Hoofdstuk 13 (Vanaf 1954)

 

Ik had bijna drie jaar in dienst gestaan en in die tijd was alles, ja laten we maar zeggen, voor rekening van "Uncle Sam." Gratis kleren, drie maaltijden per dag, behalve in Korea, en nu was dat allemaal voorbij. Zo na een groot verlof moest ik beslissen wat ik nu verder ging doen.
Ik had graag weer gaan varen en deze maal bij de Amerikaanse Koopvaardij maar om daar bij
te komen moest je Amerikaans Staatsburger zijn en dat was ik nog niet. Is nogal wat ingewikkeld
want je word niet automatisch staatsburger en er zijn mensen die het nooit zijn geworden. M.a.w.
men is niet verplicht om dat aan te vragen en je kan gewoon je eigen nationaliteit houden. Wel krijg je een z.g. "green card" of identificatie kaart, met foto, en dat is voldoende. Als je wilt reizen naar het
buitenland dan heb je natuurlijk een paspoort nodig en ga je gewoon naar het consulaat van het land
waar je geboren ben. Er zijn landen, b.v.Great Britain" waar z.g. "dual citizenship" is veroorloofd en
kan je in het bezit zijn van een Amerikaans paspoort en een British paspoort. Er zijn ook verschillende banen, zoals b.v. de Amerikaanse Koopvaardij, en nog veel andere waarvoor je niet in aanmerking komt als je geen staatsburger bent. En, je kan ook niet stemmen. Je moet vijf jaar wachten, als je wettig in het land gekomen ben, voor dat je aan de beurt komt om citizenship aan te vragen. Dan moet je een soort examen doen of je wel bekend ben met de Engelse taal enz. Ik was in October 1952 ook wettig het land binnengekomen en ondanks dat ik drie jaar in het Amerikaanse leger
had gediend werd ik beschouwd als een gewone emigrant. Het enige verschil was dat ik geen vijf jaar hoefde te wachten maar daar hield het mee op. De zelfde weg dus voor mij, papieren invullen en ook nog een klein examen doen en op 1 Maart 1954 werd ik dan Amerikaans Staatsburger. Het had wel een aardige tijd geduurd maar dat gaf niet want als ze mij terug gestuurd naar Holland dan had ik dat doel nooit bereikt. Dus ik ben dankbaar dat het zover gekomen is.

Ik werd staatsburger in de stad Freehold in de staat New Jersey en het was een heel plechtige gelegenheid in de rechtbank waar het plaats vond. We waren ongeveer met dertig mensen, allemaal
verschillende nationaliteiten, en een aantal bezoekers, inclusief een klas van de hoge school, die
uitgenodigd waren om dit indrukwekkende moment bij te wonen. Voordat het zover was begon
de rechter met een aantal namen af te roepen van mensen die staatsburger zouden worden maar
inmiddels overleden waren. Komt natuurlijk ook voor. Dan werd de naam afgeroepen van een
Italiaanse mevrouw, Mrs. Macaroni of zoiets, en die moest voor de rechter komen en uitleggen of
ze nu wel genoeg Engels sprak. Ze was daar waarschijnlijk al meer geweest maar was nog steeds
de Engelse taal niet machtig. Ze zei wel ik weet wat mijn telefoon nummer is. Werd die rechter toch
kwaad en in zoveel woorden bracht hij haar aan het verstand dat zij ook deze maal kwam niet in aanmerking om staatsburger te worden. Maar ze kon in zes maanden terug komen en het nogmaals
proberen. Verder ging het heel vlot en aan het einde waren we allemaal American Citizen. Hoora. Nadat ik uit het leger kwam, en na het grote verlof, ben ik weer op de fabriek gaan werken omdat
er op dat moment niets anders op zat. Maar om iets verder te bereiken moest ik eerst staatsburger
zijn en dat werd ik dan zoals ik al beschreven heb. Toen zag ik de kans om weer te gaan varen, op
Amerikaanse schepen natuurlijk, en was nu in het bezit van de z.g. "seamans" papers, die je nodig had
om aan te monsteren. De bedoeling was om bij de zeemansbond te komen zodat ik op schepen kon
varen die op Europa voeren. Zoals b.v. United States lines. Maar dat lukte niet en toen ben ik bij
Esso terecht gekomen want die was niet aangesloten bij die zeemansbond. Had wel een soort bond
maar daar kon je lid van worden of niet want het was niet verplicht. Dat waren mooie reizen maar
allemaal zeer kort want ze gingen niet verder dan Texas of Louisiana en terug naar New York.

Beviel mij niet zo erg maar ik was weer in mijn element en het moest voorlopig maar zo.
Toen kwam ik er achter dat Esso deel nam aan de z.g. lifeboat races die ieder jaar werden gehouden in New York en die boten werden geleend van Kings Point Maritime Academy. Ik had
roeien geleerd, met de sloep, op de visserijschool in Vlaardingen zo toen heb ik me daar ook voor
gemeld.

Het slot was dat ik z.g. 'stroke oar" werd (zie pijltje op de foto) en dus de slag aan moest geven. Niet gemakkelijk want in die wedstrijden maakte we zoiets van 37 strokes per minuut. We gingen ook wel oefenen vooral als het schip in het droogdok lag. De eerste maal hebben we niet gewonnen, tweede plaats, maar het volgend jaar ging het beter, ondanks dat het water nogal woelig was, gingen we als eerste over de finish. Het is eigenlijk geen lifeboat maar een "long boat."


The winning team en ik zit in de voorgrond onder de trophy

Eindelijk kreeg ik de gelegenheid om bij de zeemansbond te komen en dat was de N.M.U. (National Maritime Union) en daar moest je lid van zijn om op U.S.Lines schepen te varen of nog verscheidene andere maatschappijen. Dat was alleen maar voor de z.g."unlicensed personnel" want de officieren behoorde tot de M.M & P, Masters Mates & Pilots union. Daar zou ik later ook lid van worden toen ik als stuurman ging varen. Dus het was vaarwel Esso ondanks ik daar een plezierige tijd had gehad vooral met het roeien enz.

United States Lines had niet alleen een geregelde dienst op het Verre Oosten en Australië maar ook een vaste dienst op Groot Brittania en Europa. In G.B. was het Liverpool, Glasgow, Belfast en af en toe ook Manchester. De schepen die op Glasgow voeren namen ook veel whiskey mee,af en toe de gehele lading was whiskey and gin, en dat bracht nogal wat problemen omdat de bootwerkers ook wel een slokje, slokkie, lusten. De dienst op Europa was naar Antwerpen, Rotterdam, Bremerhaven, Bremen en Hamburg. Maar U.S.Lines had ook een vaste dienst op Europa vanuit de zuidelijke havens en dat waren, Savannah, Charleston, Wilmington en Norfolk. Op de G.B. en Europa dienst had U.S.Lines de z.g. C-2 klas schepen varen en voordat ik daar kwam voeren die C-2 schepen ook op Australië en het Verre Oosten.

In die tijd had U.S.Lines niet minder dan 46 van die C-2 klas schepen en daar kwamen later ook nog negen Mariner klas schepen bij die de dienst op Australië over namen. In ieder geval ik monsterde aan op zo'n C-2 van U.S.Lines in Savannah en dat was de "American Miller. "Dat schip had ook die Europa dienst dus zag ik de kans om regelmatig in Rotterdam te komen en de familie te bezoeken. Bremerhaven, Bremen en Hamburg waren ook aardige havens en in die tijd had je tenminste gelegenheid om de wal op te gaan wat je later op de containerschepen niet had. Ik was op de 4-8 wacht en de tweede stuurman vroeg wel eens waarom ik niet voor stuurman ging leren. Het antwoord was dat ik al veel te oud was om naar een zeevaartschool te gaan en volgens mij was dat de enige manier. Toen vertelde hij mij dat er wel een andere manier was en hij was ook zo stuurman geworden. Dat noemen ze hier "coming up through the hawse pipe" of dan wel opgeklommen via de ankerkluis. Dat betekende dan dat je als matroos had gevaren, niet naar een zeevaartschool was geweest, en toch stuurman was geworden. Of wat ze hier noemen "the hard way." Hij vertelde mij verder dat je een speciale cursus kon volgen en die kon je ook mee naar zee namen. Dat was gemakkelijk want je had dan de kans om verschillende vragen te stellen terwijl je het studie materiaal aan boord had. Ik had genoeg zeetijd als matroos dus ik kwam ook in aanmerking voor zo'n cursus. Het was niet gemakkelijk voor mij vanwege gebrek aan onderwijs, namelijk: 8 klassen lager onderwijs en 1 jaar op het visserijschool.
Maar als je daar over gaat denken dan kom je niet ver en zo ben ik aan het studeren gegaan met de
gedachten dat ik dit ook kon bereiken.

Dat studeren, met hulp van de tweede stuurman, is goed gegaan en eindelijk kwam de dag dat ik
examen moest doen. Zal eerst even uitleggen dat hier moet je examen doen voor de U.S.Coast
Guard en het hangt er helemaal vanaf wat voor een knaap je treft de hele tijd dat je daar bent.
Volgens mij ging het heel goed en er waren maar een paar dingen waar ik z.g "zwak" in was maar
voor de rest had ik hoge cijfers. Aan het einde kwam ik er toch niet doorheen en moest ik de hele
troep de volgende maal over doen. Maar toen was er een andere en nadat hij de papieren had
nagekeken kwam hij tot besluit dat er helemaal geen reden was om mij te laten zakken de eerste
keer. Nou dat was zeer goed nieuws want ik wist dat het de tweede maal beter zou gaan. Ook
wilde hij weten of ik misschien examen wilde doen voor tweede stuurman inplaats van derde. Dat
was erg aantrekkelijk maar voor derde stuurman had ik nu een redelijke kans en voor tweede
had ik misschien niet voldoende gestudeerd. Ik zeg tegen mezelf, Leen je was matroos en je bent
nu al een heel eind verder gekomen dus gooit het niet de raam uit. Zo ik heb die man bedankt en
het examen voor tweede stuurman afgewezen tot de volgende keer. Zo ik ben geslaagd en kon nu als derde stuurman gaan varen.Eerst aangesloten bij de bond, Masters Mates & Pilots, en toen terug op een schip van United States lines. Mijn eerste schip als derde was de "American Leader" en had het zeer goed getroffen want de kapitein was een heel verstandige man en ik heb een hoop geleerd van die hem. Later was ik ook eerste stuurman bij hem aan boord van het containerschip "American Legacy" en toen hij overgeplaats werd naar de "American Aquarius" stond hij er op dat ik met hem mee ging. De "American Leader" zat ook op die route van Savannah naar Europa en ik heb daar met plezier gevaren. Nog even vertellen dat ik natuurlijk verder gegaan ben met studeren en met alles goed geslaagd ben. D.w.z. Tweede stuurman, eerste stuurman en toen kapitein.



Later heb ik twee jaar op Viet Nam gevaren op schepen die gecharterd waren door de U.S.Navy
Military Sealift Command en toen kwam ik aan boord van de "American Scientist."Viet Nam was
tamelijk veilig als je in de de grote havens kwam zoals b.v. Danang, Cam Rhan Bay of Vung Tau.
Maar we gingen ook een keer naar een haven, Vung Ro was de naam geloof ik, en die plaats lag
een heel eind in een baai en had maar een pier die net groot genoeg om twee schepen te laten
meren.Wij hadden een volle lading munitie en het lossen, werd door soldaten gedaan, ging tamelijk
vlot. Toen was het een uur of zes s'avonds en opeens werd het dorp en het kamp aangevallen door een of andere groep, waarschijnlijk de Viet Cong, en wat er afgeschoten
werd wisten we niet maar het kwam donders dicht bij die pier. Daar zo vlug mogelijk
vertrokken en vanaf die tijd gingen we alleen op de dag naar binnen om te lossen en s'nachts buiten stomen.


Leendert Don

captndon@bellsouth.net