatig terug om er aan te nippen. Hij werd dan ook een stuk gezelliger. Totdat hij dronken van de wasbak aflazerde en in zijn kooi werd teruggezet. Na een aantal kaartavonden bleef hij voor dood liggen. Niet vanwege de jenever wisten de deskundigen, maar van de waspoeder waar hij ook stiekum van gesnoept had. Er kwam nog een grijze roodstaart aan boord in Takoradi. Een steward dacht dat het wel een leuk kado was voor zijn oude gereformeerde tante omdat grijze roodstaarten zo snel leren spreken. Dat klopte en geholpen door de matrozen, die een paar keer per dag langs zijn hut liepen, kon hij binnen een week beter ‘kuttekop’ dan ‘koppiekrauw’ zeggen.

Lorre werd ongeschikt om als kado voor de tante mee te nemen. We bunkerden in Las Palmas en terwijl wij volliepen met stookolie was er aan dek, ter hoogte van ruim 4, een markt waar Maltezerhondjes en prachtige Spaanse klederdrachtpoppen verkocht werden. Een matroos bekende dat zo’n hondje thuis toch opgegroeid was tot een flink soort St Bernhardshond. Wij sloegen Majazeep en parfum in voor echtgenotes, verkering, moeders, schoonmoeders en oude tantes die deze reis een papegaai gingen mislopen.

Op 10 juli arriveerden wij in Rotterdam. Een taxichauffeur die bij de poort stond te wachten bood bereidwillig aan mee te helpen met het sjouwen van de olifantentafel. Met zijn wagen mocht hij het terrein niet op. De tafel met drie zitjes en een weekendtas werden stuk voor stuk op de kade gezet maar als één vracht door ons naar de taxi gebracht. De chauffeur liep voorop en toen we bij zijn taxi arriveerden kon hij zijn klauwen (goed Rotterdams voor handen) maar slecht terug in model krijgen. Gelukkig kon hij na enige tijd wel weer het stuur vasthouden en we vertrokken naar Zuid.

De papegaaien, voor 5 pakjes sigaretten gekocht in Ghana, bleken door handelaren geruisloos van boord gehaald te worden. Ze betaalden er fl 80,- per stuk voor, waarna ze via hun binnenzakken verdwenen richting dierenwinkels. Daar werd ook papegaaienvoer verkocht, dus onze grijze roodstaarten gingen er wel op vooruit.

(wordt vervolgd)

Frans Willemse – fwa.willemse@worldonline.nl