Groeven in de PG

Het was December 1984 dat wij met 4 man van Schiphol naar Dahran vlogen om de “Drado” gedeeltelijk af te lossen  (kapitein en matroos werden 3 weken later afgelost) Ik wil hier even vermelden dat de Drado een kustsleepboot is van nog geen 30 meter lengte en zo’n 9 meter breed  265 ton, 2 Stork- Werkspoor hoofd motoren 8 cil. lijn van elk 1400 pk, 2 Daf gensets en een Volvo havenset.

Na in Dahran te zijn geland en de bekende “inspectie” van onze koffers, begaven wij ons naar het wachtende busje dat ons naar Rastanura zou vervoeren. Dus wij rijen rijen rijen in dat wagentje, en na in Rastanura  op de terminal van Aramco te zijn aangekomen, (en na nogmaals 3 koffer “inspecties” op de terminal) bleek het supply schip wat ons naar de Drado zou brengen er niet was vanwege slecht weer.( de Drado was op een locatie zo’n 100 mijl noord oost van Rastanura ingehuurd voor 8 maanden om de pijpen legger “Orelia” van pijpen te voorzien die de Drado  op een “bak” achter zich had) Daar wij alleen een transit visa bezaten MOESTEN wij van de autoriteiten het land uit, en werden op een andere supplyer die daar lag afgemeerd “gedumpt” voor de nacht. De kapitein van deze supplyer een Filippijn probeerde het ons zo comfortabel mogelijk te maken, (er waren alleen banken en stoelen beschikbaar om te pitten) hij bracht ons een grote pan met brune bonen en wat andere “ingredienten”erin, wat brood en een BLOK parmezaanse kaas waar je een schuurtol bij nodig had om er wat vanaf te krijgen. (het was al 11 uur s’avonds) Afijn alles went, en de volgende morgen rond  10 uur schoot “onze” supplyer langszij, wij aan boord en na brandstof en stores geladen te hebben vertrokken we net na het middag uur naar het  “olieveld” waar de maten op de Drado  telkens aan dek in zuidelijke richting tuurden naar “onze” komst, na zo’n 8 uurtjes tuffen bereikten wij het veld, en de kapitein van de supplyer melde ons dat de aflossing de volgende morgen zou plaatsvinden vanwege een te hoge zeegang, de boys op de Drado de straal erin natuurlijk, maar hee shit happens.

De volgende dag om 7 uur aan dek een luchtje scheppen, daar lag de Drado, zo’n 300 meter bij ons vandaan te dobberen, maten al pakkie deftig aan dek in de startblokken “klaar”om over te springen, het weer was gedurende de nacht  wat kalmer geworden en om 8 uur schoten we bij de Drado  langszij  om stores  over te geven en de maten eraf te plukken die naar huis gingen,,na wat info heen en weer uitgewisseld te hebben  ging de supplyer zijns weegs en was onze reis?? begonnen . Onze kapitein, een man van de grote sleepvaart  heette ons welkom aan boord, na ons “geinstalleerd” te hebben vertelde de ouwe ons tijdens pikheet dat het op “deze plofbotter” wel op kamperen leek (hij voer normaal gesproken op de Smit Londen enz,) hij was door het kantoor gevraagd of hij met een kustsleepboot voor 2 maanden in de PG wilde varen want er waren op dat moment niet genoeg kapiteins beschikbaar voor deze klasse boten, messroom kombuis,en alles wat je maar bedenken kon in 1 ruimte (buiten de toiletten en wasruimten die waren net om de hoek in het gangetje) (hutten vooronder) Na de wachten ingedeeld te hebben 6 op 6 af, of op anker, van 6 tot 6 dagdienst en 2 uur radiowacht voor de hele bemanning, werd het tijd om te eten . Frits, onze eerste matroos en ik zelf zei de gek, zorgden altijd voor het eten, nu is Frits een man die  altijd over eten praat (en een bij passend postuur heeft  niet TE dik maar gezellig dik) en hij kijkt altijd met geknepen oogjes, wat hem de opmerking opleverde; “hee Frits als jij je buikje optilt gaan je ogen dan helemaal dicht??) en als we net om 12 uur gegeten hadden  zei hij; “wat zullen we vanavond eens eten?” All in all een bere goeie goser harde werker en een able seaman  (bijnaam bolle man). Onze stuurman leek op kabouter kandelaar, kort, (te) dik groot rond gezicht, baard, brilletje, 40 jaar OUD (of was het 70) kalme vent (dachten we) tot hij kwaad werd over iets , dan zag je z’n kop van z’n kin totaan z’n kruin vollopen met bloed ( net als zo’n mengsmering kijkglas bij de esso of shell die ze met de hand vol pompten als je 3 liter peut ging halen voor je berini)  (bijnaam “opaatje”) Onze 2e matroos, Ton  (is jaren later met mijn eeste vrouw getrouwd geweest.... heeft hij later spijt van gekregen) kon vreten als een bootwerker maar kwam geen gram aan (bijnaam “magere man”) Onze eerste machinist Joop, als je wat tegen hem zei dan antwoordde hij; “ah dat is goed voor de propellor” ( bijnaam ...je raait het al “goed voor de propellor”) Onze 2e machinist Rob, (dat ben ik dus..Reeds) Altijd aan het fluiten (en nog steeds) tot verbijstering van mijn mede (slachtoffers) opvarenden,  zelfs in de m/k met de motoren op “volaan” zeiden ze “je kunt je zelf toch niet horen in die pokke herrie daar beneden?”  “tuurlijk wel” antwoordde ik dan “ik kan het met die Mickey Mouse doppen beneden beter horen dan zonder die dingen aan dek” ( bijnaam flierefluiter, Roger Whitaker) ( door Frits werd ik ook nog als “dikke man” betiteld vanwege het feit dat ik zwaarder was dan hij maar ook een kop groter dus het viel niet zo op)

Na de introductie van dit “fraaie” gezelschap gaan we nou nog varen??? Nee niet echt veel, want als je 1 of 2 maal in de week even met de pijpenbak voor zo’n 2 uur langs de Orelia langszij schoot, was het 2 mijltjes varen en de “spijker erin, of met oei oei weer, gaande houwen die hap Normaal gesproken is het in de PG altijd bloed en bloed heet (het jaar ervoor waren we in Bahrein met de kerst met 42c) maar het regende erg veel en veel wind en zo’n graad of dertig. We liepen wel in ons blote bast aan dek, maar als je wat buis of spray water over je heen kreeg, werden je tepeltjes toch wel zo groot als de aansluitposten van een accu. De kerstdagen kwamen en gingen voorbij zonder vermeldenswaardigheden, tot op 31 December, wij hadden de pest er al in want de supplyer had ons moeten “storen” bleef weg tot 3 Januari, en, het nu echt lekker ging waaien 7/8 beaufort  Shamal winden, lekker toch? Dus manne gooi er even een penning in (starten motoren)  sleepdraad langzaam indraaien om vervolgens te vieren om langszij de pijpenbak  2 man over te zetten Frits en ik, om de lichten en de sleepdraad te controleren en het anker van de “bak” thuis te draaien, na dit alles gedaan te hebben “even” terug springen aan boord wat voor de kap een heksentoer was om niet met een geweldige klap tegen die bak een berg schade te veroorzaken (er stonden kuiltjes van  zo’n 5 meter) die bak lag een stuk rustiger dan de Drado  maar haalde ook wel flink  zo’n 110 meter lang en 16 of 18 meter breed vergeleken met de Drado, 29 meter bij 9 meter (stampen dat kreng en in het donker) het ene moment moest je omhoog kijken vanaf die bak dan zag je het anker van de Drado boven je en het volgende moment keek je op het stuurhuisdak, ik hoor Frits nog zeggen boven de wind uit “ terwijl het water tegen ons bootje klotst” (uit een ouwe sterreclame spot) lukte het ons na ongeveer 20 minuten toch veilig aan boord te KWAKKEN

Na een weekje rondjes te hebben getold konden we weer voor anker Op 15 Januari werd onze kap en 2e matroos afgelost en 2 nieuwe gezichten kwamen aan boord, de matroos kenden wij wel maar de kap niet, die was ook van de grote sleepvaart en stond in de mess annex kombuis annex klaverjaszaal annex noem maar op, om zich heen te kijken met een blik van “tjezus, waar ben ik nou beland? een grote man van ik schat tussen de 55 en 60 jaar oud en ROKEN alles wat maar branden wou maar daar kom ik later nogwel in geuren en kleuren op terug hij was al een uurtje aan boord voordat ik hem voor het eerst ontmoette. Ik kwam net de vetput uit waar Frits en ik aan het schilderen waren. staat er een hele grote vent die net binnen door naar het stuurhuis wilde gaan  voor mijn neus,”aangenaam” zei hij “Piet Kleine” zonder de pijp die hij rookte uit zijn mond te halen, “hallo kap goeie reis gehad?’ vroeg ik “gaat wel” zei hij “en wat vindt u van ons lieflijk bootje” vroeg ik,  een klein glimlachje waarnemend zei hij “ als ik hier op dit bootje van gedachten wil veranderen moet ik dat aan dek doen” en verdween naar het stuurhuis. Nu was het met deze kapitein zo dat hij eerst de wachten ging veranderen vanwege het feit dat hij op zijn wachten altijd trek tussendoor had, en omdat ik ook veel het eten bereidde ik met hem moest wacht lopen en  hij niet kon verwachten van “ah dat is goed voor de propellor 1e wtk Joop  om hem naar verlangen een uitsmijtertje of iets anders te knabbelen voor geschoteld te krijgen,,mij maakte het geen flaus aus, plus dat ik geen hondewacht meer  hoefde te lopen (gaaf toch??) Joop vond dit nu weer niet zo geslaagd maar hij had ook weinig trek om als kombuisjood te spelen. Na het avondmaal ongeveer half vijf even met de hele ploeg een kaartje leggen  kappie erbij met al zijn rook gerei (pijp, sigaren, sigaretten en af en toe bietste hij een “zware” van ons) en een borreltje “een borreltje” zei hij met ietwat grotere en glimmende ogen “op kantoor vertelde ze mij dat dit schuitje “droog” stond” Joop zei “je moet niet alles geloven wat ze op kantoor zeggen” dus die ouwe vond dit allang goed

Met de aflossing en het aan boord nemen van verse stores en gebunkerd te hebben  gingen we twee dagen later op een klein reisje naar Al BLOODY Jubail om een paar heavy duty afsluiters op te pikken voor de Orelia daar de supplyer te ver in de zuid zat om dit klusje te doen, de bak op 2 ankers gezet en wij met de “losse” boot naar Jubail dus wij moesten ALLE drank over de muur zetten (de Witte Zee heeft eens een halfjaar in Saudi hiervoor aan de ketting gelegen). Ik zie die ouwe nog naar achteren kijken en zei “wat een zonde he wat een zonde” maar een gewaarschuwd mens telt voor twee. We hadden overalls besteld en deze waren met de supplyer mee gekomen maar het waren niet de vertrouwde  fel oranje overalls die we van Smit gewend waren, deze waren van dubieuze chinese makelij mooi donker blauw (kunnen ze je lekker niet vinden als je over de muur ziekt, leuk he?) maar het leukste met deze overalls was, nadat ze gewassen waren waren wij ineens omgetoverd in Volendammers,  je mouwen zaten net onder je ellebogen en de broekspijpen net wat lager dan de knie (jammer genoeg heb ik hier geen foto van maar ik geloof ook dat niemand als “model” had willen dienen en misschien mijn camera op de bodem van de PG. zou belanden)  Ze waren heel kort en heel breed geworden ( kun je het je zelf voorstellen, we hebben er wel vreselijk om moeten lachen). Na  de volgende dag weer terug te zijn bij ons  “bakkie” zei onze ouwe “oh shit we gaan Pleuris weer krijgen” en ja hoor (je kon hem beter vertrouwen dan het KNMI) het was weer raak, karretjes aan de gang en langzaam gaande houwen 4 mijl noord 4 mijl zuid 4 mijl noord 4 mijl zuid EN DAT VOOR  DE VOLGENDE 37 DAGEN leuk he?? Joop kon niet goed tegen slecht weer, echt zeeziek was hij niet maar daar voor in de plaats was hij katterig voor een hele lange tijd wat zijn humeur niet ten goede kwam Kabouter kandelaar had geen last maar werd kwaad op het weer wat helemaal geen zak uithaalde dat begreep ik effe niet, ik heb het voor een dag of twee en ben de ouwe flierefluiter weer, de rest helemaal geen last.

Op een avond de kap en mijn persoontje hadden de zoveelste  18, 24  wacht en ik vroeg aan hem om de sleepdraad wat in de zij te laten vallen zodat ik het achteronder in kon om de stuurmachine te controleren “ik ben in 15 minuten terug” zei ik nog het stuurhuis verlatend, ik het achteronder in, het waterdichte luik sluitend boven  mij  en even alles controleren op olie lekkage of water lekkage maar alles bleek fijn in orde, dus ik weer het trappetje op en het water dichte luik weer te openen wat maar gedeeltelijk lukte om dat daar de sleepdraad pal boven hing dus een minuutje of wat gewacht om het nog eens te proberen maar nee de sleepdraad “hing” nog steeds boven het luik dus nog maar een paar minuutjes wachten en je weet het al, de draad nog steeds boven het luik, dus ik de stuurmachine kamer weer in want daar vandaan kan ik in het stuur huis met een toeter signaal contact leggen, ik had inmiddels de koptelefoon al op m’n knar gezet zodat als die ouwe de intercom van het noodstuursysteem aan schakelde we het konden hebben over  wanneer ik weer bij de niet gevangene bemanning  zou behoren, maar zelfs dit hielp niet  toen heb ik met de pen van een 50 tons harp sluitinkje even een paar “tikjes” op de “huid” gegeven  wat niet  in dank van mij werd afgenomen  niet alleen was die ouwe “nu” wakker maar de rest ook, SORRY leuk he?

O ja ik zou het nog over de rook gewoonten van onze ouwe hebben,  ik was een paar weken voor dat “deze” ouwe aan boord kwam van de ene op de andere dag gestopt met roken, nu wil het geval dat die ouwe geen tijd op schiphol had om rookwaar in te slaan dus vroeg hij mij of dat ik nog shag had, ja hoor nog 14 pakjes zware “tante Nel”en die heeft hij dus van mij overgenomen hij had nog wel wat pijptabak en wat sigaren maar niet genoeg om daar nog 7 weken mee vooruit te kunnen (en wij nog steeds 4 mijl noord 4 mijl zuid  4 mijl noord 4 mijl zuid) Dus deze kapitein  stopte zijn pijp s’avonds, op  de 18, 24 door daarna over te stappen naar een dikke sigaar, en een paar shaggies,  hij had niet door dat als hij een pijpje stopte er aardig wat pijp tabak op de vloer of op de kaartentafel of op het  stuurconsole terechtkwam  en met het shaggies draaien idem dito, en als de nieuwe wacht op kwam die konden het aan de kaarten tafel wel zien Kap liet zijn rokers attributen altijd in het stuurhuis staan dan hoefde hij er niet naar te zoeken. Dit kwam mooi uit dacht Frits, want als hij het stuurhuis met een stoffer en blik te lijf ging dan stopte hij het op te vegen mengsel van vuil en tabak weer doodleuk in de baal pijp tabak van die ouwe “ ken ie er nog een keer van genieten” zei hij dan ( en wij maar 4 mijl noord 4 mijl zuid 4 mijl noord 4 mijl zuid) En dit duurde tot aan 22 februari onze aflossings datum.

We hebben de rondjes niet geteld, maar ik ben er van overtuigd dat als je NU nog een satelliet foto maakt van de PG en je nauwkeurig kijkt kun je nog de “groeven” in het water zien van; 37 DAGEN 4 mijl noord 4 mijl zuid.                

                                                             Rob van der Sluijs