Verhalen Van Een

(1)

Als je had aangemonsterd voor een reis naar Zuid-Amerika begon het feesten eigenlijk al in Antwerpen daar had elke maatschappij zo zijn eigen kroeg waar iedereen heen ging, zowel op de heen als terugreis.

De jongens van Van Nieveld-Goudriaan (Nigoco) gingen altijd naar een kroeg waar Dirk en Josje de scepter zwaaide, een heel gezellige kroeg kan ik me herinneren, Josje was helemaal kaal en droeg derhalve een pruik, maar ze luste graag een pintje en was, net als iedereen, aan het eind van de avond ook meestal stomdronken, als we dan weg gingen groette Josje iedereen en tilde daarbij haar pruik op net als een petje wat natuurlijk geen gezicht was.

Bij het verlaten van Antwerpen stonden de meeste al voor een week in het rood bij de stuurman, maar geen nood de reis duurde toch nog 3 maanden. Voor mij zou het nog langer duren want ik moest in Buenos Aires overstappen op een schip van de Inter America line, dat waren 2 schepen van Nigoco en 2 schepen van de Holland Amerika line die onderhielden een diens tussen Buenos Aires en New York en alles wat daar tussen lag.

Via Las Palmas op naar (meestal) Rio de Janeiro, daar ging het stappen verder al was dat niet de gezelligste plaats om uit te gaan, dan Santos daar was het al beter, en als je s’avonds of was het s ‘nachts? naar boord ging stond er op de hoek van de kade een Hollander, wij noemden hem Jansen, die verkocht broodjes warme knakworst, en je ging niet aan boord zonder zo’n broodje.

Een van de volgende plaatsen was Montevideo, dat was op Buenos Aires na de beste plaats om te stappen. De eerste keer dat ik daar kwam was met de Alnati, ik was nog koksmaat en we lagen met z’n vieren in een hut. Een van die andere jongens wou mij een poets bakken en had het geraamte van een Tarbot onder mijn laken gelegd, maar die zelfde avond kwam ik een heel leuke juffrouw tegen en besloot met haar me te gaan, en dat beviel zo goed dat ik de dag en nacht erop ook met haar op sjouw ben gegaan en ik de hele Alnati was vergeten.

Toen ik eindelijk aan boord kwam waren mijn medeslaapies druk doende de hele hut schoon te maken want de maden kropen mijn bed uit en de stank in de hut was niet te harden.

Maar ik had geen tijd om me daarmee te bemoeien want ik moest eerst 5 dagen gagestraf incasseren en daarna als de bliksem de keuken in.

In de middag kon ik eindelijk een tukkie gaan doen op mijn nieuwe bed en schone lakens.

Wordt vervolgd.

 

Jan Baldé