Nieuwsbrief van de Caltex uit 1952

Opgestuurd door Jaap de Roode

6de Jaargang No. 5, blad 2

TEMPO DULU 26

SUNGAI PAKNING: DE SELAMATAN

De grote dag dat de eerste lading Minas crude zou kunnen worden geëxporteerd kwam dichterbij en wij, aan het eindpunt van die lange ingewikkelde weg van olieput, pijpleiding, Perawang Terminal en riviertanker tot Sungai Pakning Terminal, gingen dat steeds meer merken.

De eerste speciaal gebouwde riviertanker, de “Caltex pakan Baru”, arriveerde begin 1952 op eigen kracht helemaal uit Nederland. Wéér meer landgenoten: de Nederlandse officieren versterkten de gelederen.

Onder leiding van kapitein Bausch werd begonnen met de eerste ladingen ruwe aardolie van de rivierterminal Perawang op te halen. Die eerste vaarten over de Siak waren avontuurlijk en spannend, want de zeer bochtige en vrij druk bevaren rivier vereiste alle aandacht, natuurlijk ook omdat de bemanning nog geen ervaring had in deze riviervaart. De eerste keer dat kapitein Bausch, volgeladen en dus met grote diepgang, de Siakrivier uit- en de zeestraat invoer, kwam hij meteen in een modderbank terecht. Goede raad was duur, maar hij vond de oplossing. Als een ijsbreker voer hij een stuk achteruit en daarop met volle kracht vooruit. Door dit verscheidene malen te herhalen ploegde hij zich als het ware over de modderbank heen. Na enige maanden ontstond er zo een mooie vaargeul, ‘gebaggerd’ door dit tankertje.

Zoals u al weet uit een vorig stukje, stortte de “Caltex Pakan Baru” de eerste crude ladingen in een Noorse tanker, die op de rede van Sungai Pakning voor anker lag. Toen de pier en de tanks klaar waren kwam deze tanker langszij de pier en werd de lading overgepompt in de tanks. Begin 1952 arriveerden de mensen van “Operations”, onder leiding van de Manager Operations Jim Musser, zelf een ex-tankerkapitein. Wat later kwam er ook een walkapitein en twee man administratief personeel. Het werd daar op Sungai Pakning dus steeds drukker. Ikzelf kreeg er nog een belangrijk karwei bij: het voorbereiden van het openingsfeest volgens de lokale gebruiken. Nu kan ik u verzekeren dat zo’n feest regelen niet mis is. Het moet voldoen aan de regels van de Islam, maar ook nog aan talloze andere animistische gebruiken. Niet alleen Indonesische hoogwaardigheidsbekleders moesten om advies gevraagd worden, maar vooral ook Mohammedaanse godsdienstleiders en andere zeer geeerde priesters, die er goed van op de hoogte waren welke geesten met welke offeranden gunstig gestemd moesten worden ten aanzien van onze activiteiten. En dan niet te vergeten de selamatan, het feesteten! Aan dat eten, waarvan de samenstelling ook weer aan vaste regels is gebonden, wordt een enorme waarde gehecht, veel meer dan bij ons. Waarom? We moeten niet vergeten dat de bevolking daar dag in dag uit op een bestaansminimum leeft. Het dagmenu bestaat als regel uit rijst, groente en een gedroogd gezouten visje, dat is alles. Vlees is iets ongehoords, een luxe. Pas bij een selamatan, voor- al als die door een rijke wordt gegeven (en Caltex wàs rijk in hun ogen!) kan men zich eindelijk te buiten gaan aan vlees, dat in vele soorten ge- rechten wordt klaargemaakt (bij ons is het Indonesische satégerecht nu wel een puur Hollandse pot geworden!). Enfin, het feest is er in gegaan als koek. Vele karbouwen werden geslacht. Hun koppen werden onder het geprevel van gebeden begraven op bepaalde plekken op ons terrein, onder grote bomen als offeranden aan de geesten. Men at zich rond, fijne toespraken werden gehouden, ga zo maar door. De foto’s spreken voor zichzelf.

 

Caltex Pakanbaru

Bill Windsor en een karbouwekop

De schrijver houdt een toespraak Mac Nabb doet zich te goed, ook aan het bier